Foto: Yoweri Museveni, de President van Uganda. Via Wikimedia Commons
Eind mei 2023 voerde Uganda een van de meest extreme anti-lhbti-wetten ter wereld in. Nu, meer dan vier maanden later, worden de desastreuze gevolgen van deze maatregelen steeds duidelijker. Als reactie hierop zijn er verschillende internationale sancties opgelegd en is het constitutionele hof van Uganda begin oktober begonnen met de behandeling van drie verzoekschriften tegen de anti-lhbti-wet.
Al deze commotie vraagt om een analyse van de achtergrond van soortgelijke anti-lhbt-wetten, die te vinden zijn in een groot aantal andere Afrikaanse landen. Als grondoorzaak wordt vaak het hoge gehalte aan homofobie in Afrika genoemd. Bij nadere beschouwing blijkt echter dat Afrikaanse anti-lhbti-wetten en homofobie in veel gevallen direct voortvloeien uit westers kolonialisme. Daarom nemen we de ontwikkeling van anti-lhbti-wetgeving in Uganda en andere Afrikaanse landen breder onder de loep.
De invoering en gevolgen van de anti-lhbti-wet in Uganda
Op 22 maart 2023 nam het Ugandese parlement de anti-lhbti-wetgeving aan, die twee maanden later, na enkele aanpassingen, door President Yoweri Museveni ondertekend werd. Op eerste gezicht lijkt dit misschien niet op een uitzonderlijk fenomeen, aangezien meer dan 30 Afrikaanse landen homoseksuele relaties verbieden en het Ugandese strafrecht homoseksuele geslachtsgemeenschap al langer met levenslang bestraft. Wat de recente wetgeving echter uitzonderlijk maakt, is de hardheid van de maatregelen. De wet verbiedt namelijk niet alleen geslachtsgemeenschap, maar ook het bevorderen, aanzetten, en ‘samenzwering’ tot homoseksualiteit. Op overtredingen van de wet staan zware straffen, waaronder de doodstraf voor zogenaamde “zware” homoseksualiteit en levenslange gevangenisstraf voor seks met iemand van hetzelfde geslacht. Het spreekt voor zich hoe onmenselijk en diep onrechtvaardig deze wetgeving is. Naast het sterk inperken van individuele vrijheid, draagt de criminalisering van homoseksualiteit ook bij aan een ‘klimaat waarin geweld tegen en discriminatie van lhbti-mensen wijdverspreid is’, aldus Human Rights Watch. Er is een heuse heksenjacht geopend op seksuele minderheden, zij die voor seksuele minderheden worden aangezien, en iedereen die hen steunt. Velen zijn dan ook ondergedoken.
Waar komen de anti-lhbti-wetten in Afrika vandaan?
Hoe komt het dat homofobe anti-lhbti-wetten zo wijdverbreid zijn op het Afrikaanse continent? Als we kijken naar de retoriek van Afrikaanse wetgevers, wordt vaak genoemd hoe homoseksualiteit een ‘westers importproduct’ is. Homoseksualiteit wordt hierdoor onterecht gebruikt als een politiek wapen tégen neokolonialisme en vóór Afrikaans nationalisme en zelfbeschikking. Maar een langere blik op de geschiedenis van homofobie op het Afrikaanse continent onthult dat niet homoseksualiteit, maar homofobie een westers importproduct is, voortkomend uit kolonialisme.
“Een langere blik op de geschiedenis van homofobie op het Afrikaanse continent onthult dat niet homoseksualiteit, maar homofobie een westers importproduct is, voortkomend uit kolonialisme.”
Dit is ook het geval in Uganda. De eerste strafbaarstelling van homoseksualiteit in Uganda gebeurde namelijk in het Britse formele koloniale tijdperk. Alhoewel de anti-lhbti-wetgeving later verergerd is, zijn de fundamenten hiervoor gelegd door de Britse wetgeving die Uganda erfde nadat het land formeel onafhankelijk werd. Het overnemen van het Britse anti-lhbti-strafrecht gebeurde niet alleen in Uganda, maar in bijna alle voormalige Britse koloniën in Afrika. De meeste nieuwe onafhankelijke Afrikaanse staten besloten namelijk om de Britse wetgeving te behouden. Er is dan ook een direct verband tussen landen die vroeger onder formeel Brits bestuur stonden, en landen die nog steeds anti-lhbti-wetten in hun grondwet hebben staan.
Het Westen demoniseerde homoseksualiteit niet enkel door het opleggen van anti-lhbti-wetgeving in Afrika, maar ook aan de hand van religie en ideologie. Door de Bijbel en het Christendom als leidraad voor de Afrikaanse morele waarden te nemen, werden traditionele opvattingen over seksuele fluïditeit in Afrika verdrongen door westerse heteronormatieve ideeën. Dit droeg ook bij aan de heerschappij van kolonisatoren, onder het mom van ‘verdeel en heers’.
Waarom werden deze wetten behouden?
Na formele dekolonisatie, waren de autoriteiten in de nieuwe onafhankelijke staten noodgedwongen om zich vooral bezig te houden met interne conflicten en uitdagingen, die mede gevoed werden door de effecten van kolonialisme. Afrikaanse autoriteiten hadden, simpel gezegd, wel andere dingen aan hun hoofd dan de koloniale wetten en sociale normen terug te draaien, die inmiddels sterker geïnstitutionaliseerd waren.
Daarnaast wordt homofobie in Afrika tot op de dag van vandaag versterkt door een hoge instroom aan evangelische en pinksterpredikers vanuit het westen, vaak de VS. Deze religieuze predikers spelen vaak in op de reeds bestaande homofobie en pakken zo de draad op waar de kolonisatoren gebleven waren.
Na de formele onafhankelijkheid van Afrikaanse landen bleef homofobie dus, als gevolg van kolonialisme, in stand, en zelfversterkend. Zoals Leah Buckle van Stonewall, een organisatie die zich inzet voor lhbti-rechten, omschrijft: “In 1910 bestond ongeveer 9 procent van de bevolking van Afrika ten zuiden van de Sahara uit christenen; in 2010 was dat 63 procent. Anti-lhbti-wetten werden niet alleen in grondwetten geschreven, maar ook in de hoofden van veel Afrikaanse mensen.”
Hoe zag homoseksualiteit er uit in het pre-koloniale Afrika?
Volgens Buckle werd er op het Afrikaanse continent eeuwenlang “heel anders aangekeken tegen seksuele en genderidentiteiten.” Ze omschrijft: “Veel Afrikaanse landen zagen gender niet als binair op de manier waarop hun Europese kolonisatoren dat deden, en legden ook geen verband tussen anatomie en genderidentiteit. In geen enkel Afrikaans land van voor de kolonisatie zien we vervolging van lhbti-personen vanwege hun seksualiteit, noch anti-lhbti-wetten.”
“Uganda werd geregeerd door een openlijke homoseksuele koning, terwijl in Engeland mannen tot de dood veroordeeld werden voor homoseksuele seks”
Verschillende historische bronnen bevestigen dat het traditionele Afrika homoseksuele relaties erkende. De praktijk van relaties tussen mensen van hetzelfde geslacht was wijdverbreid. Ook werd gender vaak gezien als een flexibel en fluïde begrip. Zo werd bij de Igbo- en Yoruba-volkeren in het hedendaagse Nigeria, het geslacht van baby’s pas op latere leeftijd toegekend. Ook werden in Afrikaanse samenlevingen veel godheden afgeschilderd met zowel ‘mannelijke’ als ‘vrouwelijke’ eigenschappen en hadden ze geen uitgesproken gender. Zo hadden de Imbangala-volkeren in het hedenadaagse Angola mannen in ‘vrouwenkleding’, terwijl Koning Henry VII in 1533 in Engeland seks tussen twee mannen strafbaar stelde.
Naast een andere uitoefening van gender en seksualiteit, was de taal waarmee homoseksualiteit werd omschreven ook fundamenteel anders op het pre-koloniale Afrikaanse continent.
Deze fenomenen gelden ook voor Uganda. In de grootste etnische groep van Uganda werden vrouwen van de koninklijke clan bijvoorbeeld met mannelijke titels aangesproken. Verder werd het hedendaagse Uganda in 1835 geregeerd door een openlijke homoseksuele koning, terwijl in Engeland de laatste mannen tot de dood veroordeeld werden voor homoseksuele seks.
Een falende internationale reactie
Los van welke factoren homofobe wetgeving hebben veroorzaakt, is het evident dat homofobie haaks staat op fundamentele universele mensenrechten. Het is dan ook geen verrassing dat de internationale gemeenschap met verontwaardiging reageerde op de invoering van de anti-lhbt-wetten in Uganda. Verschillende sancties volgden. Zo kondigde Minister Schreinemacher voor Ontwikkelingssamenwerking aan dat Nederland samenwerking met Uganda zal beperken. Verder legde Washington reisbeperkingen op voor Ugandese ambtenaren en worden de mogelijkheden om ontwikkelingshulp te verminderen, in combinatie met andere economische sancties, onderzocht en langzamerhand geïmplementeerd. Ook de Wereldbank veroordeelt de wet en blokkeert nieuwe leningen aan Uganda. President Museveni lijkt echter niet te buigen voor internationale druk. Zo beschuldigde hij de Wereldbank van hypocrisie en imperialisme en zwoor hij om druk van buitenaf te weerstaan.
“Sancties kunnen juist een contraproductief effect hebben”
Het is duidelijk dat de reacties vanuit de internationale gemeenschap maar een beperkte positieve impact hebben gehad in Uganda. Sterker nog: sancties kunnen juist een contraproductief effect hebben. Hierbij is het belangrijk om te realiseren dat homoseksualiteit in veel Afrikaanse landen, weliswaar onterecht, gezien wordt als iets dat wordt aangedrongen en gepropageerd door westerse landen. Dit dogma wordt des te meer bevestigd wanneer het Westen landen zoals Uganda ‘straft’ voor homofobie. Hierdoor kan homofobie juist toenemen. Leah Buckle pleit dan ook: “Het is duidelijk dat een hervorming van bovenaf, waarbij de westerse wereld het voortouw neemt, niet de weg is die de Afrikanen zullen volgen om hun anti-lhbti-wetten te veranderen; scepsis ten opzichte van het Westen en homofobie zijn veel te nauw met elkaar verweven.”
Een effectieve aanpak
Wat is er dan wel nodig voor een effectieve aanpak tegen anti-lhbti-wetten in Afrikaanse landen zoals Uganda? Daarvoor moet begrepen worden dat deze wetten niet een opzichzelfstaand fenomeen zijn, maar voortvloeien uit diepgewortelde homofobe sentimenten. Enkel de extreme anti-lhbti-wetten aanpakken is daardoor niet meer dan symptoombestrijding. Ze zijn namelijk een manifestatie van een veel breder probleem. Het aanpakken van de koloniale grondoorzaken van homofobie in Afrika is effectiever dan sporadische, hiërarchische, en contraproductieve westerse interventies.
De pre-koloniale concepten van gender en seksualiteit op het Afrikaanse continent zijn, als gevolg van kolonialisme, volledig gecorrumpeerd onder extreem conservatieve, fundamenteel religieuze, heteronormative, en binaire opvattingen. Een structurele heroriëntatie van deze concepten is dus een belangrijke eerste stap. Zoals Sylvia Tamale, een Ugandese academicus en mensenrechtenactiviste, oppert: “Het mantra dat homoseksualiteit ‘on-Afrikaans’ zou zijn, ontkent alles wat de Afrikaanse geschiedenis en traditie aan het nageslacht heeft doorgegeven.”
Ook de Ugandese voormalig-lhbti-activiste Val Kalende, betoogde: “Wat er in Afrika moet gebeuren is een eerlijke discussie over menselijke seksualiteit in de Afrikaanse context voor, tijdens en na de koloniale periode. Dit is een gesprek dat lokale activisten, maatschappelijke organisaties, academici en de media vorm moeten beginnen te geven. Afrikanen zullen hun vergeten verleden moeten opeisen.”