In de zomer van 1988 bezocht ik als negentienjarige geschiedenisstudent Berlijn. De muur verdeelde de stad en in mijn hoofd was alleen maar ruimte voor de Oost-West wereld, waarin wij leefden. Achteraf kun je zeggen dat er toen al veel tekenen waren van de verandering die op komst was, maar een wereld zonder tweedeling, zonder muur, het is simpelweg nooit in mij opgekomen dat het mogelijk was.
Als je middenin een ontwikkeling zit, is het onmogelijk om de uitkomst te zien. Als historicus dien je je ook verre te houden van voorspellingen. Dat werd ons althans voorgehouden op de opleiding: “wij beschikken niet over een glazen bol.” Voor velen leidde de val van de Berlijnse Muur een tijdperk van hoop en optimisme in, hoewel er in de jaren negentig natuurlijk ook veel gruwelen plaatsvonden. De Joegoslavië oorlog, de genocide in Rwanda, de burgeroorlog in Congo, de eerste Golfoorlog en de moordpartijen na de val van de Sovjet-Unie. De nieuwe orde bracht naast veel goeds ook veel ellende.
Heling op het Europese continent
De Europese Unie ontwikkelde zich razendsnel in deze tijd. Het opnemen van nieuwe landen was een doel op zich. De historische breuk op het Europese continent moest worden hersteld en er werd keihard gewerkt om tot heling te komen. De Duitse eenwording was de eerste stap en daarna volgde de rest. Landen mochten toetreden tot een vrijwillige Unie van nationale staten, een unicum in de wereld, die tot stand kwam op basis van economische principes en gedeelde waarden. Misschien waren het wel die gedeelde waarden, die tot een gevoel van optimisme leidden? Ze werden in 1993 vastgesteld op een EU top in Kopenhagen en draaiden om: mensenrechten, vrijheid van media en meningsuiting, bescherming van minderheden, een onafhankelijke rechtsstaat en een functionerend democratisch politiek stelsel. Als je daaraan voldeed als land, mocht je echt beginnen met het overnemen van alle wetten en regels van de EU, tot je het groene licht kreeg en lid mocht worden.
Het duurde nog tien jaar tot tien landen toe mochten treden en daarna gebeurde het druppelsgewijs. In 2004 was het feest, want het was een historische gebeurtenis en de toenmalige regeringsleiders beseften dat maar al te goed. Hoewel landen niet altijd helemaal voldeden aan de voorwaarden, moest het project voort en besloten de regeringsleiders onder leiding van Duitsland en Frankrijk om door te drukken. Achteraf kun je zeggen dat hier de zaadjes werden geplant van de crisis waar wij ons nu in bevinden.
Betonrot in de Europese Unie
Een paar weken geleden bezocht ik Tirana, de hoofdstad van Albanië. Ik was verbijsterd door de enorme ontwikkeling die dit land had doorgemaakt. Een enorme bouwwoede had geleid tot een enorme verandering, alsof het land van de daken wilde schreeuwen: wij zijn klaar voor de EU! Er mogen van de EU nog zes landen toetreden: Albanië, Noord-Macedonië, Kosovo, Servië, Montenegro en Bosnië-Herzegovina. Onlangs werd dit herbevestigd op een EU top in het kasteel van Brdo in Slovenië. Maar niemand waagt zich aan een voorspelling over data. Sterker nog er heerst regelrecht pessimisme of het er ooit van gaat komen.
Want binnen de EU is sprake van betonrot. De criteria van Kopenhagen, waar wij in de jaren negentig ons optimisme aan ontleenden, staan onder zware druk. Landen morrelen aan onze gezamenlijke waarden en kiezen voor een harde aanval op de rechtsstaat, vrije media en de minderheden. China en Rusland staan klaar om de EU te destabiliseren en bieden een volkomen afwijkend waardenstelsel als alternatief. De mensenrechten staan onder toenemende druk. Polen en Hongarije worden vaak genoemd, maar dit virus breidt zich snel uit over andere landen. Hoe kijken we in dit opzicht aan tegen het falen van onze eigen Nederlandse overheid in de affaires rond de belastingdienst? Nog steeds is het onmogelijk om de toekomst te voorspellen, maar we mogen de alarmbellen niet negeren.
Zouden democratie, vrije meningsuiting, mensenrechten en rechtsstaat ooit kunnen bezwijken onder de druk van crises binnen de EU en bedreigingen van buiten? Ik kan het mij net zo min voorstellen als die negentienjarige het zich voor kon stellen dat de Berlijnse Muur zou vallen. Daarom een oproep aan iedereen die onze vrije samenleving een warm hart toedraagt. Laat je horen en sta op voor onze gemeenschappelijke waarden.
Arjen Berkvens, directeur Foundation Max van der Stoel