Zoek op
Sluit dit zoekvak.

€20.000 per asielzoeker – solidariteit ver te zoeken in nieuw EU migratiepact

Foto: Detentiecentrum in Amygdaleza, Griekenland – Wikimedia Commons

 

Al sinds 2020 worden er discussies gevoerd over een nieuw migratiepact, een gemeenschappelijk systeem om migratie EU-breed te managen. Het hervormen van het Europees asiel- en migratiebeleid – noodzakelijk gezien het falende systeem gekenmerkt door ineffectieve maatregelen, politieke polarisatie en mensenrechtenschendingen – was tot die tijd in een impasse terecht gekomen. Opvangen, verdelen en terugsturen is al jaren een heet hangijzer in Europese politieke kringen. Na meer dan drie jaar onderhandelen is er instemming over een nieuw pact (New Pact on Migration and Asylum) dat volgens de Commissie gebaseerd is op “solidariteit, verantwoordelijkheid, en respect voor mensenrechten”. De inzet is dat procedures efficiënter verlopen, verdeling eerlijker is, en terugsturen sneller gaat, maar de vraag is of de nieuwe overeenkomst daadwerkelijk tot de beoogde ambities leidt.

Opvang en detentie

Het pact belooft snellere procedures. Bij aankomst in een EU-land worden migranten direct verdeeld tussen zij die kans maken en zij die weinig kans maken op asiel. Deze zogenoemde veiligelanders komen in een versnelde procedure terecht – bekend onder de naam ‘border procedure’ – van maximaal twaalf weken, zo is het idee. Kom je uit een land waarvan minder dan 20% van de aanvragen wordt gehonoreerd, beland je in de versnelde procedure. Het risico van het groeperen in veiligelanders, is dat er over individuele redenen om te vluchten heen wordt gekeken en migranten die eigenlijk wel recht hebben op asiel dit niet krijgen op basis van hun land van herkomst. Van iedereen die een EU-lidstaat bereikt en asiel aanvraagt worden vingerafdrukken afgenomen en foto’s gemaakt die terecht zullen komen in een gezamenlijke database (Eurodac). Zo kunnen landen nagaan of een migrant die asiel aanvraagt dit niet ook al in een andere lidstaat heeft gedaan. Het screeningproces van identificatie en bepaling van kans, zou maximaal zeven dagen moeten duren. Voor aanvang van het screeningproces hebben migranten officieel nog geen Europees grondgebied bereikt en worden ze vastgehouden in detentiecentra aan de grens, wachtende op hun proces. Langdurige periodes in detentie zijn onvermijdelijk gezien de huidige en te verwachtte aantallen. Families met kinderen zijn geen uitzondering en zullen ook in detentiecentra terechtkomen. Alleenreizende jongeren zijn wel een uitzondering en worden in alle gevallen door een ‘reguliere’ asielprocedure gehaald.

Terugsturen

Naast het effectiever behandelen van kansrijke procedures om integratie zo snel mogelijk te starten, moet het terugsturen van uitgeprocedeerde asielzoekers ook sneller. De versnelde procedures voor veiligelanders draagt bij aan het sneller terugsturen van, maar het terugsturen naar land van herkomst is nog altijd een ingewikkeld proces. Samenwerking met derde landen buiten de EU is nodig om effectieve terugkeer te garanderen. Voorzichtigheid en duidelijke standaarden zijn hierbij geboden om schimmige, ineffectieve deals te voorkomen. Afspraken met derde landen moeten op maat gemaakt en voor beide partijen bevorderlijk zijn. Doorgaans zijn landen van herkomst niet direct bereid of in de gelegenheid om hun inwoners terug te nemen. Asielzoekers blijven in dat geval in de gevangenisachtige detentiecentra waar ze mogelijk maanden tot een jaar vastzitten. De vraag is ook nog of een van de doorreislanden van de migrant, mocht het daar veilig zijn, volstaat als land waar de migrant naar teruggestuurd mag worden.

Verdelen/afkopen

Ook wordt er gesleuteld aan het verdelingsmechanisme. Zo is niet ieder land meer verplicht om daadwerkelijk een x aantal migranten op te nemen, maar kunnen landen ervoor kiezen om migranten dan wel over te nemen van het land van eerste aankomst of €20.000 te betalen in ruil voor het procederen van de migrant aldaar. Het idee is dat de landen waar de meeste migranten aankomen, zoals Italië, Griekenland en Spanje, op deze manier een financiële compensatie ontvangen voor de lasten en kosten die zij dragen. Dit lijkt een rationele manier om landen onderling te laten bepalen wie hoeveel migranten opneemt, maar deze technocratische maatregel lost de opvangcrisis aan de rand van de EU natuurlijk niet op. Ook ontbreken strikte regels die toezien op waar het geld dat ze ontvangen voor ingezet wordt. Zo kan het geld eindigen in surveillanceactiviteiten om migranten buiten de EU te houden in plaats van het verbeteren van opvang, waar het geld in de eerste plaats voor bedoeld is. De lasten voor de landen aan de buitengrens blijven onverminderd hoog en disproportioneel, en de verantwoordelijkheid komt voor een nog groter deel bij hen te liggen dan nu al het geval is. Dit leidt tot nog meer wantrouwen tussen lidstaten en nog meer in zichzelf keren als het aankomt op migratie. Een werkend solidariteitsmechanisme, wat een van de doelen was van het nieuwe pact, is ver te zoeken.

Mensenrechten

Tientallen mensenrechtenorganisaties hebben van zich laten horen en uiten kritiek op het nieuwe pact. Ze waarschuwen voor een “onmenselijk systeem”. Door de grotere verantwoordelijkheid voor de landen aan de buitengrens van de EU, is het aannemelijk dat pushbacks en geweld aan de grens verder zullen toenemen. Ook de lage drempel om mensen inclusief kinderen in detentiecentra te stoppen baart hen zorgen. In geval van nood, wanneer het systeem de instroom van migranten niet meer aankan, is er een crisisregulering. Deze geeft landen de mogelijkheid om af te wijken van de doorgaans geldende regels. Deadlines worden fluïde en het is toegestaan meer mensen naar de versnelde procedure te sturen, hierdoor krijgen sommige migranten niet de procedure waar ze recht op hebben, wat in strijd is met internationaal asielrecht. Het moment van aankomst van de migrant wordt hiermee bepalend voor zijn/haar succes. Wetgeving wordt met deze regulering overboord gegooid wanneer het landen te heet onder de voeten wordt. Reeds lage behandelingsstandaarden zullen in die situatie alleen nog maar verslechteren. Het opent de mogelijkheid tot veelvuldig gebruik van detentiecentra welke een dekmantel creëert voor onmenselijke, onwetmatige procedures. In plaats dat landen zich aan de regels houden kunnen ze op ieder moment zich beroepen op de crisisregulering en het niet meer zo nauw nemen met de wet- en regelgeving.

 

Zonder twijfel spelen de aankomende Europese verkiezingen in juni een rol in het succes om nu tot een overeenkomst te komen. De angst van centrum- en centrumlinkse partijen die nu mee hebben gestemd is namelijk dat na de verkiezingen een veel rechtsere wind door Europa zal waaien; schade beperken dus. Enkel technische onderhandelingen moeten nog afgerond worden in de komende maanden, waarna het pact dan formeel in werking treedt in 2026. Eén ding is zeker, het pact zal niet de fundamentele uitdagingen van het asielsysteem oplossen – de zwaarste last blijft liggen op de schouders van landen aan de buitengrens – en enkel verder morren aan de Europese waarden van eerlijkheid en menselijkheid. Een duurzame oplossing voor zij die veiligheid zoeken blijft uit. Er wordt enkel gewerkt aan het zoveel mogelijk tegenhouden van mensen zodat zij ‘Fort Europa’ niet bereiken, in plaats van dat er nagedacht wordt over het aanpakken van de grondoorzaken van migratie.