Begin november komen wereldleiders samen in Glasgow voor COP – de klimaattop van de Verenigde Naties. Dit is het moment om gezamenlijk in actie te komen. Want het VN-klimaatrapport van deze zomer was duidelijk: de opwarming van de aarde is ondubbelzinnig veroorzaakt door de mens en heeft desastreuze gevolgen voor het wereldwijde klimaat. Dit merken we in Nederland, zoals de recente overstromingen in Limburg lieten zien, maar in Afrikaanse landen zijn de gevolgen nu al veel groter. Toch is er iets merkwaardigs aan de hand. Recent onderzoek van de Foundation Max van der Stoel laat zien dat mensen die er het minst aan kunnen doen, maar er het meeste last van hebben, niet worden gehoord. Dat moet veranderen.
Verhalen over klimaatverandering uit Afrika
De verhalen over de impact van klimaatverandering komen bijvoorbeeld van vrouwen op het platteland in Oeganda, die vaak afhankelijk zijn van brandhout en houtskool om te koken. Niet alleen zijn deze energiebronnenslecht voor hun gezondheid, maar het kappen van bomen draagt ook bij aan verdere klimaatverandering. Een transitie naar duurzame energie is dus noodzakelijk. Het zijn ook de verhalen van kleine boeren uit Congo, waar hevige regenbuien zorgen voor landverschuivingen en sterke wind soms het net ingezaaide zaad wegwaait. Met als gevolg dat voedselzekerheid in het geding komt. De vraag naar klimaatbestendige landbouwgewassen is dus groot.
Wat deze mensen gemeen hebben, is dat zij niet verantwoordelijk zijn voor het veroorzaken van klimaatverandering, maar wel in hoge mate de impact ervan ondervinden, terwijl ze niet de middelen of macht hebben om zelf in actie te komen om de gevolgen ervan te bestrijden.
Klimaatbeleid op basis van Afrikaanse perspectieven
Ambitieus klimaatbeleid kan deze landen ondersteuning bieden, maar hiervoor is het cruciaal dat we Afrikaanse perspectieven mee nemen in alle stappen hiervan: vanaf het eerste begin, tot de uitwerking en evaluatie. Vooral stemmen van groepen die onvoldoende vertegenwoordigd zijn, zoals vrouwen en jongeren, moeten structureel uitgenodigd worden om mee te praten. Belangrijk is dat hiervoor ambassades in Afrikaanse landen beter worden uitgerust.
Financiële steun is ook cruciaal. Rijke landen halen hun belofte voor klimaatfinanciering niet, terwijl Afrikaanse landen zich in de schulden steken om de directe gevolgen van klimaatverandering op te vangen. Om dit te voorkomen zou publieke klimaatfinanciering zich ook meer moeten richten op adaptatie; projecten om landen voor te bereiden op en aan te passen aan de impact van klimaatverandering. Ook hier is het cruciaal dat deze projecten zich richten op de meest kwetsbaren en inclusiever zijn voor lokaalgeleide projecten.
Natuurlijk moeten we in Europa ook alles doen om klimaatverandering tegen te gaan. De Europese Green Deal zet vol in op klimaatneutraliteit, een hoognodige stap, maar nog onvoldoende. Europa moet ook goed kijken naar de impact van haar eigen beleid en acties op andere landen. Daarom is het cruciaal dat ook bij dit soort plannen, tijdens elke stap, Afrikaanse perspectieven betrokken zijn.
Een inclusieve COP
Het is belangrijk om de verhalen te horen van hen die dagelijks de impact van klimaatverandering ondervinden. Nog belangrijker is het om hen onderdeel van de oplossing te laten zijn. Dit geldt ook voor de aankomende COP in Glasgow. Door de geldende inreisbeperkingen is het nog maar de vraag in hoeverre mensen uit kwetsbare landen aan kunnen sluiten en gehoord kunnen worden. Hier moet een oplossing voor komen, want alleen door ook Afrikaanse perspectieven te betrekken in ons klimaatbeleid, kunnen we echt werk maken van klimaatrechtvaardigheid.