Michiel Servaes was diplomaat, politicus, nu directeur van Oxfam Novib, maar is “altijd activist gebleven”. In gesprek met de FMS spreekt hij zich uit over ongelijkheid en klimaatverandering en uiteraard over de rechtszaak tegen de Nederlandse overheid over de F35-onderdelen voor Israël. Ondanks de uitdagingen en problemen blijft hij hoopvol: “Solidariteit zit nog steeds in onze samenleving.”
Op een kamer met houten lambrisering in het kantoor van Oxfam Novib, gevestigd in een historisch pand aan de Mauritskade in Den Haag, kijkt directeur Michiel Servaes af en toe met een schuine blik op de meldingen die binnenkomen op zijn telefoon.
Jarenlang was Servaes (52) diplomaat, eerst in Macedonië – slechts enkele jaren na het eindigen van de oorlogen in Joegoslavië – en later in Londen. Na 4 jaar in de Tweede Kamer het woord te hebben gevoerd op buitenlandonderwerpen namens de Partij van de Arbeid (PvdA), werd hij in 2018 directeur van Oxfam Novib.
“Het zijn drie totaal andere posities, maar ik heb mezelf altijd als een activist gezien voor sociale rechtvaardigheid en internationale solidariteit,” zegt Servaes. “Het blijft de vraag waar je de meeste impact hebt. In de Tweede Kamer heb je de meest directe invloed op het beleid, maar in andere functies heb je een ander soort, maatschappelijke invloed.”
“Als diplomaat maak je vaak een direct verschil in de levens van mensen. In Macedonië vond ik het mooi om, in een samenleving met enorme tegenstellingen, groepen bij elkaar te brengen en plaatselijk bruggen te slaan.”
Hij voelt dat hij op dit moment als directeur van Oxfam Novib op de juiste plek zit. “In deze moeilijke tijd moet verandering van onderop komen. Ngo’s – als ze nog goed samenwerken – kunnen veel mensen op de been brengen, en dat kan wel degelijk invloed hebben.”
De oorlog in Gaza
Recentelijk werd duidelijk hoe groot de invloed van Oxfam Novib kan zijn. Samen met twee andere organisaties (Pax en The Rights Forum) spande Oxfam een rechtszaak aan tegen de Nederlandse regering – en kreeg gelijk. De regering moet volgens de rechter stoppen met de uitvoer van F-35-onderdelen naar Israël, vanwege het risico dat deze worden gebruikt om het oorlogsrecht te schenden in Gaza. Israëlische bombardementen op Gaza hebben inmiddels vele tienduizenden dodelijke slachtoffers gemaakt.
“Het huidige beleid staat haaks op onze Nederlandse traditie van mensenrechten en internationaal recht,” zegt Servaes. “Met de rechtszaak vroegen we niks meer of minder van de regering dan: houd je aan je eigen regels.”
“Met de rechtszaak vroegen we niks meer of minder van de regering dan: houd je aan je eigen regels.”
Het lot van de mensen in Gaza houdt Servaes bezig. “Het grijpt me aan hoe het met de collega’s in Gaza gaat, daar hebben we een eigen kantoor. Ik voel een grote verantwoordelijkheid om hier de druk op te voeren om het Nederlandse beleid op dit terrein te verleggen.”
Strategische blunder
Op de vraag of hij de houding van Nederland verklaarbaar vindt, moet hij lachen. “Ik kan wel een analyse wagen om het te verklaren, maar ik vind het niet verdedigbaar.”
Naast een moreel falen, vindt Servaes het Nederlandse Midden-Oostenbeleid ook een strategische blunder. “Ik heb vijftien jaar als diplomaat gewerkt en ik spreek nog geregeld mensen die op ambassades werken. Als je nu als diplomaat in bijvoorbeeld Ghana je uitspreekt over de mensenrechtensituatie, word je in je gezicht uitgelachen: ‘Hoezo moet ik daarover van jullie nog iets aannemen?’ krijg je dan te horen.”
“Als je nu als diplomaat je uitspreekt over mensenrechten, word je in je gezicht uitgelachen.”
Volgens de oud-diplomaat loopt onze invloed in de wereld schade op. “Het is ongelofelijk dat politici die de geopolitiek zo goed begrijpen – die Rusland en China serieus nemen en wel slimme handelspolitiek en defensiepolitiek willen voeren – dít dan niet begrijpen. Niet inzien dat wij ons krediet in de wereld verspelen, en China en Rusland vrij spel geven om in dat gat te springen.”
Krimpende ruimte voor kritische geluiden
Bij het aan de kaak stellen van dit soort problemen, spelen maatschappelijke organisaties een grote rol als kritische waakhond. Daarbij ziet Servaes een zorgelijke trend. “Overal ter wereld zien we dat de ruimte voor maatschappelijke organisaties afneemt. Dat is overduidelijk in een land als Rusland, maar het gebeurt ook in India, waar het kantoor van Oxfam het werken onmogelijk wordt gemaakt – en zelfs hier!”
Want ook in Nederland staat volgens de Oxfam-directeur de ruimte voor debat, expressie en demonstratie onder druk. “Kijk maar naar het demonstratierecht. Een jaar geleden hebben we al gezegd dat het preventief oppakken van klimaatactivisten een grens overging. En op dit moment is het moeilijk om je in het debat over Gaza te mengen, zonder in de extreem-linkse of zelfs antisemitische hoek gedrukt te worden. Bij de opening van het Holocaustmuseum richtte de aandacht van de Tweede Kamer zich vooral op een klein groepje bij het museum, en niet op de goed georganiseerde en zeer waardige demonstratie die verderop plaatsvond, nota bene door progressieve Joodse jongeren.”
“Het is moeilijk om je in het debat te mengen, zonder in de extreem-linkse of zelfs antisemitische hoek gedrukt te worden.”
In gesprekken met zijn voorgangers bij Oxfam Novib, merkt Servaes grote verschillen met de huidige problemen. Twintig jaar geleden heerste er een optimisme, en leken ontwikkelingsorganisaties de wind mee te hebben. De SDGs leken bij wijze van spreken binnen handbereik. “Nu voelt het bijna alsof we op alles de wind tegen hebben, en dat je niet eens in de aanval kan gaan, omdat je constant in de verdediging bent.”
Ongelijkheid is het echte probleem
Die tegenwind is extra pittig omdat er, naast minder ruimte voor kritische geluiden, er ook minder middelen beschikbaar zijn. Denk alleen al aan de draconische bezuiniging van 2,5 miljard euro op ontwikkelingssamenwerking die in het hoofdlijnenakkoord werd aangekondigd. “De beschikbare middelen voor ngo’s, ontwikkelingswerk en humanitaire hulp nemen af, terwijl de noden juist toenemen. Ik maak me zorgen of we wel voldoende uitgerust zijn voor de grote uitdagingen in de wereld.”
Een van die grote uitdagingen is ongelijkheid. Oxfam Novib is ooit opgericht om armoede en honger te verslaan. Maar terwijl de extreme armoede in de wereld is afgenomen – een succes van onder andere ontwikkelingssamenwerking, zegt Servaes – is de ongelijkheid juist toegenomen. Ongelijkheid tussen landen en binnen landen.
“Naast het bevorderen van gelijkwaardige handelsketens is een eerlijker belastingstelsel nodig. Multinationals sluizen op allerlei manieren hun winsten weg uit armere landen. Hierin speelt Nederland, ondanks stappen in de goede richting, een grote rol als doorsluisland.”
“Het is een continue strijd tegen de bedrijvenlobby in Europa.”
Hoewel het mantra “Europees aanpakken” nooit een excuus mag zijn om in eigen land geen actie te ondernemen – zoals volgens Servaes nog te vaak gebeurt – moeten eerlijke belastingen wel echt internationaal worden geregeld. “Zeker op belasting zou het goed zijn om op Europees niveau één lijn te trekken, om te zorgen dat belastingparadijzen en doorsluislanden effectiever worden aangepakt. Daar heeft iemand als Paul Tang de afgelopen jaren goed werk op gedaan, dus ik hoop dat iemand anders dat stokje na de verkiezingen van hem overneemt. Het is een continue strijd tegen de bedrijvenlobby in Europa.”
Klimaat moet weer aangejaagd worden
Ongelijkheid kan volgens het oud-Kamerlid bovendien niet los worden gezien van klimaat. “Clubs zoals Oxfam, van oudsher meer gericht op armoedebestrijding, zijn veel dichter naar milieuclubs toegegroeid. Sociaaleconomische gelijkheid kan je niet los zien van klimaatverandering. De armste mensen in de wereld worden het hardst geraakt.”
Juist daarom maakt Servaes zich zorgen dat het onderwerp klimaatverandering van de Europese agenda lijkt te verdwijnen, terwijl het een paar jaar geleden nog bovenaan stond. “Als het momentum afneemt, zal het dus door Europese politici aangejaagd moeten worden.”
Solidariteit zit nog steeds in onze samenleving
Meer aandacht voor onrecht in de wereld, voor ongelijkheid en klimaat, meer middelen naar ontwikkelingssamenwerking – het zijn punten waar de Nederlandse kiezer zich in november juist tegen heeft gekeerd.
Toch is Servaes hoopvol. “De Nederlander bekommert zich echt wel om de wereld. Toen er zoiets vreselijks gebeurde als de aardbeving in Turkije en Syrië, was Nederland uniek in de hoeveelheid mensen die geld doneerde en meevoelde met die mensen. En op dit moment wordt onze rechtszaak geheel bekostigd vanuit giften opgehaald met crowdfunding. Solidariteit zit nog steeds in onze samenleving. Het is er nog wel.”