Nederland en belastingparadijs, twee woorden die je steeds vaker in één zin hoort. In totaal zijn 55 van de 100 grootste bedrijven in Nederland gevestigd vanwege fiscale redenen. De belasting die deze bedrijven via Nederland ontwijken heeft veel nadelige gevolgen voor onder andere Afrikaanse landen waar Nederland ontwikkelingssamenwerking aan geeft. Om deze belastingontwijking tegen te gaan heeft het kabinet enkele succesvolle maatregelen genomen, althans zo stellen zij zelf in een recent verschenen Kamerbrief. Hoe effectief zijn deze maatregelen nou echt en wat zijn de gevolgen van Nederland als belastingparadijs?
Nederland: een paradijs voor bedrijven
Volgens het CBS waren er in 2020 ruim 37.000 buitenlandse bedrijven met een vestiging in Nederland. Eén van de redenen hiervoor die erg in het oog springt zijn de belastingvoordelen voor bedrijven die hier te verkrijgen zijn. Bij zogenoemde belastingparadijzen denkt men vaak aan eilanden als de Bahama’s of Bermuda of aan de plek waar bankiers al decennia hun geld bewaren: Zwitserland. Maar ook Nederland is een sluis voor bedrijven om tussen de regels door zo min mogelijk belasting te betalen. Als resultaat stond Nederland op plek 4 van de Corporate Tax Haven Index, waardoor Nederland met recht een belastingparadijs te noemen is. Eén van de bekendste voorbeelden hiervan is Shell, waarvan het voormalig hoofdkantoor in Nederland stond en wat daar nog steeds een belangrijke werkgever is. In 2021 betaalde het bedrijf effectief slechts 7% belasting over de 2,2 miljard winst die zij hadden verkregen in ons land. Dit staat in schril contrast met de bijna 31% effectieve belasting die Shell gemiddeld wereldwijd afdroeg.
Om deze vormen van belastingontwijking tegen te gaan heeft het kabinet actie ondernomen met als duidelijkste maatregel de conditionele bronbelasting die sinds 2021 in werking is. Volgens sommigen was dit slechts een PR-stunt, maar de maatregel is volgens het kabinet een succes, zo blijkt onder andere uit de eerder genoemde kamerbrief als reactie op de aanbevelingen van de Commissie doorstroomvennootschappen. Hierin zegt het kabinet dat de stroom naar laag belastende landen is gedaald van €39 miljard in 2019 naar €6 miljard in 2021. Ondanks dat dit inderdaad lijkt te duiden op een effectieve werking van de bronbelasting is dit niet het hele verhaal. Het merendeel van deze daling is namelijk helemaal niet toe te schrijven aan deze belasting, maar aan Ierse en Amerikaanse wetgeving, stelt een onderzoek van De Nederlandse Bank.
De negatieve gevolgen
De commissie doorstroomvenootschappen deed onder leiding van topambtenaar Bernard ter Haar een half jaar onderzoek naar de activiteiten van brievenbusfirma’s in Nederland. Zij concludeerde dat maatregelen om deze vorm van belastingontwijking tegen te gaan, zoals de bronbelasting, nog veel effectiever kunnen. De landen die het meeste belastinggeld mislopen door het bestaan van brievenbusfirma’s zijn meestal ontwikkelingslanden. Een goed voorbeeld hiervan is Oeganda, dat alleen al door drie buitenlandse bedrijven met een Nederlandse holding €257 miljoen aan belastinginkomsten misliep. Geld dat het land goed had kunnen gebruiken voor belangrijke publieke voorzieningen.
De overheid noemt als voornaamste reden van de belastingvoordelen die ze geven aan bedrijven dat ze veel banen opleveren en inkomsten genereren voor de staatskas. Deze voordelen zijn echter zeer gering en de nadelen die het verloren geld oplevert aan ontwikkelingssamenwerking staan hier totaal niet bij in verhouding.
In haar onderzoek kwam de commissie met een lijst van zowel fiscale als niet fiscale oplossingen. Onder andere het duurder maken van het aanhouden van brievenbusfirma’s en het opstellen van een internationaal register zodat duidelijk wordt wie precies profiteert werd aangeraden. Daarbij benadrukt de commissie ook het belang van internationale samenwerking om criminele doorstroomactiviteiten tegen te gaan. Het is te hopen dat de regering deze adviezen ter harte neemt en daadwerkelijk effectief beleid gaat voeren.
Op 18 mei van dit jaar brengt de overheid haar jaarlijkse rapportage uit omtrent beleidscoherentie voor ontwikkeling. Hierin staat in welke mate de Nederlandse inzet op ontwikkelingssamenwerking in de weg wordt gezeten door haar inzet op andere gebieden. Al met al wordt het afwachten wat er allemaal in deze rapportage zal staan, maar dat er een significante incoherentie bestaat tussen Nederlands belastingbeleid en beleid omtrent ontwikkelingssamenwerking moge duidelijk zijn.
Image: Pixaby