Zoek op
Sluit dit zoekvak.

FMS Politiek Café: Passie en eensgezindheid over de “revolutionaire situatie” in Iran

In Iran gaan mensen nog steeds massaal de straat op voor de grootste Iraanse protesten sinds de Islamitische Revolutie van 1979. De FMS organiseerde hier op 2 februari een politiek café over. Met een gepassioneerd en betrokken publiek hebben deskundigen, politici en vertegenwoordigers van de Iraanse diaspora het belang benadrukt van blijvende steun aan de “jonge, vurige en sterke” Iraanse demonstranten.

De situatie in Iran

Dat de Iraanse protesten – die al sinds de dood van Mahsa Amini in september vorig jaar in volle gang zijn – nog altijd op veel aandacht in Nederland kunnen rekenen, werd door de grote belangstelling maar weer eens duidelijk. De bijeenkomst, gemodereerd door FMS-directeur Kido Koenig, was in twee delen verdeeld.

Allereerst bespraken Iran-deskundige Damon Golriz (de Haagse Hogeschool) en filmmaker en publicist Beri Shalmashi de actuele stand van zaken met betrekking tot de protesten. Over waarom juist de dood van Amini bij zoveel verschillende groepen iets losmaakt, zei Shalmashi dat Amini zowel vrouw, Koerd als jong was en daarmee allerlei groepen reden tot protesteren geeft. Verder vond Shalmashi de lange duur van de protesten, waardoor aandacht van buitenaf mogelijk verslapt, niet zorgelijk: “Iraniërs krijgen de tijd om na te denken welke richting zij op willen gaan met de revolutie”.

Van links naar rechts: Beri Shalmashi, Damon Golriz en Kido Koenig

Mogen de protesten dan al een revolutie worden genoemd? Golriz noemde het veelzeggend dat de situatie in Iran door regime-bondgenoot Rusland als revolutionair wordt omschreven. Zowel Shalmashi als Golriz noemden het belang van de grote  verscheidenheid onder de deelnemende demonstranten. De protesten vinden zowel door het hele land als met behulp van verschillende demografische groepen plaats. Shalmashi: “Voor het eerst is het Iraanse volk echt verenigd”.

Na een aantal vragen vanuit het publiek werd een interview met Europarlementariër Thijs Reuten afgespeeld. Reuten, die ondanks door het Iraanse regime op een sanctielijst werd geplaatst, toonde zich strijdbaar. Hij liet weten zich niet door sancties te laten weerhouden bij het steunen van de Iraanse demonstranten. “Ik blijf me inzetten voor alle dappere Iraniërs die maar de straat op blijven gaan”. Ook bepleitte Reuten meermaals dat de Iraanse Revolutionaire Garde op de Europese lijst van terroristische organisaties moet worden geplaatst. Het hele interview kijk je hier.

 

Actie vanuit Nederland

In het tweede gedeelte van de bijeenkomst werd vooral stilgestaan bij wat vanuit Nederland gedaan kan worden om de Iraanse demonstranten te steunen. Golriz had zich hier in het eerste deel ook al over uitgelaten. Hij noemde Nederland een “voorloper” in het aanpakken van de Revolutionaire Garde, maar benadrukte eveneens dat er geen deals meer mogen worden gesloten met het regime: “Het regime is zwakker dan het lijkt en moet onder druk worden gezet.”

Inmiddels waren Tweede Kamerlid Kati Piri (PvdA), Woman Life Freedom-oprichter Asefeh Eskandari en het Haarlemse gemeenteraadslid Matin Abassi (PvdA) aangeschoven. Ook zij beaamden dat niet meer met het regime moet worden onderhandeld. Piri: “Het is naïef om te denken dat je met een autocratisch land goed afspraken kan maken”. Eskandari gaf aan blij te zijn met wat er in korte tijd vanuit Nederland op gang was gebracht, maar “tegelijkertijd kan er nog veel meer gebeuren”.

Van links naar rechts: Kati Piri, Matin Abassi en Asefeh Eskandari

Piri maakte in de actie vanuit Nederland onderscheid tussen hulp voor de demonstranten in Iran en het beschermen van de Iraanse diaspora tegen “de lange arm van Teheran”. Ze wees op twee liquidaties in Nederland in 2015 en 2017 die vrijwel zeker in opdracht van Teheran zijn uitgevoerd. Ook Abassi pleitte voor meer bescherming van Iraanse Nederlanders en riep op elk signaal van beïnvloeding door Teheran te melden. Er werd geopperd dat vertegenwoordigers van de Iraanse diaspora korte lijntjes moeten onderhouden met Nederlandse politie en justitie.

Een ander belangrijk standpunt van de aanwezige sprekers was dat alle steun vanuit Nederland, groot of klein, de Iraanse demonstranten kan helpen. Eskandari: “In Iran zeggen we dat lammetjes leeuwen kunnen worden. Hoop doet veel met mensen. Op het moment dat de Revolutionaire Garde op de terreurlijst wordt geplaatst, kunnen we er samen voor zorgen dat alle lammetjes ook echt leeuwen worden.” Abassi benadrukte het belang van steun op kleinere schaal en stelde dat Nederlanders heel veel voor Iraniërs kunnen doen. “Een retweet of een steunbetuiging aan de mensen in Iran kan al heel veel betekenen”.

Alle foto’s in dit artikel zijn tijdens het evenement gemaakt door FMS