Afrikaanse landen lopen veel geld mis door het bestaan van belastingparadijzen. Reden genoeg om daar verre van te blijven, schreven we in een artikel in Trouw.
Demissionair minister van financiën Wopke Hoekstra heeft jarenlang geïnvesteerd in een belastingparadijs. Hij kocht aandelen in een brievenbusfirma gevestigd op de Britse Maagdeneilanden, waarmee werd geïnvesteerd in Asilia Africa, een bedrijf dat safarireizen aanbiedt in Oost-Afrika. De ophef is groot: Hoekstra bezat tot een paar weken voor zijn aantreden als minister nog aandelen in een brievenbusfirma, waartegen hij vervolgens in zijn rol als minister zou ageren.
De woede richt zich nu vooral op Hoekstra, met de vraag of deze investering, en met name het niet-melden ervan in zijn tijd als Eerste Kamerlid, wel door de beugel kan. Helaas is er weinig oog voor de andere kant van de medaille: het geld dat wordt ‘verdiend’ door het ontwijken van belasting, betekent ook een verlies aan belastinginkomsten ergens anders, bijvoorbeeld in Oost-Afrika waar Asilia Africa actief is. Asilia Africa organiseert safarireizen in Tanzania en Kenia, om – zoals te lezen is op de website – lokale werkgelegenheid en ontwikkeling te stimuleren.
Hoewel dit een nobel doel is, valt dit niet te rijmen met een brievenbusfirma op de Maagdeneilanden. De beste manier om werkgelegenheid en ontwikkeling te stimuleren is namelijk door belasting te betalen in het land waar activiteiten plaatsvinden. De belastinginkomsten kunnen dan immers lokaal gebruikt worden, en vloeien daarmee ook weer terug naar de samenleving door middel van publieke diensten. Overigens is nog onduidelijk of Tanzania in dit geval echt belasting heeft misgelopen, maar het opzetten van een brievenbusfirma op de Maagdeneilanden geeft te denken. Als de economische activiteiten plaatsvinden in Tanzania en Kenia is een brievenbusfirma op de Maagdeneilanden niet alleen onnodig, maar ook ronduit onethisch.
Jaarlijks verdwijnt meer geld uit Afrika dan er binnenkomt
Hoekstra’s brievenbusfirma staat helaas niet op zichzelf. Jaarlijks verdwijnt er meer geld uit Afrika dan er binnenkomt. Een van de belangrijkste oorzaken hiervan is belastingontwijking en -ontduiking. Het is daarom van groot belang dat er haast wordt gemaakt met het internationale belastingverdrag, waarin een internationaal minimumtarief wordt afgesproken, zodat de perverse prikkel om geld te verdienen via belastingconstructies verdwijnt.
Bovendien moeten we niet vergeten dat Nederland zelf ook een belastingparadijs is; uit recent onderzoek van het Tax Justice Network en de Global Alliance for Tax Justice blijkt dat Nederland op plek vier staat in de lijst van belastingparadijzen. Het is dus niet genoeg om in te zetten op internationale samenwerking; we zullen ook heel kritisch naar ons eigen handelen moeten kijken.
Het is natuurlijk niet geloofwaardig als Nederland – bij monde van minister Hoekstra – vol inzet op een mondiaal belastingverdrag om belastingontduiking tegen te gaan, maar vervolgens zelf die doorsluisconstructies mogelijk blijkt te maken. Nederland mag niet langer meer als doorsluisland fungeren en er moet zo snel mogelijk een mondiaal belastingverdrag komen, met daarin een internationaal minimumtarief. Alleen zo komen we tot een eerlijker wereldwijd belastingstelsel. Dit is een belangrijke opdracht voor het nieuwe kabinet.
Kortzichtig beleid
Als minister met het imago van zuinige schatkistbewaarder getuigt het ten slotte van grote kortzichtigheid dat we aan de ene kant miljoenen investeren in ontwikkelingssamenwerking, maar dit vervolgens dubbel en dwars terughalen via onze rol als belastingparadijs. We pretenderen het braafste jongetje van de klas te zijn, maar bungelen onderaan.
De frustratie rondom Hoekstra is begrijpelijk, maar het is uiteindelijk slechts een symptoom van het echte probleem. Zolang dit soort belastingconstructies nog steeds legaal zijn, zullen ze gebruikt worden, en zullen juist de landen waar het geld het hardst nodig is, zoals in dit geval in Oost-Afrika, het hardst geraakt worden.