Zoek op
Sluit dit zoekvak.

Grillige Italiaanse politieke conjunctuur duurt voort met winst Giorgia Meloni, EU uit bezorgdheid

Meloni (FdI) en Salvini (Lega) in 2017 (WikiMedia Commons

In Italië heeft de radicaal-rechtse, post-fascistische partij Fratelli d’Italia (FdI) van Giorgia Meloni de parlementsverkiezingen gewonnen met 26% van de stemmen. Meloni is daarmee hard op weg om Italië’s eerste vrouwelijke premier te worden. In de komende tijd zal zij pogen een coalitie te vormen met bondgenoten aan de verre rechterflank – Matteo Salvini’s “Lega” en Silvio Berlusconi’s “Forza Italia”. De uitslag past naadloos in het grillige Italiaanse patroon gedurende verkiezingen in de afgelopen decennia, waar verschillende populistische partijen stuivertje wisselen rond de politieke macht. Tegelijkertijd kijken Europese waarnemers met grote bezorgdheid naar Rome en de mogelijke destabilisatie van de EU door de snelle opkomst van Meloni.

Uitslag

In het Italiaanse kiessysteem wordt twee derde van de zetels verdeeld via een proportioneel stelsel, en een derde via een meerderheidsstelsel. Deze complexe methode zorgt ervoor dat Meloni’s FdI (26,0% van de stemmen) een meerderheid heeft met Lega (8,8%) en Forza Italia (8,1%). Met een totaal van 42% kunnen zij een radicaal-rechtse regering vormen – de meeste rechtse sinds het fascistische Italië onder Benito Mussolini. De centrumlinkse Partito Democratico (PD) behaalde een historisch slechte uitslag met 19,1%, terwijl de populistische Vijfsterrenbeweging (15,4%) het beter deed dan verwacht. De opkomst van de verkiezingen was slechts 63,9 procent, 9 procentpunt minder dan in 2018. Dit laat het geringe vertrouwen van de Italianen in de politiek zien – maar ook het slechte weer in Zuid-Italië en de een- in plaats van driedaagse stemgang zou mogelijk een rol hebben gespeeld.

Wat te verwachten van Meloni?

Meloni’s partij FdI heeft fascistische wortels, zijzelf prees Mussolini op negentienjarige leeftijd als een ‘goed politicus’. In de aanloop naar de verkiezingen heeft FdI naarstig getracht dit imago van zich af te schudden, en zich te profileren als een meer gangbare rechtse partij. Echter de FdI blijft zeer reactionair met harde standpunten tegen abortus, LHBTI+ rechten en migratie. Op veel van deze thema’s is Italië al een van de meest conservatieve landen binnen Europa.

Op Trumpiaanse wijze fulmineert Meloni over ‘zij’ die de Italiaanse kernwaarden bedreigen. Ook de EU moet het hierin ontgelden – voor Meloni, is het ‘Italië eerst’. Of dit tot Hongaarse taferelen zal leiden is nog te bezien, aangezien de Meloni meermaals aangaf samenwerking binnen de EU belangrijk te vinden. Ook veroordeelde ze de Russische invasie in Oekraïne en is ze uitgesproken voor wapenleveranties aan Oekraïne.

Echter, op de extreemrechtse flank in Italië is het Kremlin nooit ver weg. Meloni’s bondgenoot Salvini (Lega) tekende in 2017 nog een memorandum ter samenwerking met de partij van Putin en Forza Italia’s Berlusconi zei in de week voor de verkiezingen dat “Poetin de Zelensky-regering wilde vervangen met goede mensen”. Ook Meloni gaf in 2021, in haar boek “I am Georgia”, nog aan dat Poetin’s Rusland “de Europese waarden en christelijke identiteit verdedigd”.

De conjunctuur van populisme

Meloni’s opkomst past in het patroon van de Italiaanse politiek na 1994. Daarvóór werd het post-fascistische politieke systeem volledig gedomineerd door Democrazia Cristiana (DC) dat de Italiaanse Communistische Partij (PCI) weerhield van de politieke macht ten tijde van de Koude Oorlog. Een enorm corruptieschandaal (“Tangentopoli”) in 1992 zorgde voor de ineenstorting van bijna alle gevestigde politieke partijen en een razendsnelle opkomst van anti-systeem en anti-establishmentpartijen. In 1994 greep Forza Italia, gebouwd rond de persoonlijkheidscultus van mediatycoon Silvio Berlusconi, vijf maanden nadat de partij gesticht was, de politieke macht. Belastingfraude, schandalen, en een dramatische economische situatie kostten Berlusconi de kop na drie kabinetten in 2011.

Hierna vond de populistische Vijfsterrenbeweging (M5S) zeer snel de weg naar de macht – agenderend voor grootschalige economisch steunprogramma’s. Interne partijproblemen en onvervulde beloftes brachten de Italiaanse kiezer naar een nieuwe verlosser: maar Matteo Salvini’s Lega kon ook veel beloften niet waarmaken na succesvolle verkiezingen in 2018. In 2022 rekent de gedesillusioneerde Italiaanse kiezer daarom opnieuw af met de politiek verantwoordelijken in Rome. De enige partij die niet deelnamen aan de coalitie van nationale eenheid onder Mario Draghi (2021-2022) was Fratelli d’Italia. Dit wordt door veel waarnemers dan ook gezien als een grote verklaring voor haar razendsnelle opkomst en grote overwinning.

Wat nu voor Italië en de EU? 

Deze “conjunctuur van populisme” is andere landen in de EU niet vreemd. Met name de economische crisis van 2009 heeft een belangrijke rol gespeeld in de opkomst en populariteit van populistische anti-systeempartijen. Nu de Russische invasie in Oekraïne een ongekende energiecrisis heeft veroorzaakt in Europa, dient Brussel opnieuw rekening te houden met dit scenario.

Italië bevindt zich in een zeer nijpende economische situatie. De Europese Commissie steunt Italië met een grootschalig hulpprogramma, verbonden aan belangrijke garanties omtrent de Unie’s centrale waarden. In het geval van Hongarije heeft de EU al eindelijk laten zien dat het fondsen durft in te trekken bij grootschalige schendingen van kernwaarden.

Waar de democratische kernwaarden binnen de EU buiten kijf dienen te staan, is het belangrijk dat de EU een stimulerende rol op zich neemt met betrekking tot de Italiaanse economie en werkende klasse. Een groot gedeelte van de Italianen is de EU gaan zien als een kop-van-jut voor alle problemen in het land, gestuwd door het ‘zij-tegen-ons-denken’ van populistische opportunisten. In het licht van een mogelijke Italiaanse schuldencrisis zijn strafprocedures, harde maatregelen – zoals in Griekenland in 2014 – ongewenst. Dit jaagt vele kiezers in het harnas en is koren op de molen voor nog meer populisme en anti-EU sentimenten. Zoals Brussel al heeft laten zien met het prijsplafond voor energie of de strijd voor een eerlijk minimumloon, kan het blok ook een belangrijke rol innemen als beschermer van de werkende klasse in Europa. Dit zou een goed begin kunnen zijn om, in landen zoals Italië, de angst voor het populisme om te zetten in kansen voor sociale, eerlijke, en democratische politiek.

Bronnen: Brookings Institution BBC The Guardian Washington Post

FotoWikiMedia Commons