Er is iets afwijkends aan onze politieke cultuur. Daar waar in de meeste democratieën onderlinge strijd onontkoombaar is, lijkt daar in Nederland anders over te worden gedacht. Hier wordt een lijsttrekkersstrijd binnen een politieke partij bijna gezien als een vorm van mismanagement. Hoe kan dat?
Het is ook nog een relatief recent verschijnsel. Op de golven van de Fortuynrevolte begonnen partijen te experimenteren met lijsttrekkersverkiezingen. De PvdA deed dat bijvoorbeeld heel succesvol bij de opvolging van Ad Melkert in 2002. Toenmalig partijvoorzitter Ruud Koole drukte het door. Het moest een open en transparante verkiezing worden. De keuze werd aan alle leden gelaten: one member one vote. Het werd een groot succes en het hielp de winnaar Wouter Bos om alvast te wennen aan wat hem later tijdens de verkiezingscampagne te wachten stond. Later overkwam Diederik Samsom hetzelfde. Bij de VVD ontstond in 2006 een ruwe strijd tussen Rita Verdonk en Mark Rutte. Het maakte van Rutte een betere campaigner. Dat Verdonk later zijn leiderschap aanvocht, kwam omdat zij bij de verkiezingen meer voorkeurstemmen haalde. Maar Rutte knokte en kwam boven. Het maakte hem een betere leider. Natuurlijk ging het ook wel eens mis. De strijd tussen Sap en Dibi bij Groenlinks leidde tot veel ellende en bij de PvdA hebben ze nog een trauma door de strijd tussen Samsom en Asscher.
In de Verenigde Staten is strijd de essentie van politiek. Voor alle functies van klassenvertegenwoordiger tot President, moet je campagnevoeren. “Echte winnaars moeten eerst leren te verliezen”, zeggen ze daar. In Nederland schrikken we ervoor terug. Komt dat door ons poldermodel? We willen uiteindelijk liever niet teveel politiseren. Een burgemeester is succesvol als hij of zij “boven de partijen staat.” Ik denk dat dat de reden is dat die gekozen burgemeester, een kroonjuweel van D66, er nooit is gekomen. Toch denk ik dat strijd een politicus beter maakt. Asscher heeft zichzelf opnieuw uitgevonden en is er een betere leider door geworden. De winnaar van de verkiezingen binnen het CDA gaat getest de strijd met de lijsttrekkers van de andere partijen aan. Dat is nu precies wat Sigrid Kaag gaat missen. Was het niet beter voor het leiderschap van Kaag geweest als Rob Jetten de handschoen had opgepakt? We weten veel over Kaag, maar niet of ze zich staande houdt in een debat met haar concurrenten. Parijs is nog ver.