Zoek op
Sluit dit zoekvak.

China’s toenemende invloed in Europa’s achtertuin

Foto: Bouw van een brug over de Morača-vallei, Montenegro, als onderdeel van de Bar-Boljare snelweg – Wikimedia Commons

 

China timmert al enige tijd aan de weg om de nieuwe mondiale supermacht te worden. The Belt and Road Inititave is onderdeel van deze expansiedrift. China is erop gebrand om zijn global footprint te vergroten en doet dit door op strategische plekken flink te investeren in onder andere infrastructuur onder het mom van deze Nieuwe Zijderoute. De uitdagingen op – onder meer – het gebied van infrastructuur en het inerte toetredingsproces tot de EU maken de Westelijke Balkan een perfecte kandidaat voor externe invloed. Niet alleen op economisch gebied vergroot China haar invloed op de Balkan, ook in politieke en sociaal-maatschappelijke zin mengt het zich steeds meer in de lokale context.

 

De relatie China-Westelijke Balkan kent een historische basis van socialisme en gedeelde communistische nostalgie. Echter, heden ten dage staan handel, investeringen en transport centraal in de Chinese buitenlandstrategieën voor onder andere de Balkan-regio. China speelt hier handig in op de ontwikkeling van deze landen, door enorme investeringen te doen in de infrastructurele- en energiesector. Chinese leningen met weinig voorwaarden zijn aantrekkelijk voor deze landen die te maken hebben met economische emigratie en weinig uitzicht op ondersteuning vanuit de EU. Deze verhouding leidt in veel gevallen tot een zogeheten ‘debt trap’: buitenlandse investeringen zijn op het eerste gezicht een verademing voor de economie, maar men weet dat de enorme leningen nooit terugbetaald kunnen worden. Beijing is zich hier heel goed van bewust en vergroot hiermee de afhankelijkheid van deze landen richting China. Als de schuld niet terugbetaald kan worden, moet er gezocht worden naar alternatieven waarmee China op enige manier wordt gecompenseerd. Middels investeringen en het versterken van diplomatieke banden verzekert China zich van een strategische positie op de Balkan. We lichten drie landen uit.

Servië

Servië heeft historisch gezien altijd een open houding gehad richting niet-Europese actoren. Buitenlandbeleid is erop gericht om gebruik te maken van ondersteuning en middelen van historisch ideologische partners als Rusland en China, ook in het post-Joegoslavische tijdperk. In 2009 tekenden China en Servië een samenwerkingsovereenkomst. Initieel waren Chinese investeringen beperkt en vooral gericht op infrastructuur. Ging het tussen 2009 en 2015 nog om enkele tot tientallen miljoenen, sindsdien gaat het om honderden miljoenen jaarlijks. Economische banden werden sterker en sterker en Servië wist zich te verzekeren van grotere investeringen. In de daaropvolgende jaren werden er sprongen gemaakt door Chinese overname van een staalconglomeraat in 2016 en honderden miljoenen aan investeringen in de mijnbouw en bandenfabrieken in 2018. Chinese investeringen omvatte in 2022 een groter bedrag dan alle EU-leden samen – bijna anderhalf miljard euro (1500 miljoen). Mijnbouw en de auto-industrie zijn de paradepaardjes van China in Servië. Lage productiekosten, geschoolde arbeidskrachten en de Europese markt om de hoek maken Servië aantrekkelijk voor de auto-industrie. Beijing is niet de enige investeerder maar wel veruit de grootste en wordt gezien als een belangrijke impuls voor de kwakkelende Servische economie. De grote investeringen hebben gezorgd voor een heropleving van de staal- en mijnbouw. Afgelopen oktober werden er nog nieuwe contracten getekend met Chinese bedrijven om 300 kilometer aan nieuwe wegen te realiseren. De korte termijneffecten zijn een verademing voor de economie, maar door de beperkte voorwaarden die Servië stelt is het onzeker wat op de lange termijn de mogelijke gevolgen zijn wat betreft (on)afhankelijkheid en milieueffecten.

Niet alleen op economisch gebied, ook in de politiek, media en academische wereld weet China inmiddels zijn stempel te drukken. Politici en bestuurders verantwoordelijk voor de sectoren waar China economisch in investeert, spreken niets uit dan waardering. Overeenkomsten tussen China en lokale autoriteiten zijn niet ongewoon, zoals het Smart City project in Belgrado. In de media wordt China enkel in positief daglicht gezet, waarbij economie de boventoon voert en gevoeligheden worden vermeden. Pro-Chinese uitlatingen vinden gemakkelijk hun weg in het medialandschap dat grotendeels in bezit is van de staat, welke profiteert van het geld uit Beijing.

Tot nu toe is Servië redelijk succesvol gebleken in deze balanceeract tussen Oost en West – Servië karakteriseert zich met deze multi-vector policy. Economische en politieke samenwerking hebben van China een van de grootste partners van Servië gemaakt. Er doen zelfs stemmen op dat Servië onderdeel zou moeten worden van de BRICS-landen, om maar aan te geven hoe innig de relatie met deze landen wordt gevoeld, in het bijzonder met China en Rusland. De EU is gewaarschuwd.

Montenegro

Centraal in het verhaal van Montenegro-China staat een megaproject van een 165 kilometer lange snelweg die de kustplaats Bar moet verbinden met het binnenland tot aan de grens met Servië. Het project – bekend onder de naam Bar-Boljare – werd geïnitieerd in 2014. Om een snelweg door bijna onbegaanbaar terrein van bergen en dalen mogelijk te maken, is veel geld nodig. Een contract met de China Road and Bridge Corporation in combinatie met een Chinese lening van bijna 700 miljoen dollar, maakte de bouw van het eerste deel mogelijk – een sectie van 41 kilometer geopend in 2022. Montenegro zit inmiddels tot over zijn oren in de schulden. De nationale schuld was in 2021 zo groot als ’s lands BNP, de helft daarvan is verschuldigd aan Beijing. Montenegro lijkt zich sindsdien gerealiseerd te hebben dat dit een onhoudbare gang van zaken is. Ondanks deze negatieve lading wordt het project vooral geframed als de poort naar Europa en daarmee onderdeel van Montenegro’s Europese integratie. China wordt de laatste jaren door politici en beleidsmakers zo min mogelijk expliciet genoemd, om de schijn te wekken dat het toch echt een Montenegrijns project is. Het feit dat de snelweg tot op heden vooral intern voor connectiviteit zorgt en in de toekomst met Servië – dat op verschillende terreinen op gespannen voet staat met de EU – lijkt weinig uit te maken in deze retoriek. Het tonen van modernisering is het hoofddoel.

De media zijn overwegend positief maar hebben ook steeds meer aandacht voor de negatieve gevolgen van Chinese inmenging en de negatieve gevolgen van de infrastructurele projecten. Beijing wordt vooral gezien als welkome economische partner. China’s politieke invloed daarentegen is beperkt, dit omdat Montenegro geopolitiek een kleine rol speelt en de grootte van de economie beperkt is in de regio. Daarnaast is Montenegro uitgesproken pro-EU.

Montenegro is een schoolvoorbeeld gebleken van hoe je niet met een supermacht als China om moet gaan en hoe te hoge ambities in het water kunnen vallen, al zien de Montenegrijnen zelf vooral de economische voorspoed die bijvoorbeeld de snelweg tot nu toe heeft gebracht, zoals op het gebied van toerisme. De staatsschuld loopt de laatste tijd weliswaar terug en Montenegro lijkt geleerd te hebben van de economische risico’s die Chinees geld met zich meebrengt. Desalniettemin zullen de gevolgen van deze contracten lange tijd doorsijpelen in de Montenegrijnse economie. Montenegro is zich inmiddels bewust van de politieke sensitiviteit die samenwerking met Beijing met zich meebrengt en deals om de volgende secties van de Bar-Boljare snelweg te financieren zijn nog niet gesloten. Hier ligt een kans voor Europese investeringen om Montenegro na al die jaren meer hoop te kunnen bieden om daadwerkelijk de poort naar Europa, in samenwerking mét Europa, te worden.

Noord-Macedonië

In Noord-Macedonië staat, kenmerkend, ook een snelwegproject op het menu, maar dan een waarvan de eerste meter nog niet in gebruik is. In 2014 werd het plan van de Kicevo-Ohrid snelweg gepresenteerd. De kosten worden inmiddels geschat op zo’n 600 miljoen euro, zonder dat er ook maar een begaanbaar stuk weg ligt. Noord-Macedonië is een belangrijke verbinding in het Belt and Road Initiative. Het vormt de spil in het transport van de grootste haven van de Middellandse Zee – in Piraeus, Athene waarin China een meerderheidsaandeel in heeft – naar de rest van Zuidoost- en Centraal-Europa. Zeker wanneer het land toetreedt tot de EU, is de toegang tot de Europese markt gegarandeerd.

Beijing weet dankbaar gebruik te maken van de corruptieproblematiek in Noord-Macedonië. Middels giften en tripjes naar China wordt gepoogd beleidsmakers over te halen samen te werken. Tijdens de twee snelwegprojecten zijn hoge ambtenaren omgekocht. De Macedonische mediasector is gevoelig voor Chinese propaganda. Door het grote aantal media outlets is er veel concurrentie die strijden om financiering. In combinatie met weinig publieke interesse en een beperkte kritische blik, zijn media gevoelig voor Chinese methoden van beïnvloeding. Middels het Confucius Instituut weet China de academische wereld te beïnvloeden – de officiële standpunten van de Communistische Partij worden verspreid en er is weinig ruimte voor discussie.

 

China wil dé mondiale grootmacht worden en daarbij horen verschillende vormen van macht, zowel op economisch gebied maar ook rondom het algehele beeld van China. De Westelijke Balkan is een aantrekkelijke regio om China een plek te kunnen garanderen op het Europese continent. De enorme leningen en daaropvolgende schuldenlast maken de reeds kwetsbare landen in potentie afhankelijk van China en daarmee nog kwetsbaarder. Door financiële investeringen en het aanhalen van diplomatieke banden is China een grote speler geworden op het Europese continent, economisch maar ook in bestuur en media. Om tegenwicht te kunnen bieden en China niet de vrije loop te verschaffen, is het cruciaal dat Europese instellingen een aantrekkelijk economisch en bestuurlijk model blijven agenderen in de Westelijke Balkan. Duidelijk perspectief op EU-toetreding is en blijft het belangrijkste middel hiertoe. Hierin zijn er nog veel obstakels te winnen – zowel binnen de EU als in de kandidaat-landen zelf.