Zoek op
Sluit dit zoekvak.

Back to the ‘90ies: Servische politicus vermoord in Kosovo

Op 16 januari werd Oliver Ivanović, de belangrijkste Servische oppositieleider in Kosovo, voor zijn kantoor doodgeschoten. In tegenstelling tot berichtgeving in sommige media heeft deze moord hoogstwaarschijnlijk niets te maken met etnische verdeeldheid in Kosovo.  Drie maanden geleden maakte ik onderdeel uit van een kleine delegatie van het European Forum die Kosovo bezocht en spraken we Ivanović op zijn kantoor over de uitdagingen voor Kosovo in de aanloop naar de lokale verkiezingen. Hoe kan een dergelijke moord plaatsvinden in een de facto EU-protectoraat waar Europese militairen, rechters en ambtenaren de veiligheid moeten waarborgen en helpen met de opbouw van democratie en rechtstaat?  

“Ik voel me niet veilig”
Ivanović was tegenkandidaat voor burgermeester van Noord Mitrovica van de door Belgrado gesteunde Goran Rakić. Meerdere kandidaten van de lijst van Ivanović trokken zich na bedreigingen en fysiek geweld terug. De auto van Ivanović werd voor zijn huis in brand gestoken: een eerste waarschuwing. Zijn boodschap tijdens ons gesprek: veiligheid is prioriteit nummer één: “Mensen leven in angst. Het is een kleine gemeenschap en iedereen weet wat je stemt en met wie je praat. De georganiseerde misdaad maakt hier meer dan ooit de dienst uit”. Hij wees naar het raam van een flatgebouw tegenover zijn kantoor: “jonge jongens houden mij continue in de gaten, waar ik ben, met wie ik afspreek en wat ik doe om alles door te geven aan hun opdrachtgevers”. Hij vroeg of we de internationale instituties in de hoofdstad Pristina nog eens konden vragen om de veiligheid in het noorden van Kosovo te verbeteren: “Ik voel me niet veilig: in Noord-Mitrovica wonen 20.000 inwoners op twee vierkante kilometer. Er zijn twee grotere straten waar alles is. Iedereen weet waar ik woon en werk. Elke dag loop ik vijf minuten naar mijn kantoor en in de middag terug, dezelfde route. Hoe moeilijk kan het zijn om dit te beveiligen?! Als mensen in angst leven zijn er ook geen eerlijke verkiezingen mogelijk”. Zijn vele oproepen bleken tevergeefs.

Rule of Law?
De volgende dag in Pristina brachten we de boodschap van Ivanović over aan de hoge vertegenwoordigers van de European Union Rule of Law Mission, OVSE en European Union Office in Kosovo. Ze reageerden gelaten: ze kenden het verhaal van Ivanović en zouden er alles aan doen wat binnen hun mandaat mogelijk is om eerlijke stembusgang te waarborgen”. Ze waren geenszins bereid om extra maatregelen te nemen – na jarenlang aandringen van maatschappelijke organisaties en lokale politici – om de georganiseerde misdaad in het noorden van Kosovo te beteugelen. Hoewel het onderzoek nog gaande heeft het alle schijn van dat de door Belgrado getolereerde lokale criminelen verantwoordelijk zijn voor de moord op Ivanović: “ik ben meer bang voor de Serviërs dan de Albanezen”, zei Ivanović in een interview. Tijdens de verkiezingscampagne draaide de pro-regering televisiezender Pink een spotje waarin de oppositieleider als een verrader werd weggezet, een vriend van de Albanezen.

De moord op Ivanović bevestigt het beeld van het noorden van Kosovo als het Wilde Westen. Lopend door de straten van Mitrovica is de angst en onvrede onder de bevolking haast voelbaar. Lokale criminelen met zwarte terreinwagens zonder kenteken drinken koffie in de hoofdstraat. De internationale gemeenschap kan geen stabiliteit garanderen en kijkt liever weg, de regering in Pristina heeft geen controle over het gebied en de regering in Belgrado laat de lokale criminelen hun gang gaan zolang de geopolitieke belangen van Servië gewaarborgd zijn en de pro-regeringspartijen de verkiezingen winnen.

Verdeeldheid als politiek middel
Ivanović was een gematigde en pragmatische politicus. Hij was de eerste Servische politicus die na de oorlog naar Pristina durfde af te reizen om oplossingen te zoeken voor alledaagse problemen van de Kosovaren zoals veiligheid, stroom- en watervoorziening en economische ontwikkeling. Hij sprak Albanees en dat opende vele deuren. Hij was een doorn in het oog van de nationalisten die liever verdeeldheid zaaien dan bruggen bouwen. Zijn redelijkheid en bereidheid tot het sluiten van compromissen moest hij met de dood bekopen. 

Danijel Tadić, Foundation Max van der Stoel