Toen de Russische president Vladimir Poetin op 3 september, ondanks het arrestatiebevel dat het Internationaal Strafhof in Den Haag ruim een jaar geleden tegen hem gevorderd had, onbevreesd buurland Mongolië kon bezoeken, was de reactie van de Westerse wereld woedend. De Verenigde Staten hebben Mongolië bijvoorbeeld opgeroepen om het internationaal recht te allen tijde te blijven steunen, terwijl de Europese Unie het gedrag van Mongolië sterk afkeurde en haar onverdeelde steun voor het Internationaal Strafhof uitsprak.
Deze reactie is niet heel verrassend. Mongolië is al sinds 2000 een lid van het Strafhof en is volgens het Statuut van Rome verplicht om voortvluchtigen van het Strafhof die hun grondgebied betreden te arresteren. Wettelijk had het Poetin dus moeten weigeren of arresteren, zoals Zuid-Afrika dat eerder dit jaar nog wel gedaan had toen de Russische president niet welkom was op een BRICS-top die zij georganiseerd hadden. Het gedrag van Mongolië is zelfs nog opmerkelijker met het oog op een verklaring die zij onlangs nog gesteund hebben om de onafhankelijkheid en integriteit van het Strafhof ondubbelzinnig te onderschrijven. Dit alles lijkt te suggereren dat Mongolië het internationaal recht enkel steunt wanneer het haar uitkomt, maar niet wanneer een van haar belangrijkste handelspartners hierdoor in het geding komt.
Met twee maten meten
Dit is natuurlijk een kwalijke zaak, maar de Verenigde Staten en veel landen van de EU zijn zelf ook niet onschuldig. Toen Karim Khan, de hoofdaanklager van het Strafhof, in mei een arrestatiebevel voor de Israëlische president Benjamin Netanyahu en zijn minister van defensie had geëist, wekte dit veel onvrede op. Hoewel sommige Europese landen, zoals België, Spanje en Frankrijk het besluit steunden, bekritiseerden de Verenigde Staten en veel Europese landen het ten zeerste. Duitsland beschuldigde Khan er bijvoorbeeld van dat hij Netanyahu op gelijke voet zou zetten met Hamas, terwijl President Biden van de Verenigde Staten het arrestatiebevel “schandalig” noemde. In de Verenigde Staten is zelfs een wetsvoorstel aangenomen om het Strafhof sancties op te leggen.
Hoewel deze landen Mongolië dus bekritiseren, respecteren zij zelf de autoriteit van het Strafhof ook helemaal niet. Dit laat zien dat veel Westerse landen het internationaal recht wel graag gebruiken als een stok om mee te slaan, maar het in twijfel trekken wanneer ze zelf geslagen kunnen worden. Op deze manier wordt het internationaal recht een politiek spelletje, waarbij het belangrijker is dat je sterke bondgenoten hebt dan de vraag of je daadwerkelijk iets misdaan hebt.
Rechtvaardigheid voor iedereen
Dit is niet de eerste keer dat het Internationaal Strafhof en het internationaal recht in opspraak komen. In 2016 heeft Zuid-Afrika bijvoorbeeld serieus overwogen om haar lidmaatschap van het Strafhof op te zeggen, omdat het zich naar hun oordeel nagenoeg exclusief op misdadigers uit het Afrikaanse continent richtte. Het Strafhof zou hiermee een soort neokoloniaal instituut zijn waarmee het Westen Afrikaanse landen haar wetten oplegt. Amnesty International sluit zich aan bij deze kritiek en benadrukt dat tot nu toe bijna alle vervolgden uit Afrika komen, terwijl Europese of Amerikaanse misdadigers eigenlijk nooit veroordeeld worden. Dit ondergraaft natuurlijk het vertrouwen in het internationaal recht, of tenminste de toepassing ervan.
Gelukkig heeft Zuid-Afrika haar lidmaatschap destijds niet opgegeven en neemt het nu zelf juist het initiatief op het gebied van het internationaal recht. Zo heeft het in december 2023 bij het Internationaal Gerechtshof Israël aangeklaagd voor genocide in de Gazastrook. Hiernaast heeft Nicaragua haar hierin al gevolgd door Duitsland aan te klagen voor het bijstaan van Israël in hun vermeende genocide. Afgezien van de vraag of deze aanklachten terecht zijn of niet, is dit een belangrijke ontwikkeling voor het internationaal recht. Dit geeft aan dat het recht zowel voor het Westen als voor de rest van de wereld geldt, waardoor landen zoals Zuid-Afrika en Nicaragua volwaardig kunnen participeren. Dit vinden landen zoals Israël en Duitsland wellicht niet leuk, maar toch is het op de lange termijn beter voor iedereen. Het internationaal recht wint hiermee aan geloofwaardigheid.
Niemand staat boven de wet
Dit neemt natuurlijk niet weg dat een instituut als het Internationaal Strafhof geen arrestaties kan faciliteren en afhankelijk blijft van lidstaten om arrestatiebevelen op te volgen. Daarnaast hebben ook niet alle landen op aarde het Statuut van Rome ondertekend, waarmee ze verklaren veroordeelden aan het Strafhof uit te leveren. Om deze reden gaan sommige criminelen alsnog vrijuit, maar dit is geen reden om het Strafhof zelf te bekritiseren. Wij moeten juist lidstaten en landen die nog geen lid zijn aanspreken op hun gedrag.
Mongolië verdient dan ook zeker kritiek, maar hetzelfde geldt voor landen als Duitsland en de Verenigde Staten. Dit zijn machtige landen die hun bondgenoten constant de hand boven het hoofd houden en denken dat zij zelf boven de wet staan. Dit is natuurlijk enorm onrechtvaardig. Het internationale recht is er juist zodat kwetsbare personen en gebieden een sterkere of grotere groep kunnen aanspreken. Dat is ook het mooie aan het Internationaal Strafhof. Zonder dit soort organisaties heerst het recht van de sterkste en kunnen landen zoals Rusland doen waar zij zelf zin in hebben. Dit moeten wij koste wat het kost voorkomen, zodat niet alleen de sterkste landen in veiligheid kunnen leven.
Diep in de spiegel kijken
Als het Internationaal Strafhof goed functioneert, dringt het straffeloosheid terug en kan iedereen op elke plek op aarde opgepakt worden voor hun misdaden. Dit heeft niet alleen een afschrikwekkend effect, maar maakt het ook mogelijk voor slachtoffers om gerechtigheid te krijgen. Poetins ontvangst in Mongolië geeft aan dat dit momenteel nog niet het geval is. Dit is echter geen reden om Mongolië alleen heel hard aan te pakken, maar ook juist om diep in de spiegel te kijken. Wanneer zelfs de landen die het Strafhof het meest zeggen te steunen haar beslissingen in twijfel gaan trekken, gaat er iets goed mis. Dit verraadt dat ze het internationaal recht helemaal niet zo belangrijk vinden en ze meer om hun politieke bondgenootschappen geven. Waarom zou Mongolië zich dan nog de woede van het veel machtigere Rusland op de hals halen? Alleen als niemand boven de wet staat wordt iedereen beschermd door het internationaal recht. Het Strafhof speelt hierbij een cruciale rol die niet lichtzinnig opgevat moet worden.
Rechten zijn niet alleen van toepassing wanneer ze goed uitkomen, maar juist wanneer het je in verlegenheid brengt. Landen die het internationaal recht steunen moeten júist dan achter het Strafhof gaan staan en niet toegeven aan de druk van hun vriendjes. Mongolië, Duitsland en de Verenigde Staten zijn hier helaas niet in geslaagd, maar er is hoop. Als alle landen het voorbeeld van Zuid-Afrika zouden volgen kan het hopelijk nog de goede kant opgaan met het internationaal recht.