Militaire analyses vanuit het strafkamp
Nikolaj Statkevitsj is voorzitter van de sociaal-democratische partij ‘Narodnaja Gromada’ in Belarus. Onder het regime van Aleksandr Loekasjenko zat hij wegens zijn politieke activiteiten al eerder 8 jaar in verschillende gevangenissen en kampen. Enkele maanden vóór de presidentsverkiezingen van 2020 en de daaropvolgende massale protesten werd hij op klaarlichte dag ontvoerd door de geheime dienst KGB. Na anderhalf jaar voorarrest werd de oud-militair in december 2021 in een monsterproces tegen de oppositie opnieuw veroordeeld. Deze keer luidde het oordeel 14 jaar strafkamp.
Alleen in de cel
In juni van dit jaar werd de Wit-Russische politicus vanuit Homel overgeplaatst naar een kamp met een speciaal regime in Gloebokoje in de regio Vitebsk. De gedetineerden in Gloebokoje worden in cellen vastgehouden en niet in barakken. De bewegingsvrijheid is er veel beperkter dan in andere kampen. De 66-jarige politieke gevangene zit alleen in een cel van 1 bij 3 meter. Wegens gefingeerde overtredingen belandt hij telkens weer in een strafcel waar de omstandigheden nog schrijnender zijn. Op 22 augustus schreef Nikolaj Statkevitsj in ironische bewoordingen aan zijn vrouw Marina Adamovitsj:
“De belangrijkste gebeurtenis: ik zit in een andere cel. Eentje die maar liefst 7 cm breder is dan de vorige, waardoor ik, weliswaar zigzaggend, vijf stappen kan doen. Hierdoor is mijn fitnessprogramma duidelijk intensiever geworden. Ik maak overdag drie wandeltochten van 30 tot 40 minuten en ’s avonds nog eens van 20 tot 30 minuten. Na het middageten doe ik aan gewichtheffen, daarvoor heb ik een met water gevulde 1,5-literfles. Ik druk het gewicht 800 keer per dag en denk dat het mettertijd nog meer zal worden:).”
Met de hygiëne is het in de cellen niet al te best gesteld: “Er is hier een heuse boerderij. Uit een nis onder de raamkant komen steeds weer ratten binnen. Eerst kwam er een hele dikke, arrogante binnen. Hij groette niet, vroeg niets, maar keek alleen brutaal rond. Daarna kwam hij terug met zijn meisje, dat daarna alleen kwam. Ze was netjes verzorgd, aan de zijkant wit met een zwarte rug. Ze groette altijd en bedelde ook netjes om eten. Ik liet me niet vermurwen, totdat ze haar kindje meebracht. Op dat moment ben ik gezwicht voor haar cynische chantage. Sindsdien zijn het er steeds meer geworden. Op de vensterbank zit soms een hele familie met jongen. Ik verdenk ze ervan hun kinderen aan elkaar uit te lenen om beter op mijn gemoed in te kunnen werken:)”
Grondlegger van het leger van Belarus
Statkevitsj rondde in de jaren zeventig zijn opleiding af als officier aan de Militaire Academie in Minsk. Hij maakte in totaal twintig jaar deel uit van het Sovjetleger en van het nationale leger van Belarus. Al voor het uiteenvallen van de Sovjet-Unie legde hij de grondslag voor de opbouw van de nationale strijdkrachten. Als enige hooggeplaatste militair in Belarus agiteerde hij fel tegen de revanchistische staatsgreep in Moskou van 1991. Dankzij zijn inzet werden in de Sovjetrepubliek geen militaire acties ter ondersteuning ondernomen. Ook liet hij per wet vastleggen dat troepen van Belarus nooit buiten de grenzen van het land mochten worden ingezet. Statkevitsj werd bij de grote zuivering van het leger door Loekasjenko in het midden van de jaren negentig ontslagen. Twintig jaar na dato, liet de zelfbenoemde dictator de wet over inzet van troepen in het buitenland annuleren.
Militaire analyses
Marina Adamovitsj stelde gedeeltes van de correspondentie met haar man ter beschikking. Ik citeer zijn commentaar op de oorlogshandelingen die hij dankzij informatie uit brieven en het tussen de regels lezen van radioberichten in zijn isolatie feilloos weet te analyseren:
15 mei: “Bedankt voor de informatie over het Oekraïense front. Het is duidelijk dat de Russen een doorbraak planden van de lijn Mikolajiv-Odessa vóór 9 mei (dag van de overwinning op nazi-Duitsland, nvda). Kennelijk moest de demonstratie van Russische troepen in Transnistrië en de militaire oefeningen in Belarus daarvoor indruk maken op het Oekraïense leger. Ik moest eraan denken dat de Fins-Russische Winteroorlog van 1939-1940 in de beginfase door het Kremlin ook ‘Finse operatie’ werd genoemd.”
5 juni: “Ik denk dat het front stabiel blijft. De Oekraïners zullen een snelle doorbraak niet meer toelaten en een langzame opmars zal voor de Russen verbonden zijn met grote verliezen. In de herfst geldt dat dan nog meer, want dan zal de transport van zware techniek door de voortdurende regenval en losse aarde veel tijd in beslag nemen.”
29 september: “De Russische mobilisatie is in het leven geroepen door een banaal tekort aan manschappen bij de landmacht. Een gemobiliseerd leger is slechter bewapend en slechter voorbereid. De motivatie is ook veel geringer. Het aantal slachtoffers zal enorm oplopen door de mobilisatie. En bovendien zal de populariteit van de oorlog onder de bevolking snel afnemen. Voor de televisie zitten en ‘onze jongens’ toe te juichen is heel wat anders dan te weten dat op het slagveld elk ogenblik een naast familielid kan sneuvelen. En helemaal wat anders dan zelf onder artillerievuur in een bevroren loopgraaf te liggen. Het lijkt erop dat het Kremlin niet meer weet hoe ze zich nog uit de oorlog kunnen redden.”
10 oktober: “De beslissing van het Kremlin de vier Oekraïense gebieden in te lijven heeft me verbaasd. Nu bestaat er geen enkele ruimte meer voor onderhandelingen tussen Moskou en Kiev. Het enige dat overblijft is de oorlog en af te wachten wie de langste adem heeft.”
10 november: “Gisteren hoorde ik dat Moskou zijn troepen terugtrekt van de rechteroever. Er is veel uiteenlopende informatie, dus ik weet niet wat de motivatie is voor een dergelijk besluit. Ofwel Oekraïense troepen breken bijna door de verdedigingslinie van Cherson of er is een nuchter inzicht dat de posities, afgesneden van de bevoorrading door een zeer brede rivier, hoe dan ook niet te houden zijn. Hoe dan ook, het verdedigingsfront wordt aanzienlijk kleiner. Oekraïne heeft de dreiging voor zijn havens weggenomen en kan de structuren voor de watervoorziening van de Dnjepr naar de Krim vernietigen. Maar er is nog een nuance. Ik heb al eerder geschreven dat Moskou door de officiële inlijving van vier Oekraïense regio’s Kiev een basis voor mogelijke onderhandelingen heeft ontnomen. Want wat valt er nu te praten – erkenning van de inlijving? Nu geeft Moskou, met de vrijwillige opgave van zijn ‘officiële grondgebied’, aan dat om andere ‘echte redenen onderhandelen gewenst is’. Ik denk niet dat Kiev zal instemmen met onderhandelingen. Maar misschien is er toch een kleine kans…”
Bezoek verboden
Terwijl de strijd in Oekraïne op het slagveld wordt gestreden, vechten enkele duizenden Wit-Russen verder vanachter tralies. “Maak je om mij geen zorgen, als een echte Wit-Rus ben ik gewend aan de isoleercel,” aldus Nikolaj Statkevitsj. Na de zoveelste dagenlange opsluiting in de vochtige strafcel zou de leider van de sociaaldemocraten een longontsteking hebben opgelopen. Zijn advocaat wilde hem recentelijk bezoeken, maar kreeg nul op het rekest. Op grond van ziekte verbood de kampleiding de jurist zijn cliënt te bezoeken. Alle andere bezoek was daarvoor al niet toegestaan. Voor Nikolaj Statkevitsj zijn de toch al zeer geringe rechten van gedetineerden in Gloebokoje namelijk nog eens extra beperkt: complete isolatie van de andere gevangenen, geen bezoek, geen wandeling op de binnenplaats, geen pakketjes en geen maandelijks telefoontje. Alleen na de veroordeling en tijdens het hoger beroep kreeg Marina Adamovitsj haar man enkele minuten door kogelvrij glas te zien en te spreken.
Het bovenstaande artikel maakt deel uit van het boek ‘Hoe Poetin zijn tanden stukbeet’ dat op 24 februari, een jaar na het begin van de oorlog, zal verschijnen. Dit journalistieke werk over de Russische invasie van Oekraïne bevat naast achtergrondartikelen, een chronologie van de gebeurtenissen en diepte-interviews met frontstrijders, politici, muzikanten, theatermedewerkers en andere betrokkenen. Schrijf je nu alvast in voor een exclusief exemplaar op het boekencafé.