Inmiddels hebben vrijwel alle Afrikaanse landen te maken met COVID-19. De situatie is en blijft dynamisch, en we zien hoe het virus overal grote gevolgen met zich meebrengt, niet alleen voor de gezondheidszorg maar ook op politiek, sociaaleconomisch en financieel gebied. Er heerst bovenal nog veel onduidelijkheid over de aard, omvang en duur van de coronacrisis.
Veel Afrikaanse landen konden door de vertraagde aankomst van COVID-19 snel actie ondernemen. Vroegtijdige grenscontroles en lockdowns hebben de overdacht van het virus waarschijnlijk vertraagd. Maar het navigeren van zulke korte-termijn maatregelen naar een lange-termijn strategie is verre van simpel. Wat zijn de meest urgente prioriteiten voor internationale steun aan deze landen? Welke nieuwe knelpunten heeft de coronacrisis aan het licht gebracht en welke bestaande knelpunten heeft het versterkt? En hoe heeft deze situatie ook juist de veerkracht en het ondernemerschap van Afrikaanse landen beter in beeld gebracht? De afgelopen maanden probeerde de FMS dit zo goed mogelijk in beeld te brengen via ons liveblog ‘Corona in Afrika’. Nu sluiten we het blog af met een (voorlopig) antwoord op deze urgente vragen.
Prioriteiten voor internationale steun
COVID-19 raakt de meest kwetsbare landen het hardst en zonder steun van buitenaf kunnen zij in levensbedreigende situaties terecht komen. In eerste instantie is er (internationale) hulpverlening nodig in het kader van medische zorg. Ook al hebben Afrikaanse landen in een mum van tijd vooruitgang kunnen boeken als het gaat om hun testcapaciteit (aan het begin van de crisis waren er maar 2 landen die het virus konden diagnosticeren, dat zijn er nu bijna 47), is er nog altijd behoefte aan meer testen, meer beschermende middelen voor zorgverleners en de mogelijkheid om tijdelijk veldhospitalen op te zetten om coronapatiënten te verzorgen. De WHO speelt hierbij een coördinerende rol en ook Nederland kan, o.a. via de EU, steun bieden door, in afstemming met de Afrikaanse Unie en de Afrikaanse landen zelf, initiatieven op gang te zetten rondom het transport van medische hulpgoederen. De 100 miljoen die Nederland onlangs heeft vrijgemaakt is een goed begin. Het geld gaat deels naar preventie (inclusief voorlichting) en noodhulp. Denk hierbij aan het helpen van organisaties die schoon water en zeep kunnen leveren.
Onder internationale steun valt ook de verlening van voedselhulp. Naast tegenvallende oogsten door klimaatverandering en sprinkhanenplagen zorgt nu ook de coronacrisis voor een toename van voedselonzekerheid in Afrika. Bij gebrek aan inkomen (mede als gevolg van een lockdown), financiële reserves en sociale vangnetten is er immers sneller sprake van hongersnood. Om toch een tijdelijk vangnet te creëren zouden schuldverlichting en rente-vrije leningen (bijvoorbeeld vanuit het IMF) een uitkomst kunnen bieden. Zo kunnen kwetsbare landen in staat gesteld worden om geld vrij te maken voor de aanpak van gezondheids-, sociale en economische crises.
Andere knelpunten
Ook laat de coronacrisis zien dat bepaalde landen kwetsbaarder zijn dan anderen, mede door maatschappelijke problemen. Er zijn bijvoorbeeld grote zorgen rondom de praktische haalbaarheid van langdurige (semi-)lockdowns in Afrika. Voornamelijk omdat isolatie in het algemeen niet altijd even realistisch is in Afrikaanse landen. Zo is toegang tot schoon drinkwater of goede gezondheidszorg in veel sloppenwijken en vluchtelingenkampen geen garantie. Daarnaast wonen mensen vaak in kleine ruimtes heel dicht op elkaar, waardoor afstand houden alles behalve vanzelfsprekend is. En het zijn juist deze mensen, werkend binnen de informele economie, die van de hand in de tand leven. Thuisblijven is in de huidige omstandigheden dus vaak geen geen optie: ‘Je sterft of van de honger, of aan corona’, wordt er gezegd.
De gevolgen van corrupt leiderschap en machtsmisbruik worden ook onvermijdelijk zichtbaar door de huidige crisis. Good governance is nu belangrijker dan ooit. Veel Afrikaanse leiders moeten nu hun bestaande aanpak van economische, sociale en politieke problemen heroverwegen. Luisteren naar en samenwerken met lokale autoriteiten, het maatschappelijk middenveld en jonge, creatieve ondernemers is cruciaal om de crisis en de gevolgen daarvan het hoofd te kunnen bieden. Dit geldt voor zowel Afrikaanse leiders als buitenlandse organisaties en regeringen.
Een continent vol mogelijkheden
Juist nu toont het continent zich veerkrachtig en als een gelijke partner tegenover de rest van de wereld in het vinden van creatieve en innovatieve oplossingen voor de pandemie. Boeren in Zimbabwe verkopen hun producten via social media en een thuisbezorgservice. Op een bloemenbedrijf in Oeganda logeren 500 werknemers op geïmproviseerde bedden die ingericht zijn op twee meter afstand, om faillissement te voorkomen en banen te behouden. Bij een groot gebrek aan ventilatoren leerden Nigeriaanse ingenieurs beademingsapparaten voor lokale ziekenhuizen (gratis) te repareren, en ga zo maar door. Het is juist nu tijd om te investeren in samenwerkingen met lokaal talent en lokale experts zeker nu internationale steun lastig op gang komt door lockdowns en dichte grenzen. Tevens moet er beter gebruik worden gemaakt van de diaspora en hun netwerk, om zo de crisis niet alleen in Afrika het hoofd te kunnen bieden, maar ook wereldwijd. Zo heeft Afrika niet alleen hulp nodig, maar kan het als continent met diverse perspectieven en jaren ervaring ook heel veel hulp bieden.
Het liveblog teruglezen? Dat kan hier!
Door: Hester de Klerk
Foto: Reuters, Baz Ratner