Weergave van Lusail stadion, één van de stadia van het WK 2022
Aan de vooravond van het WK voetbal 2022 in Qatar lopen de gemoederen hoog op. De keuze voor Qatar als gastland is doelwit van aanzwellende kritiek, onder andere vanwege de mensonterende arbeidsomstandigheden waarin arbeidsmigranten de WK-stadions bouwden. De FMS sprak met PvdA Europarlementariër Lara Wolters, die zich inzet voor fatsoenlijke arbeidsomstandigheden wereldwijd. We vroegen haar naar haar mening over de keuze van de FIFA voor Qatar en de rol van de Nederlandse regering en de KNVB.
Om te beginnen, waarom spreek je je actief over deze kwestie uit?
Ik heb natuurlijk dat stuk in The Guardian gelezen over de 6.500 omgekomen arbeidsmigranten. Cynischer dan dat wordt het niet. Dat zijn een soort Middeleeuwse toestanden van slaven die vertier mogelijk maken. Daar sloeg ik op aan.
De reden dat ik dieper ben gaan graven is omdat er raakvlakken zijn met wat ik zelf doe. Ik ben nu bezig met een grote Europese wet over verantwoord ondernemen. Die wet moet ervoor zorgen dat Europese bedrijven zich fatsoenlijk gedragen, óók als ze buiten Europa zakendoen. Zolang die wet er nog niet is, krijg je situaties als in Qatar.
‘Wat er in de PR-brochures van de FIFA staat is heel anders dan wat er in de praktijk gebeurt’
Een ander aanknopingspunt voor mij is dat de FIFA zegt dat het The UN Guiding Principles On Business and Human Rights onderschrijft – een internationaal akkoord dat stelt dat landen mensenrechten moeten beschermen en dat bedrijven die moeten respecteren. Ze hebben zelfs gevraagd aan John Ruggie – zo’n beetje de godfather van verantwoord ondernemen –: ‘schrijf eens een advies over hoe wij kunnen voldoen aan die VN normen.’
In de praktijk gebeurt er daarentegen heel weinig mee. Dan zie je bijvoorbeeld dat het WK clubvoetbal aan China wordt gegeven en dat het volgende WK misschien naar Saudi-Arabië gaat. Wat er in de PR-brochures van de FIFA staat, is heel anders dan wat er in de praktijk gebeurt. Dat neem ik ze ontzettend kwalijk. De FIFA is een soort megabedrijf, waar miljarden in omgaan. Die zou je ook kunnen inzetten om positieve verandering te bewerkstelligen. Dat is een gemiste kans.
‘Een beetje minder slecht kan nog steeds heel slecht zijn’
We hadden de afgelopen week de Qatarese minister van werkgelegenheid, Ali Bin Samikh Al-Marri, in het Europees Parlement en die zegt – net als een heleboel van mijn collega’s in het Parlement –: ‘Qatar heeft enorme vooruitgang geboekt.’ Ik krijg daar een punthoofd van. Er is op papier een heleboel veranderd, maar in de praktijk is dat vaak nog niet zo. Wanneer je begint bij een situatie die de VN heeft beschreven als structurele discriminatie van arbeidsmigranten, dan kan je grote stappen zetten, maar dan kom je uiteindelijk nog niet terecht op het niveau dat wij acceptabel vinden. Een beetje minder slecht kan nog steeds heel slecht zijn.
Hoe zou de Nederlandse regering zich moeten opstellen in deze kwestie? We hebben ook belang bij gaslevering vanuit Qatar.
Ik denk dat het belangrijk is om eerlijk te zijn. We hebben onszelf in een heel vervelende situatie gemanoeuvreerd omdat we te naïef zijn geweest over onze afhankelijkheid van Russisch gas. Daar betalen we nu de prijs voor. Er zijn andere landen met gasvoorraden, zoals Qatar, maar die verdienen ook niet de schoonheidsprijs. Dan moet je je afvragen: Welke is het minst erg? Is er geen andere oplossing? Ik weet niet of Qatar daar dan uitkomt. Als je daar wel op uitkomt, denk ik dat je alsnog niet de koning of Rutte moet sturen. Qatar kan best zeggen dat het geschoffeerd is, maar het gaat om miljoenencontracten. Ik vraag me af of hun trots hun meer waar is dan die miljoenen.
Verder denk ik niet dat je veranderingen in Qatar bewerkstelligt op het allerlaatste moment vanuit de skybox. Ook niet door op het allerlaatste moment de premier te sturen, die in allerlei foto’s wordt gefrommeld en allerlei handen moet schudden. Áls je dat wil, dan moet dat ruim van tevoren doen, op een serieuze manier.
Je hebt je ook kritisch uitgelaten over de KNVB. Wat is volgens jou hun verantwoordelijkheid?
Ik heb het een beetje aan de stok gehad met de KNVB, want ze begrepen mij niet helemaal. De KNVB heeft er geen schuld aan dat Qatar door corruptie het gastland is geworden, dus ze voelden zich niet verantwoordelijk voor compensatie. Daar begint het misverstand tussen mij en de KNVB. Een basisprincipe in verantwoord ondernemen is dat je altijd moet doen wat je kunt. Ook wanneer je buiten je eigen wil of toedoen geconfronteerd wordt met een vervelende situatie.
Het voorbeeld dat ik daarbij geef, is dat je geen boete hoeft te betalen wanneer je ziet dat iemand in elkaar wordt geslagen, maar dat je wel 112 belt. De KNVB draagt geen schuld, maar dat betekent niet dat ze niets hoeven te doen.
‘Het siert je om te doen wat je kan’
Ik was er een aantal maanden geleden nog niet van overtuigd dat de KNVB alles had gedaan wat in hun macht lag. Ik zei tegen de KNVB: Jullie dragen geen schuld, maar het zou heel mooi zijn als jullie toch bijdragen aan een compensatiefonds. Niet als schuldbekentenis, maar als teken van respect richting de slachtoffers. Nu gaat de KNVB, samen met de voetballers, shirts veilen om de slachtoffers te compenseren. Het geldbedrag dat ze daarmee ophalen is misschien niet zoveel, maar je zendt een signaal naar de politiek en de FIFA. Het is een belangrijke vorm van politiek agenderen. Ik vind dat een mooi gebaar. Het siert je om te doen wat je kan.
Afbeelding: Wikimedia Commons