Zoek op
Sluit dit zoekvak.

“Ze voelen zich terecht in de steek gelaten”: Een week na de aardbeving wacht Noordwest-Syrië nog steeds op internationale hulp

Na de verwoestende aardbeving hebben door rebellen gecontroleerde gebieden in het noordwesten van Syrië nog steeds moeite om hulp te krijgen van de internationale gemeenschap. Terwijl het zuidoosten van Turkije terecht hulp ontvangt uit de hele wereld, hebben NPR-journalisten gemeld dat het aan de grens met Syrië “leeg en stil” is. Ondertussen blijft het tirannieke regime van Bashar Al-Assad hulp aan de regio zonder toestemming beschouwen als een schending van de Syrische soevereiniteit.

Turkije en Syrië: een wereld van verschil

Toen een uitzonderlijk krachtige aardbeving – van 7,8 op de momentmagnitudeschaal – vorige week het zuidoosten van Turkije en het noordwesten van Syrië trof, werd de wereld opgeschrikt door de gruwelijke beelden van complete verwoesting en een snel stijgend dodental. Op het moment van schrijven staat het dodental op maar liefst 36.000. De VN heeft bovendien een alarmerende waarschuwing gegeven dat het dodental gemakkelijk boven de 50.000 kan komen.

Terecht – en snel – werd een grote humanitaire hulpmissie opgezet door tientallen landen, met reddingsteams, voedsel, medicijnen en financiële steun. Al snel waren de wegen in de Turkse impactzone “geblokkeerd” door vrachtwagens met reddingswerkers en hulpmiddelen.

In Syrië is de realiteit echter heel anders. Terwijl in Turkije humanitaire hulp arriveerde vanaf de eerste dag van de ramp, staken de eerste drie dagen alleen de lichamen van Syrische vluchtelingen de Turks-Syrische grens over. Een verwoestende klap voor de regio, die al voor de aardbeving grotendeels afhankelijk was van humanitaire hulp. Zonder reddingsteams en moderne apparatuur konden de overlevenden in de Syrische impactzone de vele stemmen die om hulp schreeuwden niet bereiken. Vrijwel al die stemmen zijn nu verstomd.

De politisering van humanitaire hulp

Een belangrijke reden voor het gebrek aan humanitaire hulp in Syrië is de bloedige oorlog die al meer dan 10 jaar in het land wordt gevoerd. De zwaarst getroffen regio van Syrië staat momenteel onder controle van de rebellengroep Hayat Tahrir al-Sham (HTS). Deze radicaal-islamitische groepering wordt door de VN en de Verenigde Staten geclassificeerd als een terroristische organisatie.

Hulp die Syrië binnenkomt wordt bemoeilijkt doordat president Assad niet toestaat dat humanitaire hulpzendingen zonder toestemming het door het regime gecontroleerde grondgebied passeren. Een anoniem HTS-lid heeft bovendien bekendgemaakt dat “[de HTS] het regime niet zal toestaan van de situatie te profiteren door te laten zien dat zij helpen.”

Als gevolg daarvan moest humanitaire hulp Syrië tot nu toe binnenkomen via één punt aan de Turks-Syrische grens, bij Bab al-Hawa. Tot overmaat van ramp zijn de Turkse wegen naar Bab al-Hawa zowel beschadigd als overbelast door de aardbeving.

Op 14 februari heeft Assad echter een stap in de goede richting gezet door na gesprekken met WHO-hoofdman Ghebreyesus en VN-functionarissen nog twee grensovergangen naar het Syrische rampgebied te openen.

De bereidheid van de VN om met het Syrische regime te onderhandelen is niet gevrijwaard van kritiek. “Velen geloven dat deze medewerking van de Syrische president deel uitmaakt van een campagne om de situatie uit te buiten zodat hij zijn politieke legitimiteit kan herwinnen en de wereld zich met hem inlaat,” zei Al-Jazeera-correspondente Zeina Khodr. Verder is het schrijnend te noemen dat Assad de humanitaire hulp pas na 4 dagen doorlaat, nu de meeste mensen onder het puin niet meer te redden zijn. Tot slot is er gewezen op eerdere soortgelijke beloftes van Assad die niet zijn nageleefd.

Oproep tot actie

“We hebben de mensen in het noordwesten van Syrië tot nu toe in de steek gelaten”, twitterde VN-hulpchef Martin Griffiths zondag. “Ze voelen zich terecht in de steek gelaten. Op zoek naar internationale hulp die niet is aangekomen. Het is mijn plicht en onze plicht om dit falen zo snel mogelijk te corrigeren.”

Griffiths maakt deel uit van een groeiend aantal hooggeplaatste internationale beleidsmakers om de Syrische situatie aan te pakken. Anderen – zoals de Amerikaanse VN-ambassadeur Linda Thomas-Greenfield – hebben de VN-Veiligheidsraad opgeroepen te stemmen voor het toestaan van meer toegangspunten tot Syrië langs de Turkse grens. “We mogen hen niet in de steek laten – we moeten onmiddellijk stemmen over een resolutie om gehoor te geven aan de oproep van de VN om extra grensovergangen toe te staan voor de levering van humanitaire hulp”, aldus Thomas-Greenfield.

Een enkeling heeft opgeroepen tot een opheffing van de sancties tegen het Assad-regime om het Noordwest-Syrië te helpen, omdat de sancties de humanitaire hulp vanuit Damascus zou hinderen. Deze oproepen zijn echter door deskundigen als misplaatst bestempeld, omdat sancties geen invloed hebben op humanitaire organisaties.

In een interview met Vox heeft Zaher Sahloul – voorzitter van MedGlobal, een organisatie die medische posten heeft helpen bouwen in het noordwesten van Syrië – voorgesteld om humanitaire hulpgoederen per vliegtuig naar het getroffen gebied te brengen. “We hebben Amerikaanse militaire bases niet ver daar vandaan, in het noordoosten van Syrië,” zei Sahloul.

Het is duidelijk dat de politisering van humanitaire hulp voor Syrië onmiddellijk moet stoppen. Humanitaire hulp moet onbeperkt het land in kunnen. “De wereld heeft ons aan ons eigen lot overgelaten tegenover de misdadiger Bashar al-Assad. Maar dit is een natuurramp,” vertelde Ibrahim Bakkour, een raadslid in de verwoeste stad Jinderis aan NPR-verslaggevers. “Dit is geen politieke discussie; het is een humanitaire situatie en we hebben hulp nodig.”

 

Auteur: David Groenen