Sinds de financiële crisis werken landen steeds effectiever samen om belastingontwijking tegen te gaan. Inmiddels rijkt deze samenwerking tussen landen verder dan alleen de OESO-landen. 130 landen werken nu samen, binnen het Inclusive Framework, om belastingontwijking tegen te gaan. Onlangs (29 mei 2020) stuurde staatssecretaris Vijlbrief van Financiën de nieuwe Notitie Fiscaal Verdragsbeleid 2020 (NFV) naar de Tweede Kamer. De NFV zet de Nederlandse onderhandelingsinzet bij bilaterale belastingverdragen uiteen. Positief is dat er meer aandacht is voor de positie van ontwikkelingslanden in dit soort verdragen, maar alsnog is een kritische blik vereist.
Notitie Fiscaal Verdragsbeleid? Wat is dat?
De NFV vormt een uitgangspunt voor het kabinet voor toekomstige verdragsonderhandelingen, waarbij het OESO-modelverdrag als basis fungeert. De NFV heeft als doel bilaterale belastingverdragen te sluiten en economische relaties tussen landen te bevorderen door het wegnemen van dubbele belasting. Zo kan belastingontwijking en -ontduiking voorkomen worden. In zo’n bilateraal belastingverdrag worden de heffingsrechten verdeeld waardoor het risico op dubbele belasting wordt tegengegaan.
Zonder belastingverdrag kunnen beide landen een bedrijf belasten, waardoor dezelfde activiteit dubbel belast wordt. Een belastingverdrag voorkomt dit. Gezien Nederland een open economie en relatief kleine thuismarkt heeft, heeft het baat bij een uitgebreid bilateraal verdragennetwerk. Het komt werkgelegenheid ten goede en versterkt de positie van Nederland op de internationale markt. Maar, dit grote verdragennetwerk van Nederland kent ook risico’s. Vooral multinationals weten het systeem zo te gebruiken dat ze vrijwel geen belasting hoeven te betalen, waar dan ook.
Hoe verschilt de Notitie Fiscaal Verdragsbeleid van haar voorganger?
De NFV 2020 is de opvolger van de NFV uit het jaar 2011. Op een aantal terreinen verschillen de notities van elkaar. Zo is er in de NFV 2020 terecht meer aandacht voor de aanpak van belastingontwijking én voor de speciale positie van ontwikkelingslanden op het terrein van fiscaliteit. De economische verhoudingen tussen ontwikkelde landen als Nederland en ontwikkelingslanden zijn bijna nooit gelijkwaardig. Het zijn vooral Nederlandse bedrijven die werkzaam zijn in en investeren in ontwikkelingslanden. Dit is zelden andersom.
Het is voor ontwikkelingslanden heel belangrijk dat zij over deze werkzaamheden en investeringen die in hun land plaatsvinden, door landen als Nederland, voldoende belasting kunnen heffen. Dit omdat zij vaak geen andere bron van belastinginkomsten hebben. Het is positief dat de NFV 2020, ten opzichte van de voorganger, hier meer aandacht aan besteed. De nieuwe NFV bevat dan ook een clausule met antimisbruikbepalingen in belastingverdragen met ontwikkelingslanden. Ook is het voor bilaterale belastingverdragen met ontwikkelingslanden mogelijk om sneller onderdelen van het VN-modelverdrag over te nemen. In dit modelverdrag worden de belangen van ontwikkelingslanden sterker meegenomen dan in het OESO-modelverdrag, waar ontwikkelingslanden dan ook geen lid van zijn.
Eerlijk belastingbeleid is belangrijk voor ontwikkelingslanden
Nederland zet stappen op weg naar een eerlijker belastingbeleid waarin aandacht is voor ontwikkelingslanden. Zo werd in 2013 aangekondigd dat belastingverdragen met ontwikkelingslanden werden heronderhandeld, om meer antimisbruikmaatregelen toe te voegen. Toch is het noodzaak dat er grotere stappen worden gezet.
Waarom is het zo belangrijk dat er in ons belastingbeleid grote aandacht is voor ontwikkelingslanden? Het belastingbeleid van Nederland is zo vormgegeven dat het voor multinationals mogelijk is om op grote schaal belasting te ontwijken. Door gebruik te maken van verschillende ingewikkelde fiscale constructies krijgen multinationals het voor elkaar om aanzienlijk minder, of zelfs geen, belasting te betalen in landen waar hun productie plaats vindt. Deze misgelopen belastinginkomsten zijn vaak een veelvoud van wat wordt ontvangen aan ontwikkelingssamenwerking – een grote beleidsincoherentie. Dit geld is juist hard nodig voor essentiële zaken, zoals het opbouwen van een gezonde publieke sector en een sterk gezondheidssysteem.
Een gemis in de NFV
Over het algemeen maken we progressie, maar het kan écht nog beter. Er had meer ambitie getoond mogen worden wat betreft ons beleid richting ontwikkelingslanden. Vorige week stelden politieke partijen in de Tweede Kamer door middel van een schriftelijk overleg hierover ook vragen aan de staatssecretaris. Zo is bijvoorbeeld bronbelasting voor ontwikkelingslanden makkelijk te innen, maar het is nog onduidelijk in hoeverre het kabinet bereid is om hogere bronbelasting voor ontwikkelingslanden toe te staan.
Ook zou het mooi zijn als de NFV 2020 vertaald zou worden naar het Engels. Hoewel Nederland inzet op capaciteitsopbouw in ontwikkelingslanden, loopt de kennis over internationaal belastinggebied nog sterk uiteen tussen Nederland en ontwikkelingslanden. Een Engelse vertaling van de NFV zou hier een bijdrage aan kunnen leveren. We kijken uit naar de antwoorden van de staatssecretaris op de vele vragen die zijn ingediend.
Door: Anique Kanters
Photo: Flickr