Al sinds oktober woeden er hevige protesten in Irak. Daar kwam bij dat begin januari de Iraanse generaal Soleimani en de Iraakse militieleider Muhandis in Bagdad door de VS geliquideerd werden. Deze gebeurtenissen hebben hoogstwaarschijnlijk grote gevolgen voor Irak en de regio. Daarom was het een goed moment om hierover met politici, deskundigen en leden van de Irakese diaspora in gesprek te gaan! In een goed gevulde zaal in het Muntgebouw Utrecht vond op 23 januari onder leiding van moderator Kido Koenig het Politiek Café over Irak plaats. Een zeer interessante avond met een mooi muzikaal intermezzo en een actief publiek waarin vanuit verschillende perspectieven naar de situatie en de toekomst van Irak werd gekeken.
Irak als schaakbord voor grootmachten?
Goos Hofstee, research fellow aan het Clingendael Instituut trapte de avond af met een korte inleiding over de huidige situatie. Hierin lag de focus enerzijds op de liquidaties van Soleimani en Muhandis en anderzijds op de aanhoudende protesten. De liquidatie van Soleimani en Iraakse militieleider Muhandis resulteerde in een Irakese reactie waarbij het parlement de regering oproept om alle buitenlandse troepen, waaronder de Amerikaanse, het land uit te sturen. Irak is van de Irakezen en is het zat om als schaakbord te dienen voor grootmachten. Maar “dat ze niet pro-Amerikaans zijn betekent niet dat ze pro-Iran zijn” stelde Hofstee.
Dat Irak van de Irakezen is sluit aan bij wat Hofstee uitlegt over de protesten. Mensen protesteren niet uit naam van een bepaalde identiteit, maar ze gaan de straat op door gebrek aan voedsel en banen en tegen de corrupte regering. Het gaat om basisbehoeften waar de regering niet aan voldoet bevestigt panellid Dania al-Obaidi. Ze stelt: “Wat de demonstranten vragen is niet ingewikkeld, het is niet veel. Mensenrechten worden publiekelijk geschonden en er wordt hier geen tot nauwelijks aandacht aanbesteed.”
Reacties van Nederland en EU zijn niet scherp genoeg
Zowel Nederland als de Europese Unie hebben uiteraard gereageerd op de gebeurtenissen in Irak. Lilianne Ploumen, Tweede Kamerlid (PvdA) en Kati Piri, Europarlementariër (PvdA), waren aanwezig om hier context aan te geven. Volgens Ploumen was de reactie van Nederland op de demonstraties verstandig. “Als Nederland moeten we opkomen voor de demonstranten in Irak. We moeten hun eisen steunen en ons uitspreken tegen corruptie.” Wel had Ploumen graag gezien dat minister Blok naar Irak was afgereisd en zich scherp had uitgesproken tegen corruptie en vóór de eisen van de demonstranten. Volgens minister Blok zou dit teveel politieke bemoeienis zijn, maar “als mensen opkomen voor hele gewone rechten, dan moet je als Nederland aan hun kant staan” aldus Ploumen.
Het Kamerlid is echter minder te spreken over de Nederlandse reactie op de liquidaties. Nederland toonde begrip voor de actie van Amerika, maar waarop dit begrip gebaseerd is, is volgens Ploumen onduidelijk. “De reactie van Nederlandse regering op de recente Amerikaanse bombardementen was niet scherp genoeg. Er wordt teveel achter de Amerikanen aangelopen”, aldus Ploumen. Volgens Bakthiar Bakr, vertegenwoordiger van de Koerdische partij PUK, kan Nederland zelf keuzes maken door onder andere druk uit te oefenen door bijvoorbeeld milities los te koppelen van partijen waar Nederland mee samenwerkt.
Kati Piri gaf later context aan de Europese reactie op de gebeurtenissen in Irak. Piri stelt dat de reactie van de EU op de schendingen van de mensenrechten tijdens de protesten niet vocaal genoeg waren. Ze geeft aan dat de Hoge vertegenwoordiger van de Unie voor Buitenlandse Zaken en Veiligheidsbeleid opgeroepen moet worden om te zorgen dat diegene die mensenrechten schenden ook daadwerkelijk gestraft worden. Verder stelt ze dat de vraag naar externe hulp vanuit Irak zelf moet komen. Irakezen moeten eigenhandig de internationale spelers uitkiezen die op hun veld mogen spelen. Volgens Piri ziet Irak de EU als onafhankelijke speler en heeft dus vertrouwen in haar. “Irakezen roepen Europa op voor het faciliteren van dialoog” Aldus Piri. Dialoog en het geven van advies is de kracht van de EU en op deze manier kan en moeten we Irak helpen.
Hoe ziet de toekomst van Irak eruit?
Ook gingen vijf leden van de Irakese diaspora met elkaar in gesprek over de toekomst van Irak en wat het land nodig heeft om zich uit deze beknelde positie te halen. Volgens panellid Larissa Al-Bazi, vertegenwoordiger Assyrische Federatie Nederland, is het politieke stelsel corrupt en moet het in geheel op zijn kop gezet worden. Bakhtiar Bakr is het hiermee eens vult aan dat “het verschuiven van poppen niet helpt, er moet een ander spel komen”.
Er moeten dus grote stappen worden gezet om tot zo’n ander “spel” te komen. Volgens Wahhab Hassoo, ambassadeur van NL Helpt Yezidis, moeten er instituten worden ingesteld die een systeem van ‘check and balances’ garanderen. Daarnaast moeten er eerlijke verkiezingen georganiseerd worden en moet er vrijheid van religie komen. Haidar al Ibrahim vult aan dat controle tijdens de verkiezingen cruciaal is en onderstreept daarnaast het belang van nieuwe gezichten in de politiek. Volgens Al-Bazi moet er ook meer geluisterd worden naar minderheidsgroepen aangezien er van de 329 zetels in het parlement er nu bijvoorbeeld maar vijf gereserveerd zijn voor de christelijke minderheid. Zo voelen zij zich niet vertegenwoordigd en is het vertrouwen in de politiek zwak.
Het creëren van een ‘ander spel’ kan enkel als burgers weer vertrouwen krijgen in de politiek. Tegenwoordig zijn er maar weinig burgers die gaan stemmen vanwege het gebrek aan vertrouwen in het politieke stelsel en de beloofde veranderingen. Volgens Bakr moet burgerschap en democratie in Irak eerst bevorderd worden wil dat vertrouwen terug komen. In Irak is er nu zogenaamd een democratie, maar deze democratie werkt niet. Het kost volgens Bakr en andere panelleden tijd om een democratie te laten werken. “Democratie is geen product dat je zomaar kan importeren” aldus panellist Larissa Al-Bazi. Maar, het feit dat jongeren de straat opgaan, geeft aan dat ze klaar zijn voor verandering!