Op 16 mei presenteerden PVV, VVD, NSC en BBB het langverwachte hoofdlijnenakkoord “Hoop, Lef en Trots”. Het weinig ambitieuze en financieel instabiele akkoord lijkt vooral een greep naar het verleden en een afwenteling van verantwoordelijkheden op Brussel. Daadwerkelijke investeringen in democratisch burgerschap zijn cruciaal om Nederland wél gereed te maken voor een hoopvolle toekomst.
Op de ‘hoofdlijnen’ is het akkoord vooral een samenraapsel van de verkiezingsprogramma’s van de vier partijen. Zo koketteert PVV-leider Wilders met het ‘strengste Nederlandse asielbeleid ooit’ – vooral een roep naar Brussel om onze ‘asielcrisis’ te accepteren en met grote woorden de instroom naar Nederland te verlagen. Overigens wordt er nauwelijks gekeken naar arbeidsmigratie – er komen lastenverlichtingen aan voor ondernemers en het vestigingsklimaat dient te worden verbeterd. Dit zal de vraag en aantrekkingskracht op arbeidsmigratie alleen maar doen toenemen. Op landbouw is de taal niet veel anders. Nederland gaat ‘alles op alles’ zetten om de Europese richtlijnen aan te passen en de BBB is ‘trots’ op de peperdure terugkeer van ‘Visserij’ in de naam van het ministerie van LNV.
NSC is ongetwijfeld tevreden met het hoofdstuk ‘goed bestuur en een sterke rechtsstaat’. Deze voorstellen lijken inderdaad waarborgen toe te voegen aan het Nederlands bestuur om een nieuw toeslagenschandaal te voorkomen. Ook is de verhoogde ondersteuning voor Kamerleden een goede zaak. Het is echter een raadsel hoe deze ingrijpende veranderingen uitvoerbaar zijn in het kader van een bezuiniging van 22% op Rijksambtenaren.
Op de korte termijn kunnen we best wat van onze problemen oplossen door deze buiten ons te plaatsen. Door schimmige akkoorden met dictators in Noord-Afrika worden migranten de woestijn ingeduwd, we veranderen de regels rondom natuurbescherming en klimaatverandering gewoon naar wens en we behouden de twijfelachtige Nederlandse concurrentiepositie op het gebied van belastingen en het ‘vestigingsklimaat’. De komende vier jaar kunnen we weer 130 rijden, mest uitrijden en nieuwe woonwijken bouwen.
Maar wat is de visie? Dit akkoord biedt namelijk weinig hoop voor de toekomst. Het zou daadwerkelijk van lef getuigen als Nederland grootschalig investeert in de asielketen, duurzame landbouw en innovaties binnen de energietransitie.
Maar om deze plannen te realiseren, is er eerst vertrouwen in instituties nodig. Om dit te herwinnen moet er in Nederland een omslag gemaakt worden in hoe we denken over onze democratie. Ook hier dienen we te investeren. Innovaties in ons bestuur en het inbrengen van vormen van directe democratie zoals burgerberaden en referenda zijn van belang om vooruitgang te realiseren én het vertrouwen van de burger te verhogen in beleid.
Mark Rutte zei ooit eens; ‘voor visie moet je naar de oogarts’. Ik kijk toch liever naar de politiek. Het antwoord van progressieve partijen dient er een te zijn van een aansprekende, eerlijke economische agenda én het innoveren van het democratische bestel zodat burgerparticipatie sterk toeneemt. Pas hierna kunnen we weer lef tonen naar de toekomst, in plaats van te blijven leven in het verleden.