Zoek op
Sluit dit zoekvak.

Waarom de recente politieke reorganisatie van Abbas het vertrouwen in de Palestijnse Autoriteit niet zal herstellen

Foto: Mahmoud Abbas, Wikimedia Commons

 

Op 11 augustus ontsloeg Mahmoud Abbas, president van de Palestijnse Autoriteit (PA), twaalf gouverneurs op de bezette Westelijke Jordaanoever en in de Gazastrook. Voor de overige drie gouverneurs kondigde de president aan dat hij ook vervangers zal voorstellen. Hoewel deze politieke reorganisatie een duidelijke poging is om te reageren op de groeiende frustratie en desillusie van de Palestijnen over de onpopulaire PA, is het onwaarschijnlijk dat Abbas’ recente zet een significant verschil zal maken voor dit diepgewortelde probleem. Dit artikel zal uitleggen waarom er veel meer hervormingen nodig zijn om de structurele problemen die de Palestijnse Autoriteit en haar legitimiteit ondermijnen, goed aan te pakken.

 

Ondergeschiktheid aan Israël

De huidige situatie op de Westelijke Jordaanoever betreft een verdeling van 165 Palestijnse enclaves. Deze gebieden vallen gedeeltelijk onder het bestuur van de PA. De rest, inclusief 200 Israëlische nederzettingen, valt onder volledig Israëlisch bestuur. Deze politieke verdeling werd vastgelegd in de Oslo-akkoorden van 1993. Deze akkoorden creëerden de PA echter als een interim-bestuursorgaan dat na een periode van vijf jaar moest leiden tot een onafhankelijke Palestijnse staat, inclusief Oost-Jeruzalem, de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook. Dit gewenste resultaat is structureel ondermijnd door de illegale Israëlische bezetting, die de oprichting van een Palestijnse staat onmogelijk maakt.

Niet alleen controleert de PA slechts een klein deel van het bezette Palestijnse gebied op de Westelijke Jordaanoever, hun bestuur is ook grotendeels afhankelijk van goedkeuring door Israël. De autoriteit wordt bijvoorbeeld gedwongen om Israël te helpen met arrestaties en inlichtingen te delen met het land onder het principe van ‘veiligheidscoördinatie’. Om deze redenen wordt het Palestijnse leiderschap vooral gezien als een soort onderaannemer van de Israëlische bezetting zonder eigen autoriteit of legitimiteit. 

Recentelijk zijn deze omstandigheden nog meer verslechterd, doordat de huidige extreemrechtse, orthodoxe en nationalistische Israëlische regering verschillende sancties heeft opgelegd aan de PA en openlijk heeft opgeroepen tot een volledige annexatie van de Westelijke Jordaanoever, wat de ineenstorting van de Palestijnse Autoriteit zou inhouden.

 

Gebrek aan bescherming

Een ander negatief gevolg van de huidige Israëlische regering onder leiding van Netanyahu is de toename van het aantal nederzettingen, militaire invallen en kolonistengeweld: volgens de Verenigde Naties is 2023 nu al het dodelijkste jaar voor Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever sinds de Tweede Intifada. Deze toename van aanvallen door kolonisten heeft ook geleid tot een heropleving van het gewapende Palestijnse verzet. Als gevolg hiervan wordt het Palestijnse leiderschap volgens Al Jazeera door Israël onder druk gezet om verzetsstrijders te onderdrukken, in plaats van ze te beschermen. Dit omvat een “stil proces waarbij de PA strijders omkoopt, vooral in Nablus, om zichzelf en hun wapens over te dragen in ruil voor amnestie van Israël als ze hun tijd uitzitten in PA-gevangenissen.” Volgens het principe van ‘verdeel en heers’ heeft dit ertoe geleid dat de Palestijnen en de Palestijnse Autoriteit, terwijl ze allebei de Israëlische bezetting veroordelen, elkaar ook bestrijden.

Deze uitbreiding van anti-Palestijns geweld verzwakt dus verder de heerschappij van de PA, die niet de macht heeft om Palestijnen te beschermen tegen Israëlisch geweld omdat het geen volledige controle heeft over Palestijns gebied. Dit ondermijnt ernstig de legitimiteit van de autoriteit, die nu door velen wordt gezien als een van de belemmeringen voor het beëindigen van de illegale bezetting.  

 

Interne instabiliteit 

Het gebrek aan legitimiteit van de PA wordt niet alleen veroorzaakt door haar ondergeschiktheid aan Israël en de daaruit voortvloeiende mislukte bescherming van haar burgers. De PA heeft ook te maken met aanzienlijke interne uitdagingen die verdere destabilisatie veroorzaken. Je zou echter kunnen argumenteren dat de interne instabiliteit van de PA nog steeds indirect wordt veroorzaakt door invloeden van buitenaf. 

Een van de redenen voor haar interne zwakheden gaat terug tot 2006, toen de militante islamitische groepering Hamas de Palestijnse parlementsverkiezingen won, waarop de seculiere Fatah-partij reageerde met een preventieve staatsgreep. Gewelddadige confrontaties volgden en leidden ertoe dat Hamas de Gazastrook bestuurt terwijl Fatah, de dominante partij van de PA, de Westelijke Jordaanoever ‘controleert’. Dit betekent dat de Palestijnse Autoriteit alleen macht kan uitoefenen over de Westelijke Jordaanoever, hoewel ze nog steeds aanspraak maakt op de Gazastrook, waar ze symbolische gouverneurs heeft geïnstalleerd, waarvan er onlangs ook vier zijn ontslagen.

Het leiderschap van de PA wordt ook geplaagd door een patriarchale cultuur van mannelijke politici die handelen uit eigenbelang voor persoonlijk voordeel: veel van de sleutelfiguren zijn oudere mannen die zich vastklampen aan hun kleine deel van de macht. Het meest merkwaardige voorbeeld is dat de 87-jarige president Abbas van 2005 tot 2009 werd verkozen tot president, maar sinds 2006 weigert verkiezingen te houden, wat betekent dat hij al 14 jaar na zijn termijn in functie is. Het is echter de vraag of verkiezingen onder bezetting eigenlijk wel democratisch kunnen zijn. Abbas stelt dat de reden voor het voortdurende uitstel van verkiezingen de weigering van Israël is om Palestijnen in Jeruzalem deel te laten nemen aan deze verkiezingen. Critici beweren echter dat de beslissing het gevolg is van de verwachting dat Hamas de verkiezingen zal winnen. Het besluit om de algemene verkiezingen uit te stellen is door de Palestijnen alom gehekeld en heeft geleid tot protesten, waardoor, wederom, de PA en de Palestijnen met elkaar in de clinch liggen.

Deze interne verdeeldheid heeft ook te maken met de grote onzekerheid over wie Abbas zal opvolgen, mocht het presidentschap vacant worden. Volgens de Palestijnse basiswet zou de voorzitter van de Palestijnse Wetgevende Raad in zo’n geval tijdelijk president worden. In 2018 heeft Abbas dit orgaan echter ontbonden en, zoals gezegd, zijn er geen nieuwe verkiezingen gehouden. 

Vanwege deze diepgewortelde interne en externe problemen zal de vervanging van twaalf gouverneurs helaas niet voldoende zijn om de legitimiteit structureel te herstellen. In plaats daarvan moet de PA’s interne democratische cultuur, macht, en relatie met Israël fundamenteel worden hervormd. Dit vereist niet alleen inspanningen van de Palestijnse Autoriteit, maar vraagt vooral om internationale samenwerking en rechtvaardigheid voor heel Palestina in de vorm van het recht op zelfbeschikking.