Na maandenlang wekelijks de straat op te gaan trachtte de protestbeweging in Servië op zaterdag 16 maart de druk op de autoritaire president Vučić op te voeren door het gebouw van de publieke omroep te bezetten en, tevergeefs, zendtijd te eisen. Zonder gebruik van excessief geweld werd het gebouw door de politie ontruimd. De demonstranten hebben een kleine tik uitgedeeld aan de president in hun strijd voor mediavrijheid en herstel van democratie en rechtstaat, maar de weg naar de overwinning is nog lang. Foundation Max van der Stoel was bij de protesten in Belgrado en zag een bijzonder divers groep burgers de angst trotseren en het opnemen tegen de president.
Duizenden studenten, ouderen, activisten, ouders met kinderen, acteurs, wetenschappers, en leden van oppositiepartijen van links tot rechts verzamelden zich voor het gebouw van de filosofiefaculteit in Belgrado. Ze eisen het aftreden van de president en eerlijke en vrije verkiezingen. Mediavrijheid is daar een belangrijk onderdeel van. De demonstranten dronken hun meegebrachte drankjes en luisterden naar de speeches voordat de protestmars richting het gebouw van de publieke omroep RTS werd ingezet. Het RTS-gebouw is vaker symbool geweest voor het verzet tegen de regering. Als een belangrijke oppositiefiguur van de Radicale Partij (SRS) protesteerde Vučić hier in 2008 tegen uitlevering van de voor genocide veroordeelde Radovan Karadžić. Als president negeert Vučić de protesten: “Al zouden jullie met vijf miljoen zijn, ik zal geen enkele eis inwilligen.” De protestbeweging liet zich meteen omdopen tot #1vande5miljoen.
Publieke omroep symbool van verzet
Na een nieuwe ronde van speeches voor het RTS-gebouw en het voorlezen van een alternatief journaal keerden de meeste demonstranten huiswaarts. Enkele tientallen, waaronder de oppositieleiders, drongen het gebouw binnen om zendtijd te eisen. De oproerpolitie maakte hier snel een einde aan terwijl de regering in startblokken stond om het ‘geweld’ van de demonstranten te veroordelen met een persconferentie van de minister van binnenlandse zaken en de president zelf. Ondertussen schoof buitenlandminister Ivica Dačić – leerling en partijgenoot van oud-president Milošević – aan in de uitzending van de Servische Fox News (Pink TV) om de demonstranten te bashen.
De huidige protestgolf is vreedzaam en kent een hoge mate van zelfcorrectie: demonstranten spreken elkaar aan op misdragingen en vandalisme. Een jongen die een ruit in wilde slaan werd terechtgewezen door mededemonstranten. Intern is er veel verdeeldheid en gebrek aan een duidelijke strategie. Zo voelen veel demonstranten zich ongemakkelijk bij de leidende rol van Boško Obradović, leider van de oerconservatieve en pro-Russische beweging Dveri. Vooralsnog hebben de grote verschillen in de protestbeweging ruimte gemaakt voor een groter doel: het afzetten van de president en herstellen van democratie. Een deel van de demonstranten hoopt hierbij op de Macedonische scenario: De EU moet een bemiddelende rol spelen in een akkoord tussen de regering en de oppositie waarin afspraken worden gemaakt over een demissionaire kabinet die vrije en eerlijke verkiezingen moet garanderen. Belangrijk hierbij zou mediavrijheid en het opschonen van de kieslijst zijn.
EU moet strenger zijn
Ondertussen heeft de Europese Unie haar eigen uitdagingen en accepteer ze een teruggang in fundamentele vrijheden en democratie zolang Servië levert op het gebied van vrede en stabiliteit, met name in relatie tot Kosovo. Het is echter onzeker of de protesten vreedzaam zullen blijven verlopen. De EU moet niet wachten op escalatie en strikter zijn op versterking van de rechtstaat en bescherming van fundamentele rechten. De angst in de maatschappij, met name in kleinere steden en op het platteland waar veel mensen afhankelijk zijn van overheidsbanen, is reëel. Het is onacceptabel dat in een land dat met de EU onderhandelt over toetreding de leden van een regerende partij mentale en fysieke bedreigingen als middel inzetten om hun politieke doelen te bereiken.
De protestbeweging heeft mensen uit het hele land opgeroepen om op 13 april naar Belgrado te komen voor wat de grootste protest moet gaan worden.