Na weken van recordhoge temperaturen en extreme droogte in de lente werd Pakistan vanaf midden juni geteisterd door maandenlange extreme regenval tijdens het moessonseizoen. In sommige regio’s is vijf keer zoveel regen gevallen als ‘normaal’ voor deze tijd van het jaar. Een derde van het land staat onder water, de overstromingen hebben aan minstens 1500 mensen, waarvan in ieder geval 500 kinderen, het leven gekost. Wetenschappers stellen dat er naar alle waarschijnlijkheid een verband te leggen is tussen klimaatverandering en de extreme regenval in de afgelopen maanden.
Alhoewel de exacte impact nog moeilijk in te schatten is, is het wel duidelijk dat de infrastructuur ernstig beschadigd is. Ook wordt er gevreesd voor uitbraken van ziektes en infecties en zijn er grote zorgen over voedselzekerheid. De verwachting is dat de prijzen voor voedsel extreem zullen stijgen, aangezien akkers onder water zijn gelopen en er bijna een miljoen dieren zijn gestorven. De overstromingen maken de kwetsbaarste Pakistanen – onder andere mensen met een handicap (polio is veelvoorkomend in Pakistan), boeren, mensen in sloppenwijken, migranten, vrouwen en kinderen – nóg kwetsbaarder.
De Pakistaanse overheid wordt verweten dat ze zelf te weinig heeft gedaan om voorbereid te zijn op de overstromingen. Maar, ook al hadden voorzorgsmaatregelen een (klein) verschil kunnen maken, het is ronduit oneerlijk om de schuld alleen bij Pakistan te leggen. Vanuit de hoek van de wetenschap, het maatschappelijk middenveld, en Pakistaanse overheidskringen wordt naar het mondiale Noorden gewezen en gekeken. Hen wordt verweten dat ze verantwoordelijk zijn voor klimaatverandering, maar geen verantwoordelijkheid nemen voor de gevolgen daarvan. Pakistan draagt zelf slechts 0,4 procent bij aan de totale wereldwijde emissies; Nederland 10 keer zoveel. Het totale mondiale Noorden is goed voor 92 procent van de historische CO2-uitstoot, tegenover 8 procent van het mondiale Zuiden. Daarom is het niet gek dat de Pakistaanse premier Sharif de verantwoordelijkheid volledig bij westerse landen legt. In het Westen is er echter weinig aandacht voor de overstromingen; alle ogen zijn al maanden gericht op de Russische invasie in Oekraïne, en ook de dood van Queen Elizabeth kreeg veel meer aandacht.
De vervuiler betaalt (niet)
“The world’s poorest countries and communities are paying the price of a climate crisis they are least responsible for” – Oxfam.
Aangezien de schade in de tientallen miljarden loopt, is Pakistan sterk afhankelijk van de internationale gemeenschap voor noodhulp aan de 33 miljoen mensen die getroffen zijn en voor de wederopbouw van het land. Tot dusverre heeft de Europese Commissie slechts €1,8 miljoen euro naar Pakistan overgemaakt. De Verenigde Naties zijn van plan €160 miljoen euro op te halen. Daarmee is de schade bij lange niet gedekt. Des te relevanter is de VN-klimaattop (COP27), die 6 november begint in Egypte. Veel hoop is namelijk gericht op de zogenaamde loss and damage-discussie die op de agenda staat. Vanuit het ‘vervuiler betaalt’ principe hebben Nederland en andere landen uit het mondiale Noorden de verplichting om Pakistan te steunen om op te krabbelen uit de ellende waar het land als gevolg van klimaatverandering in terechtgekomen is. Dit houdt in dat, naast dat Nederland zelf voldoende moet doen om klimaatverandering tegen te gaan, ze ook adequaat moet bijdragen aan internationale klimaatfinanciering om ontwikkelingslanden die door klimaatverandering worden getroffen te compenseren.
Financiële compensatie voor Pakistan is niet alleen belangrijk omdat het een klein aandeel in het veroorzaken van klimaatverandering heeft, maar ook omdat het land in de top 10 staat van landen die het zwaarst getroffen worden door de gevolgen van klimaatverandering, en dus van het handelen van het mondiale Noorden. Overigens zijn alle landen in die top tien landen uit het mondiale Zuiden. Daarom is het zo belangrijk dat landen als Nederland eerlijk beleid voeren. Dat doel is nu helaas nog ver weg; uit recent onderzoek van het Plan Bureau voor de Leefomgeving blijkt dat Nederland niet eens haar eigen klimaatdoelen haalt. Ook staat het op een beschamende plek 160 van 163 op de Spillover Ranking die in kaart brengt wat de gevolgen zijn van het beleid van landen op het vermogen van andere landen om de SDG’s (Duurzame Ontwikkelingsdoelen) te behalen.
Actie tijdens de COP27?
Afwachten is geen optie; Pakistan telt op dit moment 7000 smeltende gletsjers, die in de toekomst nog veel ergere schade kunnen veroorzaken. Ook is de verwachting dat er nog meer regen zal vallen. De wereld moet Pakistan helpen zich voor te bereiden op nog extremere periodes van droogte en overstromingen, het smelten van de gletsjers en vollopen van de meren, aardbevingen, orkanen, en ga zo maar door.
Tijdens de Algemene Vergadering van de VN, afgelopen week, kwam Denemarken met een primeur. Het heeft aangekondigd geld beschikbaar te stellen voor loss and damage. Ook al gaat het voor nu ‘slechts’ om 13 miljoen, het is belangrijk om deze actie als voorbeeld te nemen, en een structureel fonds op te zetten met extra geld (dus niet uit het bestaande ontwikkelingsbudget) voor loss and damage.
Over een aantal weken vindt de COP27 plaats. Hier zal Pakistan samenwerken met 76 andere ontwikkelingslanden om de meest vervuilende landen te laten betalen voor klimaatschade. De COP27 is een kans voor Nederland en de EU om eindelijk verantwoordelijkheid te nemen, en landen als Pakistan te compenseren voor het aangedane leed, en te ondersteunen in het adaptatie-proces om in de toekomst voorbereid te zijn op soortgelijke vormen van natuurgeweld.
Hoe dan ook, actie is hoognodig voor álle ontwikkelingslanden, want zoals Oxfam stelt: “the worst is yet to come”. Dat de COP27 in Egypte gehouden wordt, biedt hoop. Hoop op een verschuiving van macht naar het mondiale Zuiden en een eerlijkere verdeling van de lasten van klimaatverandering.
Afbeelding: Flickr.