Inmiddels twee maanden geleden stelde Lammert van Raan van de Partij voor de Dieren 25 zeer kritische Kamervragen aan Minister Hoekstra van Financiën en Minister Wiebes van Economische Zaken en Klimaat over de twijfelachtige klimaatplannen van olie- en gasbedrijven. Minister Wiebes had lang de tijd nodig om antwoord te geven. Toen het uiteindelijk kwam, bleek de minister een uitstekende woordvoerder voor Shell en een kampioen in het ontwijken van vragen en daarmee verantwoordelijkheden.
Verantwoordelijkheid
De vragen van Lammert van Raan waren gebaseerd op een onderzoek van Oil Change International, waaruit bleek dat de meest recente klimaatplannen van o.a. Shell, BP, Total en ENI bij lange na niet genoeg zijn om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5 graad Celsius. De plannen van acht onderzochte olie- en gasgiganten blijken na een grondige check veel minder vooruitstrevend dan deze bedrijven het publiek willen doen geloven. Tegelijkertijd presenteert Shell zichzelf als grote ‘verduurzamer’. Zo bracht Shell een poll uit op Twitter met de vraag: “wat ben jij bereid te veranderen om de CO2-uitstoot omlaag te brengen?”.
Dit noemt men in de volksmond ook wel ‘green-washing’: een werkmethode waarin bedrijven als Shell veinzen zich in te zetten voor een duurzame en leefbare planeet, maar dit achter de schermen grofweg achterwege laten. Vaak gebeurt dit door de verantwoordelijkheid voor vergroening in de schoenen van de burger te schuiven. Minister Wiebes leek het hierover roerend eens met Shell, door aan te geven dat “het aan burgers is om de juiste prikkels te geven aan bedrijven, zodat die hun investeringsgedrag aanpassen”. Dat is net zoiets als aan de Nederlandse burger vragen om allemaal wat salaris in te leveren zodat onverantwoordelijk rijke profvoetballers dat ook doen: een omgekeerde wereld dus.
De Minister wil dus dat de consument zich verantwoordelijk gedraagt om zo olie- en gasbedrijven te bemoedigen hun gedrag te veranderen. Tegelijkertijd geeft de Minister in zijn antwoorden diezelfde olie- en gasbedrijven wel een vrijkaartje om onverantwoordelijk gedrag van consumenten te bemoedigen door middel van reclame: “Bedrijven moeten de keuze maken waarin zij investeren en kunnen daarvoor reclame maken”.
Commitment
Het lijkt een opeenstapeling van in elkaar geknutselde antwoorden, terwijl de feiten toch voor zich spreken: olie- en gasbedrijven als Shell houden zich simpelweg niet aan het Parijsakkoord. Als kers op de taart leek ontkent minister Wiebes zelfs deze feiten: “diverse olie- en gasbedrijven zoals Shell hebben het Klimaatakkoord ondertekend en zich gecommitteerd”. Maar wat betekent dit commitment op papier, als de uitvoering vervolgens niet in orde is? Dat is waar de overheid een grote rol zou moeten spelen: in het opstellen van heldere criteria en maatregelen wanneer deze criteria niet gehaald worden.
Minister Wiebes geeft aan hiermee bezig te zijn. Het kabinet gaat namelijk de gasproductie in Groningen afbouwen en beëindigen en wil gaswinning verplaatsen naar kleinere Nederlandse velden op land en op zee, wat duurzamer zou zijn. Daar probeert de Minister er te makkelijk vanaf te komen. Algemeen bekend is namelijk dat olie en gasgiganten als Shell hun gaswinning grotendeels uit het buitenland halen, uit onder andere ontwikkelingslanden. De verantwoordelijkheden van olie- en gasbedrijven, en daarmee de verantwoordelijkheid van het kabinet, gaat verder dan de Nederlandse grens. Klimaatverandering is immers een wereldwijd probleem en beperkt zich niet tot de Groningse velden. “De grote vervuilers zijn met steun van de Nederlandse regering overal actief en de minister mag niet wegkijken van de internationale gevolgen”, aldus Partij voor de Dieren.
Op internationaal gebied lijkt Minister Wiebes ook een poging te wagen. Hij zegt internationaal bezig te zijn met de afbouw van financiële prikkels voor fossiele brandstoffen. Zo is Nederland op het gebied van exportkredietverzekeringen begonnen met vergroening van de verzekeringsportefeuille. Daarin verwijst de Minister maar al te graag naar de ‘monitor exportkredietverzekeringen’ van 2019, waar vergroening vaak genoemd werd. Echter werd ook duidelijk dat van daadwerkelijke vergroening geen sprake is. Sterker nog, de getallen en percentages zijn bijna identiek aan de jaren daarvoor: 1,5 miljard euro per jaar naar de fossiele industrie.
Handje vasthouden
Minister Wiebes lijkt in zijn beantwoording van de vele vragen van Lammert van Raan de plank meerdere keren mis te slaan, en zich meer voor te doen als een woordvoerder van Shell dan als Nederlands Minister van Economische Zaken en Klimaat. De Minister lijkt zich verantwoordelijk te voelen voor het beschermen van bedrijven als Shell. Alsof zij niet bekritiseerd mogen worden voor hun vervuilende beleid. De Minister zou een andere verantwoordelijkheid moeten nemen, namelijk het beschermen van onze milieu- en leefomgeving, die bedreigd wordt door olie- en gasbedrijven. Sterker nog, de Minister is dit na de Urgenda-zaak wettelijk verplicht.
Wiebes’ woorden zijn tegenstrijdig aan zijn daden, vindt ook Partij voor de Dieren. De opstelling van de minister is volgens hen onverantwoord. Kamerlid Lammert van Raan: “Het beleid van de minister sorteert voor op ecocide. In woord zegt de minister te willen stoppen met het stimuleren van de fossiele sector en subsidies voor houtige biomassa uit te willen faseren. In daad blijkt het tegenovergestelde het geval: de minister houdt de hand boven het hoofd van vervuilers, zij blijven betaald en beschermd. Deze houding ondermijnt de transitie naar een rechtvaardige en klimaatneutrale samenleving, maar dat is kennelijk weer een zorg voor toekomstige generaties, als het aan de minister ligt.”
Het is dus tijd voor minister Wiebes om het handje van Shell los te laten. “Juist door het blijven stimuleren van de fossiele sector bemoeilijkt de Minister een gelijk speelveld. En door het niet opleggen van normen, ondermijnt hij stimulering van groene bedrijven”, reageert Partij voor de Dieren. In plaats van bescherming te bieden tegen boze wolven als Lammert van Raan, zou de minister de kritische vragen kracht bij moeten zetten en de olie- en gasbedrijven ter verantwoording moeten roepen. De feiten spreken immers voor zich en de klok tikt.
Bron: Vice Versa
Door: Jurrian Veldhuizen
Foto: Flickr