Vrijwel alle NOS correspondenten zijn eventjes terug in Nederland. Zo ook Bram Vermeulen: NOS correspondent, NRC journalist en maker van o.a. de serie De Trek voor VPRO. Een ideale kans om hem een keer te spreken, dachten ze op het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Daarom organiseerden zij afgelopen dinsdag (22 mei) een speciale lunchlezing met Bram Vermeulen en Speciaal Gezant Migratie van het ministerie, Marit Maij.
Terrorismebestrijding en migratiebeperking: kan dit samen?
Aan de hand van zijn eigen journalistieke beelden schetste Bram een goed beeld van de situatie in de Sahel. Zo is hij veel in Mali en Niger geweest. In de Sahel is het Nederlandse en Europese beleid tweeledig: aan de ene kant proberen we er terrorisme te bestrijden, maar daarnaast proberen we ook de migratie vanuit deze landen richting Europa te beperken. Volgens Bram botst dit met elkaar. Zo denken veel Malinezen: “als onze veiligheid niet toeneemt, waarom zijn al die Westerse militairen er dan?” In Mali heerst bij velen de perceptie dat ze, voornamelijk de Fransen, er vooral zijn om grondstoffen weg te halen uit het land.
In Agadez, Niger, waar Bram was onder andere voor De Trek, heerst er weer een ander probleem. ECOWAS staten kennen een hoge mate van vrij verkeer, maar om mensensmokkel tegen te gaan heeft de regering van Niger besloten om reizen binnen Niger met als doel om naar Libië te gaan, te verbieden. De politie in het land krijgt hierbij hulp, in de vorm van trainingen, van Europese landen. Een gevolg is echter dat mensensmokkelaars met hun volle auto’s niet meer de normale weg nemen, een weg met verschillende punten voor water, voedsel en benzine, maar dat ze een route dwars door de woestijn kiezen. Het komt dan ook regelmatig voor dat migranten in de woestijn worden achtergelaten, met doden tot gevolg.
Wat te doen met de jeugd?
Een andere belangrijke vraag is: wat moeten we doen met de jeugd in deze landen? In Niger krijgen vrouwen gemiddeld nog acht kinderen. En hoewel Europa grote plannen heeft voor het land, er is 400 miljoen euro beloofd voor werkgelegenheidsprojecten, is er volgens Instituut Clingendael nog maar een klein deel van dit bedrag, 0,5 miljoen, daadwerkelijk uitgekeerd.
Op 18 april 2015 verging een schip met meer dan 700 migranten aan boord in de Middellandse Zee, waarvan slechts een klein aantal overleefde. Onder de migranten bevonden zich veel zonen uit het Senegalese dorp Tambacounda. Bram heeft in het dorp met dorpsgenoten gepraat. Bij aankomst viel hem meteen op dat een aantal huizen van steen waren: dit waren de huizen van (familieleden van) migranten. Er werd daar tegen mannen gezegd: “Je kan pas trouwen als je in Europa bent geweest.” Veel jonge mannen wagen de riskante oversteek naar Europa, omdat hun sociale status ‘niets’ is als ze niet in Europa geweest zijn.
“Kortsluiting in wederzijds begrip”: wat kunnen we veranderen?
Een bekend nadeel van het grotendeels sluiten van grenzen is dat migranten die in Europa zijn gekomen, niet meer teruggaan. Seizoensmigratie, waarbij de migranten regelmatig terugkeren naar land van herkomst, wordt hierdoor onmogelijk.
Ook spreekt Bram van een “kortsluiting in wederzijds begrip”. In het westen spreken we over een ‘migratiecrisis’, terwijl ze in Senegal spreken over ‘ambitie en vooruitgang’. Er lijkt weinig begrip voor elkaars standpunten te zijn. Daarnaast bestaat er in landen als Senegal vaak het gevoel dat “Europa ons niet meer wil, terwijl ze ons vroeger wel hard nodig hadden”.
Een echte oplossing blijft ook, zoals natuurlijk verwacht, nog ver weg. Bram blijft er echter voor pleiten dat we ons taalgebruik moeten aanpassen. De migratiecrisis gaat over het sterven van mensen op zee. Migranten zullen altijd blijven zoeken naar ‘vooruitgang en ambitie’. Legale migratie moet dan ook een prominentere plek krijgen in het hedendaagse migratiedebat.
Wil je meer weten? Kijk dan de vierdelige serie De Trek hier terug. Ook is de gehele lunchlezing terug te vinden op de Facebook pagina van “Nederland en Afrika”.