Velen zullen het niet weten: Nederland was op 29 en 30 maart het Europese gastland van de tweede wereldwijde Summit for Democracy. Een initiatief van de Amerikaanse president Joe Biden, naar aanleiding van de bedenkelijke staat van de democratie wereldwijd. Doelstelling van deze topconferentie voor regeringsleiders is het onder de aandacht brengen en versterken van democratische waarden.
Wat velen onder ons wél zullen weten: ook in Nederland staat de democratie al jaren onder druk. De toeslagenaffaire, ondermijnende criminaliteit, het rapport over Groningen zijn maar een paar voorbeelden die laten zien dat onze democratie niet voor iedereen werkt, met een vertrouwenscrisis tot gevolg. Doortastend ingrijpen is daarom nodig met een extra inzet op democratie. Een bewindspersoon voor Democratie, wiens taak het moet zijn om onze democratie te verdedigen, te verbeteren en te verbinden met de internationale inzet, kan daarbij een belangrijke coördinerende rol spelen.
“Democratie is – letterlijk – niet gratis”
Hoe kan het dat de Summit for Democracy vrijwel geruisloos aan Nederland voorbijging? Je moet goed zoeken om er enige informatie over te vinden. Onze premier stelde onlangs in een artikel in het NRC nog dat democratie – letterlijk – niet gratis is, doelend op de oorlog in Oekraïne en de noodzakelijke verhoging van het defensiebudget. Maar meer geld voor defensie alleen gaat de democratie niet redden. Daar is, logisch toch, ook meer geld voor de democratie voor nodig – gericht op het buitenland, maar zeker ook gericht op Nederland zelf.
Zo’n 30 procent van de bevolking voelt zich politiek niet vertegenwoordigd, het vertrouwen in de overheid staat op een historisch laag pitje, antidemocratische krachten klinken luid en Nederlanders hebben weinig geloof in het probleemoplossende vermogen van regering en parlement. Ook blijkt dat 42% van de Nederlanders het gevoel heeft dat beslissingen worden genomen door een kleine elite die enkel naar zichzelf omkijkt. Allemaal seinen op rood die duiden op achterstallig democratisch onderhoud. Dat vraagt om dringend herstel.
Een reeks activiteiten die we met de Nederlandse coalitie ‘Democratie onder druk’ de laatste twee weken van maart organiseerden (zie www.democracyunderthreat.org) geeft aan dat velen in Nederland – jong en oud, in Amsterdam Zuid-Oost, Groningen, overal in het land, theoretisch en praktisch opgeleid, zich niet alleen zorgen maken over de democratie maar zich ook als actieve burgers voor democratie willen inzetten. Iets van urgentie voelen de regering en de diverse ministeries (Buitenlandse Zaken, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Veiligheid en Justitie en Sociale Zaken en Werkgelegenheid) op zich wel. Dit werd duidelijk uit de betrokkenheid van de regering bij de goed georganiseerde livestream bijeenkomst van vorige week, die geheel aan mediavrijheid was gewijd.
Helaas zien we tegelijkertijd de urgentie om het fundament van de democratie te versterken nog onvoldoende terug in de politieke prioriteiten en beschikbare middelen. Verrassend, want sinds vorig jaar gaat aan onze Grondwet vooraf: ‘De Grondwet waarborgt de grondrechten en de democratische rechtsstaat’. Dat maakt van democratie een overheidstaak. Iets wat je moet doen. En iets waaraan we ons hebben gecommitteerd in diverse VN-verdragen: zij verplichten Nederland om aan het fundament van de democratie te werken. Maar hoe doen we dat? Als organisaties die zich inzetten voor democratie, in binnenland en buitenland, bepleiten wij een extra inzet langs drie lijnen.
Herstel via drie V’s
In de turbulente periode waarin we ons als land bevinden, is het koesteren van onze democratie met enkel woorden onvoldoende. Daarom pleiten wij voor een bewindspersoon voor Democratie en een adequaat gevuld en onafhankelijk democratiefonds. Want het nodige herstel vraagt om centrale coördinatie, doorzettingsmacht en een apart budget.
De eerste taak voor de bewindspersoon moet verdediging van de democratie zijn. Dat begint al met de bekende roep om meer ondersteuning van Kamerleden, die zodanig in de minderheid zijn tegenover het kabinet dat ze nauwelijks aan hun controlerende taak toekomen. Maar ook transparantie, verantwoording, anti-corruptie, responsiviteit en betrouwbaarheid waren de laatste jaren geen kenmerken van de bestuurscultuur van opeenvolgende kabinetten. Een overheid die de democratie ziet als iets dat je moet doen, organiseert geïnstitutionaliseerde democratische tegenspraak: waakhonden die tegenwicht bieden op de eigen acties en instituties permanent kritisch bevragen op haar democratische houding.
De tweede taak vatten we samen als verbetering van de democratie. Beleidsuitkomsten dragen steeds vaker de voorkeur uit van de theoretisch opgeleide en politiek actieve burger, en de afkeur van haar tegenpool. Het substantieel verbeteren van medezeggenschap in alle overheidslagen door middel van bijvoorbeeld gelote burgerberaden, heeft daarom prioriteit. Bovendien zijn mensen die zich niet vertegenwoordigd voelen vaak voorstander van meer directe democratie, zoals volksraadplegingen. De groep dus die we voor de democratische legitimiteit terug aan boord moeten krijgen. Ook de digitalisering – ooit een democratische belofte – manifesteert zich momenteel vooral als een bedreiging voor onze rechten en vrijheden. Toch zijn er genoeg ideeën om het juist in te zetten voor meer betrokkenheid en inspraak.
Een bewindspersoon voor democratie moet het op zich nemen om los van het politieke gekibbel de verschillende vormen te onderzoeken, pilots te starten en de consequenties voor wetgeving in kaart te brengen. Niet als vervanging van het klassieke democratisch proces, maar als legitimerende aanvulling.
Ten derde en tot slot is het aan de bewindspersoon om onze democratie te verbinden aan de rest van de wereld. Dit is hard nodig in een wereld waarin het aantal autoritaire regimes toeneemt, desinformatie steeds wijder en effectiever wordt verspreid, en mensenrechten op grote schaal worden geschonden. Vele landen respecteren de verdragen die ze hierover hebben getekend niet, en de moedige mensen die hun leven wagen voor democratie en rechtsstaat verdienen onze steun. We moeten hen blijven ondersteunen. De manieren waarop we dat nu doen, moeten we zelf ook kritisch bekijken. Democratisering kan vorm krijgen langs vele lijnen en voor een duurzaam positief resultaat is van belang dat burgers en overheden daarin zelf de regie houden.
Democratisch verval snijdt dieper dan enkel in het vlees op de eigen botten. Nederland gedijt het beste in een brede internationale democratische rechtsorde. En dat gaat een stuk verder dan het verhogen van het defensiebudget. Het is goed dat Nederland een centrale rol speelde bij deze democratische summit maar noblesse oblige: nu moet er ook een actieplan komen met de daarbij behorende investeringen.
De bal ligt niet alleen bij de overheid. Ook wij, burgers en maatschappelijk middenveld, hebben een verantwoordelijkheid – om zelf onze inzet op democratie te versterken en om actieve samenwerking met onze nationale en lokale overheden te zoeken. Er is werk aan de winkel!
Ondertekend door:
Defend Democracy
Foundation Max van der Stoel
Meer Democratie
Nederlands Helsinki Comité
Nederlands Instituut voor Meerpartijen Democratie (NIMD)
PAX
The Hague Academy for Local Governance
Transparency International Nederland
Met dank aan:
Tim ‘s Jongers – directeur Wiardi Beckman Stichting
Bron afbeelding: https://mobile.twitter.com/MinPres/status/1641057886372614144