Na ruim 20 jaar verruilt Arjen Berkvens zijn positie als directeur van de FMS voor een positie als coördinerend vertrouwenspersoon aan de Universiteit van Amsterdam. Hij schoof nog eenmaal aan tafel bij Sofie en Mathieu voor een afscheidsinterview over zijn werk en ervaringen bij de FMS.
Arjen studeerde in 1993 af als historicus niet-westerse geschiedenis. Omdat hij destijds geen idee had wat hij wilde doen, besloot Arjen in 1994 als stagiair bij de Alfred Mozer Stichting (AMS, voorloper FMS) te beginnen. Na zijn stage werd hij projectmanager, en is hij 10 jaar lang vooral bezig geweest met de regio Midden-Europa (Tsjechië, Polen, Hongarije). In 2003 werd Arjen directeur na een rumoerige tijd voor zowel de PvdA als de FMS. Arjen blikt hier zelf op terug: “De PvdA stortte in elkaar na de Melkert-verkiezingscampagne van 2002 en daardoor had de AMS ook gelijk veel minder geld. Dusdanig, dat we toen hebben moeten besluiten om iedereen te ontslaan. Het eerste kabinet van Balkenende viel echter al snel. Ondertussen was ik geïnteresseerd geraakt in campagnes. In 2003 ging de PvdA de nieuwe verkiezingscampagne in met Wouter Bos, en ik was één van zijn twee adviseurs. We stegen toen weer naar 42 zetels en daardoor hadden we als AMS ook weer ineens genoeg geld. Maar de directeur was weg, dus toen zei ik: ‘dan moeten jullie mij ook maar directeur maken’”. En zo geschiedde.
Arjen met v.l.n.r. FMS-bestuursleden Bert Koenders, Milka Yemane en Kirsten Meijer
Ruim 20 jaar werk van Arjen & FMS
In 2011 werd Arjen gevraagd om ook directeur te worden van de Evert Vermeer Stichting (EVS), óók een voorloper van de FMS, maar in dit geval gericht op ontwikkelingssamenwerking en bekend van de Afrikadag en Fair Politics. Het was zijn idee om deze stichtingen te fuseren: “Ontwikkelingssamenwerking, buitenlandse zaken en democratisering raakten steeds meer met elkaar verweven. En toen zei ik ‘om in die veranderingen mee te gaan, ligt het ook voor de hand om aan die fusie te gaan werken’. Uiteindelijk hebben we dat voor elkaar gekregen”. Arjen beschouwt de fusie nog steeds als een succes. “Het was een beetje uit nood geboren, maar ik denk dat het onderscheid tussen aan ene kant ontwikkelingssamenwerking en aan de andere kant democratisering onzinnig is. In de wereld van internationale samenwerking grijpen die dingen in elkaar. Bij Building Change zie je dat: Beleidscoherentie heb je ook bij democratisering. Hoe voer je eerlijke politiek en maak je mensen en samenlevingen sterker? Dat zijn de thema’s waar wij als FMS mee bezig zijn. Dus ik zou dat zeker weer doen.”
Een behoorlijk aantal landen waar de FMS actief was, is tijdens jouw tijd als FMS-directeur onderdeel van de EU geworden en ook democratischer geworden. Hoe kijk je naar jouw bijdrage, zie je dat als een succesverhaal?
“Sommige van de partijen waar wij mee werkten hebben een hele belangrijke rol gespeeld in de uitbreiding [van de EU]. Het verbinden van die partijen met onze netwerken, het Europees Parlement en de politieke partijen in Brussel is belangrijk geweest voor de ontwikkeling richting de Europese Unie. Ik denk dat wij een van de bouwstenen hebben gelegd in het opbouwen van een relatie met die landen. Zo ondersteunden we sociaaldemocratische partijen, die sinds de jaren dertig van de vorige eeuw ondergronds waren geweest. In Tsjechië bestond die partij uit alleen maar oudere heren. Wij hielpen ze met het opbouwen van hun heropgerichte partij.”
Het is voor Arjen altijd van groot belang geweest dat de FMS vraag gestuurd te werk ging. “We hebben altijd gezegd, ‘de vraag moet daarvandaan komen’. In het begin kon het gaan om een stencilapparaat of een fax en later werd het “hoe moeten we eigenlijk campagne voeren, hoe moeten we een partij opbouwen?” Met dat vraag-gestuurde werken voorkom je volgens Arjen een ongelijkwaardige werkrelatie. “Omdat we altijd vraag gestuurd zijn gebleven, heb ik nooit echt ervaren dat er een machtsverschil was. Ik heb het wel altijd als een risico gezien. Er is altijd ongelijkwaardigheid op het moment dat wij betalen, en zij ontvangen. Maar het feit dat we allemaal lid zijn van dezelfde sociaaldemocratische beweging, maakt dat je op dat niveau gelijkwaardigheid hebt.”
Een continu thema in je werk is de EU uitbreiding. Door de oorlog in Oekraïne staat de integratie van Oost-Europa en de Westelijke Balkan in de EU weer op de kaart. Wat zijn jouw verwachtingen en hoop voor het EU-integratieproces, een groot thema bij de FMS?
“Ik hoop dat het uiteindelijk goed komt, maar ik verwacht dat het nog weleens heel lang kan gaan duren voordat die landen de mogelijkheid hebben om daadwerkelijk lid te worden. Er liggen heel veel politieke gevaren op de loer en er is heel veel weerstand. Ik heb het zien veranderen van een enorme politieke wil om die Europese Unie uit te breiden, in de jaren 90 met name, naar een enorme politieke onwil. En door Oekraïne lijkt er weer wat meer politieke wil te zijn, maar ik vind het niet echt doorleefd.
Waar ben je het meest trots op als je aan de FMS denkt?
“Waar ik het meest trots op ben, is dat we als FMS een bepaalde standaard hebben neergezet en een bepaalde rol spelen. Dat er altijd eerst naar ons wordt gekeken als er iets gezamenlijks gedaan moet worden. Dat was al zo toen ik hier kwam – mijn voorganger, Berend-Jan van den Boomen, had dat ook. Aan de ene kant is het belangrijk om bescheiden te zijn, maar andere kant moet je wel die makelaarsrol kunnen en dúrven spelen. Mensen met elkaar in verbinding brengen en af en toe ook gewoon risico’s durven nemen.”
Bij de FMS-lunch worden ook dagelijks geopolitieke thema’s besproken. Geniet je daarvan?
“Ik geniet daar zeker van! En dat is natuurlijk wel een verschil met de UvA, daar praten we bijna nooit over politiek. Daar gaat het juist vaak over andere dingen. De onderwerpen maakten mij nooit zoveel uit. Het is gewoon leuk om met mensen over maatschappelijke en politieke issues te praten. En het feit dat ik veel met de “next generation” aan tafel heb gezeten vond ik altijd heel leuk.”
Arjen geeft zijn afscheidsspeech onder toeziend oog van zijn familie, vrienden en collega’s.
Ervaringen van Arjen bij de FMS
Na 28 jaar bij de FMS en zijn voorgangers heeft Arjen natuurlijk veel meegemaakt. En elke dag ging hij – zei Arjen in zijn afscheidsspeech – met plezier naar zijn werk. Vragend naar hoe hij zijn werk bij FMS altijd leuk heeft blijven vinden antwoord Arjen: “Dat hele wereldje van internationale ontwikkelingen heeft me altijd enorm getrokken. Zo’n oorlog in Oekraïne is natuurlijk verschrikkelijk, maar je weet ook precies waar het om gaat, want je kent mensen daar, je hebt er een persoonlijke band mee. Het feit dat je dat soort ontwikkelingen van heel dichtbij mee kunt maken, en dat je ook met heel veel mooie en goede mensen nationaal en internationaal samen kon werken, dat heeft me altijd een boost gegeven.” Tevens heeft Arjen ook veel dingen naast de FMS ondernomen. Zo heeft hij 5 jaar lang verkiezingscampagnes voor de PvdA gedaan en was hij betrokken bij de oprichting van het Europees Netwerk van Politieke Stichtingen (ENoP), waar Arjen ook 2 jaar lang voorzitter is geweest. Vanuit die diversiteit aan werkzaamheden reflecteert Arjen: “Voor mijn gevoel was het niet één baan.”
Als we terug reflecteren op de mooiste momenten uit Arjens tijd als FMS-directeur gaat het als snel over bepaalde reizen die een diepe indruk op hem hebben gemaakt. Met name als het samenviel met belangrijke internationale ontwikkelingen: “Servië vlak na de Otpor-revolutie. Dat mensen die jarenlang gestreden hebben, en waar je jarenlang mee samen hebt gewerkt, ineens minister zijn. En dat je dan daar wordt rondgeleid op het ministerie in Belgrado door iemand die minister is geworden vanuit jouw zusterpartij. Die doet een deur open en zegt: ‘Arjen, moet je kijken’, en daarachter blijkt alles verwoest door een NAVO-bombardement.”
Er zijn talloze andere anekdotes over Arjen’s reizen naar het buitenland. Na de Oranje-revolutie in Oekraïne was de voormalige oppositiepartij ineens de regeringspartij geworden. Arjen ging daarna op bezoek en ervaarde compleet andere behandeling als voorheen: “Ik kwam de vliegtuigtrap af, en werd beneden opgewacht door iemand die zich ontfermde over mijn bagage. Ik werd in een busje gezet en ergens heengereden, en ik nam plaats in een wachtkamer. Daar zat een man. Ik stelde mezelf voor, ‘Arjen Berkvens’, en hij antwoordde ‘General Wesley Clark, nice to meet you’. Dan zit je in een keer met een Amerikaans presidentskandidaat en oud-NAVO-commandant in een wachtkamer omdat je uitgenodigd bent door de nieuwe leiders van het land. Dat zijn gekke momenten waarbij je denkt: ‘Wie ben ik?’”
Zijn dat ook de reizen die het meeste indruk hebben gemaakt?
“Ja. Maar weet je wat het mooie is van dit werk. Je komt ergens voor het eerst, en je hebt altijd en idee van hoe het zal zijn, maar dat is nooit wat je aantreft. Dat je overdonderd wordt door een nieuwe cultuur. Dat vind ik het mooiste wat er is. Ik weet nog de eerste keer dat ik in Sint-Petersburg was, dat was denk ik in 1995. Mijn hele leven was ik opgegroeid met het idee van de Koude Oorlog, de Sovjet-Unie. En dan rij je daar ineens rond, dat is een heel overweldigend gevoel, om dat te mogen mee maken.”
Er zijn ongetwijfeld ook heel veel aangrijpende momenten geweest met partners die soms door moeilijke tijden gaan. Wat zijn de verhalen die jou het meest zijn bijgebleven?
“Ik heb het altijd ongelofelijk moedig gevonden als mensen de uiterste consequentie konden aanvaarden van hun activisme. Ik heb al 25 jaar contact met de partij van Statkevich [Belarus]. Die zit al 20 jaar in de bak. Die heeft alles meegemaakt, dat is echt niet te geloven. En hij gaat door. En dat geldt ook voor de jonge mensen in Servië en Oekraïne die we met elkaar in contact brachten na de revolutie in Servië. We hebben toen de Servische mensen naar Oekraïne gebracht met het idee: ‘Jullie kunnen meer van hen leren dan van Nederlanders’. De mensen uit Servië zeiden: ‘Als je serieus iets wilt veranderen, dan moet je ook de persoonlijke consequenties nemen, en dat betekent dat je in de gevangenis kunt komen, dat betekent dat je van de universiteit wordt geschopt, dat betekent dat je familieproblemen krijgt, dat betekent dat je geen angst meer mag hebben’. Mensen die dat konden waarmaken… Ik heb me altijd afgevraagd ‘zou ik dat kunnen in zo eenzelfde situatie?’”
Geloof je erin dat het mogelijk is geen angst meer te hebben?
“De Serviërs zeiden altijd ‘vanaf het moment dat wij geen angst meer hadden, konden we iets veranderen’. Ik denk dat iedereen altijd wel angst zal hebben. En in de loop van de jaren hebben de dictators daar ook van geleerd. Je zult maar activist in Iran zijn, of Afghanistan. Ik weet niet wat ik zou doen. En ook nu het moment dat in Oekraïne oorlog uitbreekt, en ik houd contact met de mensen daar, met name natuurlijk met Bohdan. Ik had hem bij het begin van de Russische aanval aan de lijn toen hij in de file stond richting het westen en geen idee had wat er stond te gebeuren. De inval was net geweest en mensen waren massaal op de vlucht. Dat vond ik heel heftig en ook dat dit gebeurde in het laatste jaar dat ik hier werk. Je wilt natuurlijk helpen, maar het doet mij persoonlijk ook echt iets. Ik dacht toen: ‘Laten we in ieder geval iets doen’. Toen zijn we eerst geld gaan inzamelen, en daarna ook goederen. Voor hun is de solidariteit die je daarmee toont het belangrijkst. Dat is echt op een persoonlijk niveau.”
Ondanks zulke aangrijpende gebeurtenissen heeft Arjen het werken als directeur niet als heel moeilijk ervaren. Wel vond hij het zetelverlies van de PvdA moeilijk, waarbij ook de financiële gevolgen voor de stichting om de hoek kwamen kijken. “Maar ik heb altijd geprobeerd om juist dan creatieve energie los te maken. In de Herengracht-tijd zaten we op een gegeven moment met meer dan 100 collega’s op het partijbureau. Toen dat helemaal in elkaar stortte moesten er veel PvdA-collega’s uit, dat was heel pittig. Ik ben er trots op dat we er toen wel in geslaagd zijn om alle FMS-mensen aan boord te houden door heel veel nieuwe initiatieven te nemen.” Onder Arjen werd de afhankelijkheid van subsidies flink teruggeschroefd, mede door creatief andere fondsen binnen te halen. “Een crisis leidt ook tot creativiteit en vernieuwing.”
Wisseling van de wacht: Arjen met Kido Koenig, de nieuwe directeur van de FMS.
De toekomst
In dit interview willen we niet alleen terugblikken op Arjen’s tijd bij de FMS, maar ook vooruitkijken naar de toekomst. Hoe ziet hij zijn nieuwe functie bij de UvA en de toekomst van de FMS?
Je bent inmiddels begonnen bij de UvA als coördinerend vertrouwenspersoon. Wat zijn de overeenkomsten tussen je oude en nieuwe werk?
“Voor mij is het allerbelangrijkste toch wel – zoals ik ook in mijn afscheidsspeech vertelde – dat de FMS het motto heeft om mensen sterker te maken en om politiek eerlijker te maken. En feitelijk is dat in mijn werk op de UvA ook zo. Mensen sterker maken, mensen weerbaarder maken, zorgen dat mensen niet vermalen worden door het systeem. Maar ze moeten wel voor zichzelf kunnen opkomen. En politiek eerlijker dat zie ik ook breder; het systeem moet eerlijk zijn. Dat vind ik ook mooi aan beleidscoherentie, dat ook gaat over eerlijke politiek. Het zijn wel voor mij dezelfde waardes die belangrijk zijn daar [UvA] en hier [FMS]. Het is mijn persoonlijke drijfveer; ik kan moeilijk tegen onrecht. Ongeacht of dat op wereldschaal is of op individueel niveau.”
Voor veel mensen zal het moeilijk worden om Arjen en de FMS los van elkaar te zien. De afgelopen anderhalve maand heb jij het werk overgedragen aan Kido Koenig, onze nieuwe directeur. Wat wil jij hem graag meegeven?
“In de tijd waarin we nu met de FMS zitten, heb je echt een Kido nodig. Hij heeft veel energie, veel drang tot vernieuwing en een enorm verbeeldingsvermogen. Ik kom toch meer uit een bedachtzamere context. Mijn referentiekader is dat de PvdA altijd een derde van de zetels heeft gehad en altijd een belangrijke machtsrol heeft gespeeld. De huidige tijd is anders. Ik heb soms wel moeite om te moeten accepteren dat de wereld totaal anders is geworden.
En verder, grijp je kansen waar je kansen kunt grijpen en hou je ogen daarvoor open. En wat ik altijd heb gedaan is kansen geven aan de mensen die bij je werken. Doorzie dat ook, en doorzie dat het belangrijk is om een gemengd team te hebben met verschillende invalshoeken. Maar zorg vooral ook dat mensen tot hun recht komen door ze veel verantwoordelijkheid te geven.”
Hoe zie jij de nabije toekomst van de FMS voor je?
“Een ding is in ieder geval zeker: de FMS is nog steeds keihard nodig. Rondom thema’s in de internationale samenwerking, maar ook in de relatie met onze buurlanden. Op het gebied van democratie in de EU maar ook buiten de EU. We hebben in de Thessaloniki-akkoorden al gezegd: ‘de Balkan mag niet het zwarte gat van Europa worden tussen o.a. Slovenië aan de ene kant en o.a. Griekenland aan de andere kant. Dat zijn onze directe buurlanden, die moeten tot de Unie behoren. Zo lang dat nog niet geregeld is, denk ik dat er ook een FMS moet zijn.
Daarnaast moet je keihard doorgaan met het inzetten op verandering van ons eigen gedrag. Beleidscoherentie wordt gelukkig steeds meer erkend. Daar zijn wij altijd een enorme voorloper op geweest. Het idee is: we kunnen bijdragen door ons eigen gedrag te veranderen. Gedrag dat een negatieve invloed heeft op andere landen. En dat is in mijn ogen de meest eerlijke vorm van ontwikkelingssamenwerking. De vorm van ontwikkelingssamenwerking, waarin wij in het Westen allemaal projecten bedenken op basis van door onszelf bedachte prioriteiten, daar heb ik nooit veel mee gehad.”
Arjen, het is geen geheim dat je groot fan bent van AZ Alkmaar. Maar je bent ook al die jaren de PvdA zeer trouw gebleven. Dus de belangrijkste vraag van dit interview is toch wel: Waar ligt nou echt jouw loyaliteit? Dat testen we aan de hand van de volgende stelling: Óf de PvdA krijgt bij de volgende Tweede Kamerverkiezingen 30 zetels óf AZ wordt de komende 10 jaar kampioen. Wat kies je?
“Dan ga ik toch maar voor die 30 zetels. In die 10 jaar vind ik één keer kampioen worden ook wel genoeg. Ieder jaar kampioen worden is ook een beetje saai, dus geef dan maar die 30 zetels. Ik ben wel bang voor wat mijn zoon gaat zeggen als hij dit hoort.”