Zoek op
Sluit dit zoekvak.

Zorgen over geweld Israëlische kolonisten op de bezette Westelijke Jordaanoever 

Foto: Een Israëlische nederzetting op de Westelijke Jordaanoever onder constructie in 2017 – Ronan Shenhav/Flickr

De bloedige oorlog tussen Hamas en Israël is inmiddels meer dan 5 weken gaande en het einde is nog niet in zicht. In de verslaglegging van het conflict ligt de focus momenteel voornamelijk op Gaza. Toch is het van belang om ook goed naar de Westelijke Jordaanoever te kijken. Enerzijds omdat door de oorlog in Gaza  hier de al hoge spanningen verder zijn opgelopen, anderzijds omdat de situatie op de Westelijke Jordaanoever een voedingsbron is van het conflict in Gaza.

De afgelopen maanden, dus ook al voor de terroristische aanval van Hamas op 7 oktober, zijn de spanningen op de Westelijke Jordaanoever enorm opgelopen. Een belangrijke oorzaak hiervan is de vorming van een nieuwe Israëlische regering, welke sterk beïnvloed wordt door extreemrechtse partijen. Onder andere de extreemrechtse minister van Nationale Veiligheid Ben Gvir is een hardliner. Ben Gvir, zelf een kolonist, maakt er geen geheim van dat hij vindt dat de Westelijke Jordaanoever onderdeel van Israël moet zijn en prees in het verleden kolonisten die Palestijnen aanvielen. Kolonisten worden door de huidige regering gesteund en daarnaast sinds 7 oktober ook bewapend. De kolonisten kunnen ernstig geweld plegen, zonder hiervoor berecht te worden.

De onrust is niet van vandaag, maar het gevolg van de decennialange kolonisatiepolitiek van Israël, waarbij het leefgebied van Palestijnen steeds verder wordt ingeperkt en waarbij de Palestijnen zwaar worden onderdrukt en worden behandeld als tweederangsburgers. Dit zorgde voor een erg gespannen situatie die ook regelmatig resulteerde in doden en gewonden. De afgelopen weken is het conflict geëscaleerd en zijn er al meer dan 185 mensen omgekomen en meer dan 2500 mensen gewond geraakt op de Westelijke Jordaanoever. Dit is een grove schending van het internationaal recht en daarom moet Nederland aandringen op verder onderzoek vanuit het Internationaal Strafhof (ICC). In dit artikel zal verdere achtergrond worden gegeven bij deze ontwikkelingen.

Geschiedenis

Zoals gezegd is er nogal wat voorgeschiedenis om rekening mee te houden. Na de stichting van Israël in 1948 werd de Westelijke Jordaanoever geclaimd door Jordanië. Toen Jordanië in 1967 samen met Egypte en Syrië Israël aanviel en werd verslagen tijdens de Zesdaagse oorlog, bezette Israël de Westelijke Jordaanoever. Tijdens de bezetting, die nog steeds gaande is, werden in de jaren 70 en 80 nederzettingen gesticht op land waar oorspronkelijk Palestijnse families woonden, maar die voor de oorlog waren gevlucht. Aanvankelijk waren deze nederzettingen voornamelijk bedoeld als veiligheidsbuffer tussen Israël en de Palestijnse gebieden, maar na verloop van tijd werden over de gehele Westelijke Jordaanoever Israëlische nederzettingen gebouwd. De nederzettingen zijn in de loop der jaren steeds verder uitgebreid en er worden ook nu nog nieuwe nederzettingen gesticht door Israëlische kolonisten. Het leefgebied voor Palestijnen wordt hierdoor steeds kleiner en onveiliger en grote groepen Palestijnen zijn de afgelopen jaren verdreven van hun land en uit hun huis. Dit is een grove schending van het internationale recht en hier moet streng tegen worden opgetreden.

Het internationaal recht is duidelijk

Volgens de VN zijn er sinds 2022 minstens 488 Palestijnen verdreven uit zeven gemeenschappen in waaronder 263 kinderen. Area C is een gebied dat ongeveer 60% van de Westelijke Jordaanoever beslaat en onder controle is van het Israëlische leger. Zij voelden zich door geweld en intimidatie gedwongen om het gebied te verlaten. Volgens het internationale recht is elke vorm van ‘forced displacement’ verboden en hoeft dit niet alleen gewelddadig zijn. Ook het dreigen met geweld of psychische oppressie of het misbruiken van macht is verboden. Van deze factoren is volgens verschillende VN experts sprake op de Westelijke Jordaanoever en dit zorgt voor een sterk gevoel van onveiligheid bij de Palestijnse bevolking.  Allereerst kunnen Palestijnen zich niet vrij bewegen over de Westelijke Jordaanoever. Om te mogen reizen zijn ze verplicht een reisvergunning aan te vragen bij de Israëlische overheid. Dit proces is langdurig en niet-transparant en zorgt ervoor dat mensen vaak lang in onzekerheid zitten, of überhaupt niet kunnen reizen, zonder duidelijke reden. Het belemmert de ontwikkeling van de economie en mensen zitten opgesloten in het gebied waar ze wonen. Deze restricties gelden alleen voor Palestijnen; Israëliërs en buitenlanders kunnen zich vrij verplaatsen zonder vergunning. Hiernaast is ook gewelddadige oppressie steeds meer voorkomend. In het eerste half jaar van 2023, dus nog voor de aanslagen van 7 oktober, werden er 591 aanvallen van Israëlische kolonisten geregistreerd. Hierbij kwamen 6 Palestijnen om het leven en meer dan 200 mensen raakten gewond, een stijging van 39 procent ten opzichte van 2022.

De agressie van kolonisten neemt toe

Een voorbeeld van zulke agressie is de aanval van Israëlische kolonisten op het Palestijnse dorp Umm Safa op 24 juni 2023. Vijf dagen op rij bestormden hier groepen van zo’n honderd bewapende Israëlische kolonisten het dorp en staken huizen en auto’s in brand. Het Israëlische leger was aanwezig, maar greep niet in en pakte slechts één aanvaller op. Dit voorbeeld is tekenend voor de situatie op de Westelijke Jordaanoever. Kolonisten krijgen vrij spel van het Israëlische leger en breidden met extreem geweld hun territorium uit. Daarbij is het risico op vervolging voor kolonisten nihil. Uit onderzoek van Yesh Din, een Israëlische mensenrechtenorganisatie die kolonistengeweld monitort, is gebleken dat maar zeven procent van de verdachten wordt aangeklaagd en dat hiervan maar drie procent daadwerkelijk wordt veroordeeld.

Nu een groot gedeelte van de Israëlische troepen rond Gaza zijn gestationeerd, heeft de Israëlische regering besloten om kolonisten te voorzien van zware wapens en uniforms.

Onhoudbare situatie

Israël heeft hiermee een gevaarlijk precedent geschept, waarbij Israëlische kolonisten straffeloos Palestijnen aan kunnen vallen en kunnen vermoorden. De Israëlische veiligheidsdiensten zijn er wel, maar doen nagenoeg niks en beschermen de kolonisten juist. Sinds het uitbreken van de oorlog zijn er al 122 Palestijnse doden gevallen door gevechten met het Israëlische leger en bewapende kolonisten. Ook zijn er meer dan 800 Palestijnen verdreven. Groepen kolonisten vallen Palestijnse dorpen aan, martelen de bewoners en nemen hun huizen in, waarbij ook hun spullen, auto’s en vee worden geroofd.

Deze situatie is onhoudbaar. Met de actieve bewapening van kolonisten op de Westelijke Jordaanoever raakt een vreedzame oplossing voor de Westelijke Jordaanoever nog verder uit het zicht. Bovendien is er veel kritiek op Israël vanuit de internationale gemeenschap. Veelzeggend is het feit dat de ambassadeurs van de Verenigde Staten en Duitsland, trouwe bondgenoten van Israël, de Israëlische regering hebben opgeroepen om het geweld van de kolonisten in te dammen. Ook Nederland moet er bij de Israëlische regering op aandringen dit te stoppen en moet daarnaast het Internationaal Strafhof vragen verder te gaan met het doen van onderzoek naar de aanvallen en bezetting.

Meer lezen over het conflict? Eerder schreven we artikelen over de oorlog in Gaza en de aanvallen op de Palestijnse stad Jenin.