Foto: Betoging ter ondersteuning van Oekraïne in februari 2022 – Wikimedia Commons
Bijna twee jaar geleden startte Rusland zijn grootschalige invasie van Oekraïne. Nu de steun aan Oekraïne niet langer vanzelfsprekend is, wordt een goede uitkomst van de oorlog steeds onzekerder. De gevechten sluimeren door en het risico op een opnieuw bevroren conflict ligt op de loer. Steun voor Oekraïne vanuit het Westen blijft daarmee onverminderd van belang om ontegenzeggelijk te blijven uitdragen dat de soevereiniteit, territoriale integriteit en onafhankelijkheid niet onderhandelbaar is.
Laatste ontwikkelingen
Cijfers zijn moeilijk te verifiëren maar volgens Amerikaanse schattingen staat de teller inmiddels op meer dan 70.000 Oekraïense en 120.000 Russische omgekomen militairen, naast ruim 10.000 omgekomen burgers (sinds 24 februari 2022). De oorlog in Oekraïne begon echter al in 2014. Het laat zien wat voor enorme tol de expansiedrift en historisch revisionisme van het Kremlin heeft gevergd.
Veranderingen aan het front zijn zeer beperkt. Het Oekraïense tegenoffensief – ook wel bekend als het lenteoffensief – heeft afgelopen zomer niet geleid tot het beoogde resultaat. Stukken land langs de oostoever van de Dnjepr werden met grote moeite terugveroverd op de Russen, maar een ware doorbraak van de Russische verdedigingslinie bleef uit. Momenteel worden er vele levens geofferd in de strijd om enkele kilometers. Stadjes aan de frontlinie als Avdiivka en het inmiddels welbekende Bachmoet zijn vooral symbolisch zeer waardevol. De inmiddels verwoeste steden zijn het kookpunt van de confrontatie tussen twee machten die over en weer steken uitdelen aan elkaar. Rusland poogt nog altijd om de regio’s Loehansk en Donetsk volledig in handen te krijgen, ook al kost dat duizenden levens voor de paar meters die er worden opgeschoven. In de wintermaanden vinden er regelmatig luchtaanvallen plaats op steden en kritische infrastructuur tot ver van het front, om aan te geven dat de oorlog nog dagelijkse realiteit is voor heel veel Oekraïners.
Aandacht
Ten onrechte is internationale (media)aandacht voor de oorlog in het afgelopen jaar afgenomen. Het is voor velen niet langer van ‘actuele waarde’ en er zijn weinig grote veranderingen. De ernst van de situatie op de grond is echter weinig veranderd sinds het moment dat er nog dagelijks aandacht was voor de oorlog. Elke dag vinden vele mensen nog de dood, zowel militairen als burgers. Zorgen in Oekraïne over Westerse steun nemen toe. De angst in een volwaardige patstelling te komen wordt met de dag reëler. Hier heeft het land helaas al ervaring mee en het weet wat dit zou betekenen – namelijk dat geannexeerd territorium niet terug zal keren en Rusland in de toekomst opnieuw een verdere claim zal doen op wat nu nog Oekraïens grondgebied is.
Steun
De huidige aarzeling vanuit het Westen zal de oorlog verlengen en de kans op Russisch succes enkel vergroten. Als de steun hapert, zal dit een morele stimulans zijn voor het Russische leiderschap om het conflict voort te zetten naar wens. Daarnaast is het aannemelijk dat de honger van Poetin niet stopt bij Oekraïne – zoals al meerdere malen aangegeven door buurlanden in de Baltische Staten. Het leveren van militaire en financiële steun gaat daarmee niet alleen over het beschermen van Oekraïne, het gaat om de veiligheid van het gehele Europese continent. Een aantal belangrijke partners van Oekraïne realiseert zich dat, zoals Frankrijk en Duitsland, maar bij de belangrijkste partner – de VS – staat steun op de tocht, net als bij EU-lidstaat Hongarije. In december hield Orbán een Europees steunpakket van €50 miljard tegen door een veto uit te spreken. Het besef welke risico’s een verliezend Oekraïne met zich meebrengt, lijkt niet te resoneren bij alle partners in het Westen. Kort na de invasie sprak het Westen haar onvoorwaardelijke steun uit, maar het conflict duurt langer voort dan gehoopt en landen zijn niet langer bereid om voor onbepaalde tijd hun steun uit te dragen. Er waait een rechtse wind door Europa en zij zien de oorlog vooral als verspilling van Europees geld.
Interne spanningen
Ondertussen heeft Oekraïne ook nog altijd te maken met interne politieke spanningen. Enige onenigheid tussen president Zelensky en hoofdcommandant Zaluzhny, als gevolg van het mislukte tegenoffensief, kwam eind vorig jaar onder het licht. Na twee jaar zonder grote successen en toenemende oorlogsmoeheid, werd er gezocht naar een zondebok. Zaluzhny benoemde in een interview met The Economist dat de oorlog in een “patstelling” was geraakt. Volgens analisten zou dit mogelijk impliceren dat het moment is aangebroken dat er gesproken moet worden met Rusland. Zelensky reageerde verbolgen en noemde zulke uitspraken gevaarlijk. De media pakte dit meningsverschil op als een potentiële barst in de eensgezindheid aan de Oekraïense top. Achteraf bleken dit puur uitvergrote speculaties. Weinig Oekraïners geloofden dan ook daadwerkelijk dat er serieuze onenigheid was en zijn juist overtuigd dat beiden het beste voorhebben voor het land. Het overgrote deel van de Oekraïners heeft nog steeds een positief toekomstbeeld, maar de percentages zijn dalende – 73% in december 2023 tegenover 88% in oktober 2022. Blijvende steun is het enige dat het tij kan keren en optimisme en moraal hoog kan houden.
Oekraïens succes is afhankelijk van de steun vanuit het Westen. Met het risico de VS te verliezen als partner op dit front na de verkiezingen in het najaar, is het zaak dat Europese landen hun krachten bundelen en garant kunnen staan voor steun aan Oekraïne, om veiligheid op het continent te waarborgen en een sterk Europa mogelijk te maken. Zoals NAVO-admiraal Rob Bauer vorige week al aangaf bij een bijeenkomst in Brussel is hiervoor een andere blik op veiligheid nodig. Woorden zijn niet voldoende – financiële en militaire steun is het enige dat telt.