Het is al meer dan honderd dagen geleden dat Belarus naar de stembus ging. Al meer dan honderd dagen gaan mensen dagelijks de straat op tegen het resultaat dat aan het eind van die stembusgang werd aangekondigd: de overwinning van zittend president Alexandr Loekasjenko. Zijn uitdaagster, Svetlana Tikhanovskaya, verkeert nu in ballingschap. Deze maand bezocht ze Nederland, waar ze bleef oproepen tot solidariteit met het demonstrerende Belarussische volk.
Sindsdien heeft Belarus meerdere golven van protest en geweld doorgemaakt. In de eerste dagen van de protesten tegen Loekasjenko’s zelfverklaarde overwinning werden duizenden mensen opgepakt en leidde geweld van het regime tot doden en gewonden op straat. Toen na enkele dagen de eerste gevangenen werden vrijgelaten, drongen de eerste berichten van ernstige martelingen in de gevangenissen tot de buitenwereld door. Bovendien werd niet iedereen vrijgelaten. De lijst van politieke gevangenen van Belarussische mensenrechtenorganisatie Viasna is mede hierdoor gegroeid.
Protest als noodzaak
Ondertussen blijven mensen dagelijks de straat op gaan: op zondagen gaan tien tot honderdduizenden in Minsk en overal in het land de straat op, doordeweeks zijn het kleinere groepen gepensioneerden, studenten en stakers. Zij riskeren iedere keer weer gearresteerd en ontslagen te worden, en gemarteld te worden, maar toch blijven zij protesteren. Ze protesteren in steden en dorpen, of in de buitenwijken van Minsk, omdat op zondagen de metrostations in het centrum worden afgesloten. Evenals het internet overigens, dat iedere zondag weer de lucht uit gaat om niet te veel ruchtbaarheid te geven aan de protesten: iets waar de Oostenrijkse moederbedrijf A1 weinig tegen lijkt te doen.
De protesten zijn één van de weinige manieren van het Belarussische volk om haar mening over het bewind van de dictator zichtbaar te maken, tegenover het geweldsmonopolie van Loekasjenka, die zich met zijn zoon na de verkiezingen zwaar bewapend liet filmen. Het is het enige middel dat het volk heeft in de strijd om het oog van de wereld, dat zich zo makkelijk laat afleiden door verkiezingen elders. Maar de prijs is hoog, want de inmiddels onrechtmatig beëdigde president op óns continent schuwt geen geweld.
Deze maand werden elke zondag meer dan duizend arrestaties verricht. Een dieptepunt deze maand was de dood van activist Raman Bandarenka die doodgeslagen werd na het aanspreken van een groep mensen in burgerkleding, die witte en rode linten aan het verwijderen waren bij een bekende protestlocatie: het plein van de verandering. Duizenden bezochten zijn begrafenis en zijn laatste chatbericht voor zijn dood, “ik kom naar buiten”, is nu een strijdkreet van de protesten.
Het volk is moe
“Het Belarussische volk is moe”, zei Tikhanovskaya tijdens haar bezoek aan Nederland. Het is moe en heeft behoefte aan hoop. Die hoop kan komen in allerlei vormen. Door te zien dat Loekasjenko niet erkend wordt door Europa en de door hen verkozen leidster wel in Europese hoofdsteden ontvangen wordt. Doordat de wit-rood-witte vlag, die Loekasjenko niet meer als nationale vlag wil erkennen, in Amsterdam en Eindhoven wappert tijdens haar bezoek en bijgedragen wordt in protesten van de Belarussische diaspora. Door het delen van informatie over wat er in Belarus gebeurt; solidariteitsacties als de adoptie van politieke gevangenen door parlementariërs zoals Tweede Kamerlid Bram van Ojik met Tikhanovskaya besprak; vertoningen van Belarussische (protest) kunst; bijdragen aan solidariteitsinitiatieven van groepen in Belarus en de diaspora zoals ‘BY Help’ of ‘BY Sol’; of iets simpels wat iedereen kan doen, zoals het sturen van een kaartje aan een politieke gevangene. Tikhanovskaya, wier man één van de meer dan 125 erkende politieke gevangen in Belarus is, zei tijdens haar bezoek: “Mensen in de gevangenis zijn als een kind zo blij met een kaart”. Het is een cadeautje om een brief uit het buitenland te krijgen. Het laat zien dat Europa achter ons staat”. Want hoewel er veel geld nodig is en praktische steun, is er vooral ook behoefte aan solidariteit en hoop.
Door: Christie Miedema
Foto: Unsplash