Vorige week riepen de Verenigde Staten, Frankrijk en Duitsland hun inwoners in Ethiopië op zo snel mogelijk te vertrekken, nu er nog commerciële vluchten gaan. Ook het Nederlandse demissionaire kabinet riep Nederlanders in Ethiopië met klem op het land te verlaten. Het is de zoveelste escalatie in een conflict dat alleen maar verliezers lijkt te kennen, maar waarvan het einde nog lang niet in zicht is. Wat is er gebeurd in Ethiopië, waar optimisme over de toekomst in 2019 nog hoogtij vierde toen Premier Abiy Ahmed Ali de Nobelprijs voor de Vrede ontving voor zijn inspanningen om vrede te sluiten met buurland Eritrea?
Om hier een antwoord op te geven, moeten we terug naar 1991. Voor 1991 werden diverse pogingen ondernomen door de Ethiopische staat om een verenigd Ethiopië te creëren, met een gezamenlijke taal en cultuur. Dit was tegen het zere been van veel etnische groepen; zij voelden zich hier niet door gehoord, en kwamen in opstand. De belangrijkste groepering hierin was het Tigray People’s Liberation Front (TPLF), een militaire groepering vanuit de noordelijke regio Tigray, waar meer dan 4 miljoen mensen wonen. In 1991 organiseerden zij een offensief tegen de toenmalige machthebbers, en wonnen: Vanaf 1991 tot en met 2018 was het TPLF aan de macht. Zij maakten van Ethiopië een federale staat die langs etnische scheidslijnen werd ingedeeld, zodat iedere etnische regio tot op zekere hoogte het recht op zelfbestuur had. Uiteindelijk bleek ook deze vorm van bestuur, waarin het TPLF met harde hand regeerde, niet duurzaam: In 2018 werd het TPLF door verschillende andere groeperingen buitenspel gezet en werd Abiy Ahmed Ali premier. Abiy leek de ommekeer te brengen: Hij liet politieke gevangen vrij, versoepelde tot dan toe geldende beperkingen van de media en normaliseerde het contact met Eritrea; in 2019 krijgt hij de Nobelprijs voor de Vrede voor het beëindigen van deze twintig jaar durende oorlog.
Begin van de oorlog
Helaas bleek het woord vrede een broos begrip in Ethiopië. Vorig jaar besloot premier Abiy de parlementaire verkiezingen uit te stellen, en gaf hiervoor de problemen rond het coronavirus als reden. Het TPLF ging hier echter niet in mee, en organiseerde toch verkiezingen, waarna de federale staat de geldkraan richting Tigray dichtdraaide. Als reactie hierop, viel het TPLF een federale militaire basis in Tigray aan, naar eigen zeggen uit zelfbescherming, omdat ze bang waren voor een aanval. Dit was het begin van een burgeroorlog die nu al meer dan een jaar duurt.
Ethiopische troepen hadden gehoopt snel een einde te maken aan de opstand in Tigray, maar onderschatten de tegenstand, waardoor de hoop op een snelle terugkeer van de orde vervloog. Om de TPLF rebellen het hoofd te kunnen bieden, werden ook rebellen uit Amhara, een regio ten zuiden van Tigray, gevraagd om mee te vechten, evenals het Eritrese leger. Het lukte de Ethiopische troepen om controle te krijgen over Mekelle, de regionale hoofdstad, maar de rebellen vluchtten de bergen in, met een guerrilla-oorlog tot gevolg. Hier waren ze in staat zichzelf te hergroeperen, en in juni van dit jaar hadden de rebellen de controle in Tigray terug. Hun opkomst gaat nu zelfs zo snel, dat de overname van Addis Abeba een zeer reëel scenario is.
Mensenrechtenschendingen aan alle kanten
Het is zeer lastig om betrouwbare informatie uit Tigray te krijgen, omdat het Ethiopische leger vanaf het begin van de oorlog vorig jaar de gehele regio op slot heeft gedaan. Humanitaire medewerkers en journalisten kregen nauwelijks toegang, en informatiekanalen zoals telefoonlijnen en het internet werden afgesloten. Toch lijkt een ding duidelijk: Het grootste slachtoffer in dit conflict is de bevolking van Tigray. Zowel het Ethiopische leger, het Eritrese leger en de TPLF rebellen worden beschuldigd van het op grote schaal schenden van mensenrechten, en er heerst hongersnood in grote delen van het gebied. Voor deze mensen is een snel einde aan de oorlog de enige hoop. Volgens de VN zijn onderhandelingen de enige oplossing voor een einde aan dit conflict, maar daar lijkt geen van de partijen toe bereid. Alle hoop van 2019 is vervangen door wanhoop en een gevoel van uitzichtloosheid.