Het Ethiopische leger heeft zojuist de slag om Mekele, de hoofdstad van de opstandige Ethiopische regio Tigray, gewonnen: De stofwolken dalen nog neer. Uit de handen van het Tigray People Liberation Front (TPLF) gewrocht, is Mekele weer onder controle van de centrale Ethiopische staat gebracht. 20 jaar na het einde van de burgeroorlog is er een nieuwe burgeroorlog. Wordt hier een dappere vechtende minderheid geknecht door een wreed onderdrukkende centrale staat? Waar staat het TPLF eigenlijk voor? Hoe is het zo ver gekomen?
Etnische dictatuur
Begin November had de centrale overheid het gehad met de provocaties van het TPLF. Resoluut zette ze de uitbetaling van de centrale fondsen voor de regio stop. TPLF, historisch de politieke en militaire spreekbuis van de regio, zag dit als een oorlogsverklaring en handelde navenant.
In dit licht is het belangrijk te weten dat de TPLF over aanzienlijke militaire middelen en expertise beschikt. Dit daar de regio grenst aan Eritrea waarmee Ethiopië pas recent een vredesakkoord heeft gesloten om de decennialange oorlog te beëindigen. Bijgevolg is de regio redelijk gelardeerd met militaire bases van diverse legeronderdelen. De oorlog met Eritrea is echter niet de enige reden dat de Tigray regio rijk is aan militair materieel. De TPLF, destijds vooroplopend in de verdrijving van de dictator Mengistu in 1991, hebben tot 2018 de politiek en het leger gedomineerd, qua posities en macht. Daar de TPLF slechts 6% van Ethiopië representeert, is die dominantie moeilijk anders uit te leggen dan een soort van etnisch dictatuur. Door veel militair materieel van de Ethiopische staat in de regio Tigray te hebben, de facto onder TPLF controle, kon het andere regio’s makkelijk weerhouden van het bereiden van een coup.
Simpel gezegd wilden de TPLF de macht, omdat ze altijd al een zeer autonome regio wilden zijn, zo niet een eigen land. Maar dan is het natuurlijk wel zo fijn om en autonoom te zijn en de hulpbronnen van heel Ethiopië in te zetten ten faveure van de Tigray regio. Hierbij moet gezegd worden dat Ethiopië al jarenlang significante economische groei doormaakte, die zeker niet alleen de Tigray regio bereikte. Zo zwart-wit is het haast nooit, en nu dus ook niet. Hoewel repressie zeker een middel was, was de economische voorspoed ook een middel om aan de macht te blijven.
Machtsverlies
Toen het TPLF in 2018 de macht verloor, door toedoen van een intense volksopstand als een veenbrand, werd dan ook snel weer hard op de autonomie trompet geblazen. De door het TPLF gewenste extreme autonomie staat haaks op een relatief sterke centrale staat, bijkans haaks op een verenigd Ethiopië, en dus haaks op een voorspoedige toekomst van Ethiopië. Zeker aangezien veel delen van Ethiopië onder het TPLF bewind niet veel voorspoed hebben gekend. Sterker, het TPLF bewind is veelvuldig door internationale organisaties beschuldigd van mensenrechtenschendingen variërend van repressie van vrije media tot genocide van de Anuak in zuid Ethiopië en de Amhara in Noord Ethiopië. Amnesty International betichtte terugtrekkende TPLF krachten recent nog van de gruwelijke afslachting van Amharese mensen in Mai-Kadra op 9 november.
Het TPLF komt aldus niet bepaald over als de vertegenwoordiger van vredelievende lokalen die tegen de onderdrukker vechten. De TPLF lijkt hier eerder de onderdrukker die niet meer mag onderdrukken en dan maar de aarde verbrandt. Inderdaad wordt hardnekkig door de TPLF geprobeerd Eritrea in het gevecht te betrekken door het afvuren van raketten op Asmara, de Eritrese hoofdstad. Gehoopt wordt dat dit de sympathie opwekt van Eritrese verzetsgroepen om aldus samen de grensregio onveilig te maken en om van daaruit Ethiopië te destabiliseren; als wij Ethiopië niet voor ons mogen hebben, dan maar geen Ethiopië meer, lijkt hier de nihilistische boodschap.
Door: Micha Hollestelle
Bronnen en verder Lezen: FMS Website, HRW, Crisis Group, EU EAS, Amnesty