Nog geen jaar na de parlementsverkiezingen en vijf maanden na het aantreden van een nieuwe regering verkeert Tunesië in een hevige politieke crisis. De premier heeft zijn ontslag ingediend, de parlementsvoorzitter wacht een motie van wantrouwen en dat terwijl het land met smart wacht op een IMF deal om de economie vlot te trekken.
Ontslag Fakhfakh
De coalitiepartijen van de regering Fakhfakh hebben nooit een gelukkig huwelijk gehad. De gematigd Islamitische Ennahda, de grootste partij, was na de verkiezingen als eerste aan zet. Haar premierskandidaat wist alleen geen meerderheid te smeden in het versplinterde parlement. Daarop besloot President Saied om oud-minister Elyes Fakhfakh het mandaat te geven om een regering te vormen. Ondanks dat zijn partij, de sociaaldemocratische Ettakatol, geen zetels heeft, wist hij toch met succes zijn kabinet te lanceren. Zijn ploeg werd gevormd door Islamisten, sociaaldemocraten, seculieren en technocraten.
Fakhfakh raakte begin juni in opspraak vanwege vermeende fraude. Zo zou hij aandelen in bedrijven hebben die staatscontracten binnen hadden gehaald. De premier ontkende stellig en zei dat hij zijn aandelen voor zijn aantreden van de hand gedaan had. Ook verzekerde hij een onafhankelijk onderzoek wat binnen enkele weken uitsluitsel moest geven.
Ennahda wilde hier niet op wachten, stelde dat een nieuwe premier nodig was en ging over op het verzamelen van handtekeningen voor een motie van wantrouwen. Toen bleek dat al 105 van de benodigde 109 stemmen binnen waren, greep President Saied in. Hij vroeg Fakhfakh om zelf af te treden. Een strategisch belangrijke zet. Saied en niet Ennahda kreeg het recht om een nieuwe premierskandidaat aan te wijzen. Op de valreep ontsloeg Fakhfakh de zes Ennahda bewindslieden en benoemde zes nieuwe ministers voor zijn demissionaire kabinet.
Nieuwe premier of nieuwe verkiezingen?
Die nieuwe kandidaat is de huidige Minister van Binnenlandse Zaken, Hichem Mechichi. Hij is niet verbonden aan een politieke partij en zijn naam werd dan ook niet voorgedragen door partijen tijdens de consultaties met de president. Mechichi heeft tot eind augustus om een meerderheid van de partijen bij elkaar te brengen, anders zal Saied vrijwel zeker overgaan tot het uitschrijven van nieuwe verkiezingen.
Veel partijen kunnen elkaar niet uitstaan. Hart voor Tunesië, de tweede partij, wordt door meerdere blokken geweerd omdat zij de waarden van de revolutie niet zou onderschrijven. Ook wordt er liever niet samengewerkt met de aanzienlijke fractie van de Free Destourian Party. Zij is de opvolger van voormalig dictator Ben Ali’s oude partij. In een recente peiling staat deze partij bovenaan. Kiezers die afgelopen herfst in grote getalen nieuwe partijen het parlement in hebben geholpen, zijn daar nu alweer op uitgekeken. Het vertrouwen in politieke partijen en het parlement is sinds de revolutie niet zo laag geweest.
Ook parlementsvoorzitter moet eraan geloven
Bijna gelijktijdig met de motie van wantrouwen tegen de premier werd er ook een motie opgesteld om de parlementsvoorzitter, Ennahda leider Rached Ghannounchi, te verwijderen. Niet door de oppositie, maar door de andere coalitiepartijen. Beschuldigingen aan het adres van de parlementsvoorzitter gaan over machtsmisbruik (het voortrekken van zijn eigen partij) en mismanagement. Verwacht wordt dat de motie, die op 30 juli gepland staat, een meerderheid behaald. Hiermee zetten de vooral seculiere partijen Ennhada een hak.
Regionale context
Er zijn sterke aanwijzingen dat de Tunesische politiek van buitenaf beïnvloed wordt. Landen als Turkije en Qatar steunen wereldwijd de Moslimbroederschap. Egypte, Saoedi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten staan hiertegenover. Zij hebben weinig op met democratische experimenten en werken liever samen met autoritaire regimes, net zoals zijzelf. Libië is het voornaamste strijdtoneel, waarbij Turkije de internationaal erkende Government of National Accord (GNA) helpt en Egypte het regime van generaal Haftar. Tunesische politieke partijen worden door beide kampen beïnvloed. Afgelopen weken ging het gerucht dat de Emiraten parlementariërs €60.000 boden voor een stem tegen Fakhfakh. Nog duurder is een stem tegen parlementsvoorzitter Ghannouchi: €150.000. De reden? De Emiraten zijn gewoonweg tegen de revolutie van 2011. Vanavond weten we of er mogelijk genoeg stemmen gekocht zijn en of Ghannouchi terug moet treden.
Door: Jaron Liplijn