Als je Elmar Smid zegt, dan zeg je ‘werk en inkomen, dat is echt mijn grote passie. Omdat ik denk dat dat een grote gelijkmaker is.’ Hij staat op nummer 9 op de lijst van GroenLinks-PvdA en wil zich in het Europees Parlement vol inzetten voor de rechten van de Europese arbeider. De FMS sprak met Elmar over solidariteit op de werkvloer, de verbinding tussen rood en groen en hoe de ervaringen in zijn jeugd hem de motivatie geven om écht het verschil te maken.
Solidariteit
Het thema arbeid komt niet heel prominent voor in de campagnes van veel Nederlandse partijen. ‘Het lastige van deze verkiezingen is dat de kabinetsformatie, en de thema’s die daarbij aan bod kwamen, er dwars doorheen heeft gespeeld in Nederland’. Juist daarom ging Elmar op pad om te spreken met de mensen op de werkvloer over de problemen die zij tegenkomen in hun dagelijkse werk. ‘We hebben bijvoorbeeld Nicolas Schmit, onze Spitzenkandidaat, meegenomen naar een distributiecentrum van een supermarkt. 70% van de mensen daar is flexkracht maar iedere dag moet daar de supermarkt gevuld worden, dat is gewoon structureel werk’. Hoewel de supermarkteigenaar nog probeert vol te houden dat bijvoorbeeld het weer invloed heeft op de hoeveelheid benodigde arbeid, is Elmar resoluut. ‘Volgens mij kun je het weer prima voorspellen, en anders ga je maar wat beter plannen.’
‘Het slaat nergens op dat je uitzendkrachten zo slecht kan betalen en arbeidsmigranten nog slechter.’
Op de werkvloer in Geldermalsen gebeurt vervolgens iets speciaals. ‘De vaste krachten zijn gaan staken, niet om hun eigen loon te verbeteren, maar om te zorgen dat meer vaste uitzendkrachten in vaste dienst konden komen. Zij hadden door dat dit systeem hun eigen positie en die van de uitzendkracht ondergraaft.’ Hiermee benadrukt Elmar dan ook het belang van solidariteit van de arbeider tegenover de werkgever. ‘Maar ik baal er wel als de pest van dat deze mensen hebben moeten staken want dat is echt niet leuk. En dat omdat de politiek haar werk niet heeft gedaan. Het slaat nergens op dat je uitzendkrachten zo slecht kan betalen en arbeidsmigranten nog slechter.’
Rood en groen
De samenwerking tussen ‘rood en groen’ wordt steeds intensiever. Ook op het gebied van arbeid ziet Elmar de logica van deze samenwerking. ‘We gaan gewoon laten zien dat we verschillen kunnen maken en oplossingen kunnen bieden voor de dingen waar mensen mee zitten.’ Hij zet zich specifiek in voor de mensen die gevaar lopen achter te blijven in de grote verduurzamingsslag die we moeten maken. ‘Dat kan bijvoorbeeld als je sociale huurwoningen gaat isoleren. Alles wat niet naar de energierekening hoeft, gaat direct naar het besteedbaar inkomen.’ ‘Maar ik zie het ook in de industriepolitiek, het zijn juist de werknemers die letterlijk die transitie mogelijk maken. En dus moet je ervoor zorgen dat werknemers ook zien dat dat de juiste koers is voor een hoopvolle toekomst.’
‘We gaan gewoon laten zien dat we verschillen kunnen maken en oplossingen kunnen bieden voor de dingen waar mensen mee zitten.’
In deze strijd kunnen verschillende bewegingen allianties vormen. ‘De klimaatbeweging en de vakbeweging hebben een gezamenlijk doel om op de lange termijn te zorgen voor goede werkgelegenheid en een goed klimaat.’ Ook in het Europees parlement is het cruciaal om die samenwerking te zoeken. ‘De minimumloonrichtlijn was er niet gekomen zonder links te verenigen en rechts te verdelen. Dat samenwerken moeten we gewoon doen, we gaan het gewoon laten zien dat we het kunnen. Op die manier kun je ook laten zien dat je verschil maakt voor mensen.’
De Vogelaarwijk
Elmar groeit op in Arnhem, in de Vogelaarwijk Presikhaaf. ‘Vroeger was die wijk bekend van SBS Probleemwijken. Lang niet iedereen kreeg daar dezelfde kansen.’ Hij komt daar al vroeg in aanraking met armoede en wat het doet met mensen die daarin worden geboren. ‘Jongeren die in armoede opgroeien moeten vaak hele andere dingen doen tijdens hun jeugd dan dat ze eigenlijk zouden willen.’ Zaken die voor veel jongeren vanzelfsprekend zijn, zoals lidmaatschap bij een sportclub, zit er voor sommige jongeren simpelweg niet in. Dat heeft ook weer te maken het gebrek aan goede arbeidsvoorwaarden waar ouders mee kampen. ‘De vader van een vriendje van mij moest altijd nachtdiensten draaien en kon zijn zoon nooit naar een uitwedstrijd brengen.’
‘Jongeren die in armoede opgroeien moeten vaak hele andere dingen doen tijdens hun jeugd dan dat ze eigenlijk zouden willen.’
‘Ik heb een heel aantal keer mazzel gehad, en daar ben ik me heel goed van bewust. Het is absoluut niet vanzelfsprekend dat ik hier nu op de kieslijst sta. En dat betekent dus ook dat je wat terug moet doen.’ Het plichtsbesef tegenover de minder bedeelden is dan ook groot bij Elmar. ‘Ze staan allemaal op mijn flyer, de motivatie zit heel diep.’
Naar Brussel
Tijdens zijn werk voor het FNV komt Elmar in het vizier van Agnes Jongerius, lid van het Europees Parlement namens de PvdA. Zij vraagt hem om mee te komen naar Brussel en haar te ondersteunen bij het ontwikkelen van nieuwe arbeidswetgeving. Hij grijpt de kans, werkt vijf jaar lang intensief met haar samen en leert veel over hoe Brussel in elkaar zit. ‘Het belangrijkste is, je moet een missie hebben. Je moet weten wat je wil veranderen. En dat weet ik heel duidelijk.’ Het is dus belangrijk om je visie scherp te hebben maar het is ook van belang dat mensen in je boodschap geloven en je willen helpen. ‘Je kan het niet alleen en dus moet je steun zoeken. En dan helpt het dus enorm dat ik 90 vakbonden in heel Europa ken waarmee ik nu al werk en die dezelfde koers willen inslaan en dus gaan helpen duwen.’
‘Het belangrijkste is, je moet een missie hebben. Je moet weten wat je wil veranderen. En dat weet ik heel duidelijk.’
Ook is er een duidelijk contrast tussen de Haagse politiek en die van de Europese Unie. ‘Het helpt enorm dat je je dossiers kent. Je moet je echt inlezen want anders word je van tafel gespeeld. In Brussel doet de inhoud er veel meer toe dan in Den Haag, daar gaat het veel meer om de korte quotes.’ Hoewel het voor Elmar nieuw zal zijn om Europarlementariër te zijn, komt hij goed beslagen ten ijs met de schat aan ervaring en contacten die hij in de afgelopen jaren heeft opgedaan.
Jonge energie
Wanneer Elmar in het parlement zou komen, zou hij zo’n twintig jaar jonger zijn dan de gemiddelde Europarlementariër. Hij wil dan ook ‘het verschil van perspectief meebrengen en laten zien dat jongeren met hele andere problemen zitten. Dat moet je ervaren hebben of daar moet je van gehoord hebben, anders weet je het gewoon niet.’ Juist hierbij zijn eerlijke arbeidsvoorwaarden van groot belang.
‘Het slaat natuurlijk nergens op dat een jongere van 18 de helft betaald krijgt ten opzichte van iemand van 21.’
‘Bijvoorbeeld het minimumloon voor jongeren, dat er nu standaarden komen waar het jeugdloon aan moet voldoen, dat hebben we gefixt. Je mag niet meer discrimineren op leeftijd straks, dat gebeurt in Nederland nu wel.’ ‘Het slaat natuurlijk nergens op dat een jongere van 18 de helft betaald krijgt ten opzichte van iemand van 21. Als het kabinet dat niet gaat aanpassen, dan gaan we wel procederen. Tot aan het Europese Hof door!’
Trainen in het buitenland
Elmar is inmiddels al jaren trainer voor de FMS en heeft in verschillende landen trainingen verzorgd. ‘Het stelt mensen in staat om in het vervolg dingen zelf op te gaan pakken.’ Zo ging hij naar Belarus en Oekraïne om ‘te kunnen zien of we samenwerkingsverbanden kunnen opzetten.’ Juist omdat de FMS over trainers beschikt met verschillende expertises, kunnen we op meerdere terreinen verschil maken. ‘De FMS kan putten uit alle kwaliteit die wij ook binnen de partij hebben.’
‘Wat wij moeten doen, is zorgen dat we de boosheid omzetten in positieve energie, zodat mensen weer willen gaan bouwen en niet afbreken.’
Voor Elmar is het duidelijk: ‘werknemersrechten zijn gewoon mensenrechten, je ziet het duidelijk terug in de verdragen.’ Dit fundamentele idee over het belang van waardige en eerlijke arbeid is wat Elmar zal uitdragen in Brussel, maar hij is ook realistisch; ‘het wordt hard knokken om tot die meerderheden te komen.’ Ook al is er veel polarisatie in de samenleving, er zijn ook mogelijkheden. ‘Wat wij moeten doen, is zorgen dat we de boosheid omzetten in positieve energie, zodat mensen weer willen gaan bouwen en niet afbreken.’