Zoek op
Sluit dit zoekvak.

Gabon volgt in reeks coups in ‘Françafrique’ – trend of toeval?

Foto: President Ali Bongo, afgezet na 56 jaar Bongo-heerschappij – Wikimedia Commons

 

Op 30 augustus kondigde de legerleiding van Gabon middels een televisietoespraak aan de macht in het land te hebben overgenomen. Vlak daarvoor werd Ali Bongo nog uitgeroepen als president voor zijn derde termijn. “Namens de inwoners van Gabon hebben we besloten om de vrede te bewaren door het huidige regime ten einde te brengen”. De coup volgt in een reeks van succesvolle militaire coups in zes landen sinds 2020. Het heeft er alle schijn van dat we te maken hebben met een trend van staatsgrepen die zich voltrekken in voormalig Franse koloniën in West- en Centraal-Afrika. Experts spreken ook wel van een ‘Francophone Spring’. Maar zijn deze ontwikkelingen volledig te wijden aan deze brede discours of scheren we ten onrechte alles over één kam? Wat te denken van de lokale context van deze landen. Diversiteit tussen landen mag immers niet vergeten worden.

 

Einde van Françafrique in zicht?

De geopolitieke context in de regio speelt zonder twijfel een rol in de vele coups. Anti-Frans sentiment groeit de laatste jaren aanzienlijk en heeft geleid tot succesvolle coups in Mali, Tsjaad, Guinee, Burkina-Faso, Niger en nu dus ook Gabon. De bevolking is de lange arm van Frankrijk zat. Bovengenoemde landen mogen dan wel onafhankelijkheid hebben afgedwongen in de periode 1958-1960, nog altijd hebben ze het gevoel dat hun land geëxploiteerd wordt door de oude koloniale macht. De ongelijke relatie tussen Frankrijk en zijn voormalige koloniën houdt stand – ook wel ’neokolonialisme’ genoemd. Franse bedrijven handelen naar hun eigen economische belang en hebben in veel gevallen de touwtjes in handen als het gaat om de exploitatie van de velen natuurlijke hulpbronnen die de landen rijk zijn, zoals uranium, olie, goud en andere mineralen. De koloniale erfenis is ook nog altijd te voelen in het financiële systeem. Zo is de CFA-frank, de munteenheid ingevoerd door Frankrijk tijdens de koloniale overheersing, nog altijd gelinkt aan de Europese Monetaire Unie en voorheen de Franse bank. Maar liefst veertien landen worden op deze manier nog altijd ‘in de greep gehouden’ door een monetair imperialistisch Frankrijk. Ook qua veiligheid is de bevolking kritisch op Frankrijk. De militaire aanwezigheid onder het mom van contraterrorisme, lijkt de situatie op de grond alleen maar erger te maken. Contraterrorisme lijkt ineffectief op de manier die Frankrijk hanteert, namelijk militaire symptoombestrijding in plaats van de ‘root causes’ aanpakken. De voedingsbodem wordt niet weggenomen terwijl er wel meer instabiliteit wordt gecreëerd en grieven jegens Frankrijk toenemen waardoor men vervolgens meer geneigd is zich aan te sluiten bij terroristische groeperingen. Men gelooft zelfs dat Frankrijk bewust de regio instabiel probeert te houden voor eigen gewin. Coupplegers stellen zich vervolgens op als anti-Frans en antikoloniaal om publieke steun te vergaren.

Waar de ene grootmacht zijn prominente positie verlaat, staat de volgende vaak te springen om het ontstane vacuüm op te vullen. Rusland stelt zich op als bevrijder en benadrukt de gemeenschappelijke wil om neokolonialisme tegen te gaan. Het profileert zich als een waardig alternatief voor het Westen – de gedeelde vijand. Russische troepen worden omarmd door de nieuwe heersende regimes omdat ze hen kunnen ondersteunen in het behouden van de macht.

 

Veiligheid niet gewaarborgd

Naast geopolitieke invloed, is er ook op regionaal niveau een gemeenschappelijke trend op te merken. Terroristische groeperingen hebben hun weg gevonden naar het Afrikaanse continent en in het bijzonder de Sahel-regio – een reeks landen over de breedte van het continent op de grens van de Sahara. Instabiliteit, armoede en corruptie creëren een zeer vruchtbare voedingsbodem voor terroristische groeperingen. Groeperingen die zich vormen vanuit lokale grieven maar ook groeperingen die hun verhaal aan laten sluiten op de meer mondiale bewegingen als IS en Al-Qaeda, meestal niet uit ideologische overwegingen maar vanwege het grote netwerk dat hiermee gemoeid gaat. Maar liefst 48% van de dodelijke slachtoffers als gevolg van terrorisme vallen in Sub-Sahara Afrika, meer dan in het Midden-Oosten. De Sahel heeft te maken met ’s werelds snelst groeiende en meest dodelijke terroristische groeperingen. De dreiging van terrorisme wordt door veel legerleidingen gebruikt als legitimatie om in te grijpen en de macht in het land over te nemen. De overtuiging is namelijk dat de huidige overheden falen in het beschermen van de bevolking. Een sterke, militaire aanpak spreekt de kwetsbare bevolking in veel gevallen wel aan. Deze trend gaat in ieder geval op voor de Sahel-regio, in mindere mate voor Gabon specifiek waar terrorisme nog niet doorgedrongen is in de samenleving. Toch is het sprekend dat de plekken waar dit wel een probleem is, eenzelfde ontwikkeling tonen.

 

Binnenlandse grieven

Na bovenstaande te hebben uitgelicht lijkt het evident dat de reeks coups volgt uit een gedeeld pakket van oorzaken. Echter is het te kortzichtig om te stellen dat dit dé oorzaken zijn. Ontwikkelingen in landen worden nooit volledig geproduceerd door mondiale trends alleen. Door de enorm geglobaliseerde wereld lijken we soms allemaal onderdeel te zijn van een structuralistisch systeem waar je als land geen invloed op hebt, maar de lokale context speelt wel degelijk nog altijd een grote rol. Onvrede over de nationale overheid en woede over nalatend beleid spelen ook mee. Corruptie speelt een grote rol in het zich afzetten tegen de regering. Zo belandt het vele geld dat verdiend wordt middels de natuurlijke rijkdom niet bij de bevolking, maar in de zakken van de elite. Grote delen van de bevolking leven in armoede ondanks de aanwezige rijkdom in de grond.

De meest recente en tevens onderbelichte coup, die in Gabon, kende ook zeker lokale oorzaken. In de week voor de staatsgreep vonden er presidentiële verkiezingen plaats. Ali Bongo, zoon van Omar Bongo die het land 41 jaar lang regeerde tot zijn dood in 2009, won en zou opgaan voor zijn derde termijn. Bongo zou 64% van de stemmen hebben verworven, tegenover 30% voor oppositiefiguur Albert Ondo Ossa. De verkiezingen werden door de oppositie bestempeld als onbetrouwbaar. Kort na de verkiezingen werd het internet afgesloten, een avondklok ingesteld en internationale media werd verbannen. In combinatie met een beperkte aanwezigheid van internationale waarnemers maakte dit de verkiezingen alles behalve transparant. De gemanipuleerde verkiezingen waren de druppel en de legerleiding nam het heft in handen.

 

Niet alle coups zijn hetzelfde, maar er zijn duidelijk gemeenschappelijke oorzaken. De onderliggende, vaak al langer borrelende onvrede over de regionale en geopolitieke situatie speelt een grote rol in potentiële coups. Echter, het is gevaarlijk om je te laten overspoelen door de mondiale trends en altijd de vinger te wijzen naar structurele ontwikkelingen. Het is de combinatie van factoren op alle drie de niveaus samen die de juiste voorwaarden voor een coup creëren. Gabon lijkt op het eerste gezicht prima te passen in de reeks aan coups in West- en Centraal-Afrika, maar de lokale context van onvrede over een autoritair regime hebben de coup uiteindelijk geïnitieerd. Zo is er in elke coup een specifieke, lokale beweegreden te ontdekken die de situatie uniek maakt. Wel kan de recente hoeveelheid coups een inspiratiebron vormen voor landen in de regio met vergelijkbare politieke contexten, waardoor een volgende coup elders alsmaar aannemelijker wordt.