Collega Meriem Hammami bezocht in november de Palestijnse gebieden tijdens een driedaagse fieldtrip, georganiseerd door het Palestinian-European Civil Society Forum en het Jerusalem Human Rights Consortium. Tijdens de fieldtrip maakte ze aangrijpende momenten mee. De FMS interviewde haar over de ervaringen die haar het meest zijn bijgebleven.
Wat was de achtergrond van je reis naar de Palestijnse gebieden?
Ik wilde de Palestijnse gebieden altijd bezoeken, vooral om meer te leren over de bezetting. Toen ik de uitnodiging voor deze reis kreeg, hoefde ik dus niet lang na te denken of ik wilde gaan.
Welke ervaringen zijn je het sterkst bijgebleven?
Eén van de ervaringen die ik me goed herinner was ons bezoek aan Hebron. Hebron is een Palestijnse stad in de Palestijnse gebieden. Midden in het voormalig economisch centrum van de stad is een nederzetting gebouwd door settlers. Dat zijn Israëlische kolonisten die illegale nederzettingen bouwen op Palestijns grondgebied.
Ik vond het heel heftig om te horen dat de Palestijnen behoorlijk worden geterroriseerd door de settlers. De huizen van de kolonisten kijken uit op de markt van de Palestijnen. Ze gooien troep naar beneden, die op de markt neerkomt. Niet alleen troep, maar ook urine, uitwerpselen en giftige stoffen. Daarom hebben de Palestijnen de markt afgesloten met hekken en doeken om zich te verdedigen.
We mochten deels de nederzetting binnen, om te kijken. Vanaf een bepaalde grens mocht je alleen verder als je niet islamitisch was en geen Arabische achtergrond had. Daardoor kon een deel van de groep, waaronder ikzelf, niet verder. Toen hebben we besloten als hele groep terug te gaan. Ik vond dat een aangrijpende ervaring. Je maakt het Palestijnse onrecht al van heel dichtbij mee. Het komt twee keer zo hard binnen als je het zelf ervaart.
Heb je ook andere plekken bezocht?
Ja, ik heb ook Masafer Yatta bezocht. Dat is een verzamelnaam voor 19 Palestijnse dorpen in de Palestijnse gebieden. Je zag daar hoe de Palestijnse gebieden stapje voor stapje worden overgenomen door Israëlische nederzettingen.
De nederzettingen beginnen klein. De settlers bouwen een illegale uitkijkpost of ze pakken een stuk braakliggend land. Daar verzamelt zich dan een groepje settlers, beschermd door het Israëlische leger. Eerst verblijven ze in caravans, terwijl er wordt gebouwd aan de nederzetting. Soms bouwen ze een hele stad. Deze nederzettingen zijn volgens internationaal recht illegaal.
Ik sprak daar met Palestijnen die vertelden hoe ze worden getreiterd door de settlers. Ze worden uitgescholden, bespuugd, in elkaar geslagen, en, in het ergste geval, vermoord. Ik vond het heel emotioneel om dat te horen.
Settlers die dit doen, worden bijna nooit verantwoordelijk gehouden. Terwijl Palestijnen vaak streng worden bestraft voor zelfverdediging.
Hoe kan het dat Israëlische settlers zich zomaar kunnen vestigen in Palestijns gebied?
Masafer Yatta valt, samen met 60% van de Westelijke Jordaanoever, onder het zogenaamde bestuurlijke gebied Area C. De Westelijke Jordaanoever is onderverdeeld verschillende gradaties van bestuurlijke controle, genaamd Area A, B en C. Gebieden in Area C vallen zo goed als volledig onder Israëlische bestuurlijke controle.
In de praktijk betekent dit dat Israel bepaalt wat er in deze gebieden gebeurt. Zo breekt Israël regelmatig Palestijnse gebouwen en voorzieningen af, in de hoop dat mensen vertrekken en de nederzettingen uitgebreid kunnen worden. Israël geeft als verklaring dat deze constructies nooit zijn goedgekeurd door de autoriteiten.
Het is echter een feit dat Palestijnen bijna nooit goedkeuring krijgen om te bouwen. Terwijl Palestijnen deze constructies natuurlijk wel nodig hebben om levensvatbaar te blijven. Dat is een groot probleem.
Ben je na deze ervaringen hoopvol voor een oplossing voor het Israëlisch Palestijns conflict?
Ik zie daarin twee belangrijke factoren: de politiek en de publieke opinie. Ik ben best pessimistisch over de politieke benadering van het conflict. Israël heeft al decennialang een vrijbrief om te doen wat het wil. In het beste geval zegt een Westerse regering ‘bezorgd’ te zijn. Daar heeft een Palestijn wiens huis zojuist is afgebroken weinig aan.
Tegelijkertijd denk ik dat de publieke opinie in het Westen aan het veranderen is. De afgelopen jaren is sympathie voor de Palestijnen langzaam toegenomen. Dit heeft er volgens mij mee te maken dat Palestijnen via sociale media hun ervaringen zelf kunnen delen met de buitenwereld. In traditionele media heeft het Israëlische perspectief de verslaggeving altijd gedomineerd, naar mijn mening.
Ik ben dus hoopvol over de publieke opinie. Hopelijk beïnvloedt die uiteindelijk de politieke aanpak van het conflict.
Hoe geef jij in je werk bij de FMS uiting aan je ideeën over het conflict?
De FMS heeft verschillende nieuwsplatforms waarop we het conflict bespreken. Daarin zijn we eerlijk en zo min mogelijk bevooroordeeld. Daarnaast hebben we wel eens Palestijnse idealistische jongeren die participeren in onze regionale trainingen. Zij zetten zich in voor het democratiseringsproces in hun land. Ik zou het voor de toekomst een mooi doel vinden om een directe Palestijnse partnerorganisatie te hebben, waarmee we bilateraal trainingen kunnen organiseren.
De credits van de foto’s behoren toe aan Palestinian-European Civil Society Forum en Meriem Hammami