Foto: Palestijnse vlaggen bij het graf van Yasser Arafat, medeoprichter van Fatah – Flickr
Op dinsdag 23 juli hebben veertien Palestijnse partijen, waaronder de rivaliserende facties Hamas en Fatah, in Beijing een belangrijke verklaring van ‘nationale eenheid’ ondertekend. Dit akkoord, dat werd bemiddeld door China, roept op tot een eenheidsregering die de wederopbouw van Gaza na de oorlog moet coördineren en nationale verkiezingen moet voorbereiden. Dit is een cruciale stap, aangezien er sinds 2007 geen Palestijnse verkiezingen meer zijn gehouden. Een belangrijk onderdeel van de overeenkomst is de integratie van Hamas in de Palestine Liberation Organization (PLO), een coalitie van Palestijnse partijen die in 1993 de Oslo-akkoorden met Israël onderhandelde. Deze akkoorden waren bedoeld als de eerste stap richting een oplossing van het Israëlisch-Palestijnse conflict, en leidde tot de oprichting van de Palestijnse Autoriteit (PA) – het bestuur van de Palestijnse gebieden.
De samenwerking tussen deze twee rivaliserende partijen zou kunnen leiden tot een sterker en meer verenigd Palestijns front, wat essentieel is voor de wederopbouw van Gaza en het beheer van Palestijnse gebieden. Eerdere akkoorden tussen Hamas en Fatah, zoals die in Caïro in 2011 en Algiers in 2012, werden nooit uitgevoerd. Zal het deze keer anders zijn?
Waar komt de rivaliteit tussen Hamas en Fatah vandaan?
Hamas, als afsplitsing van de Egyptische Moslimbroederschap, werd in 1987 opgericht tijdens de eerste opstand in de Palestijnse gebieden tegen de militaire bezetting van Israël, ofwel de Eerste Intifada. De Eerste Intifada eindigde in 1993 bij het tekenen van de Oslo-akkoorden. Hamas positioneerde zich hierbij als een militante beweging die zich sterk verzette tegen de Oslo-akkoorden, waarbij Fatah onder leiding van Yasser Arafat een van de belangrijkste onderhandelaren was. Fatah, als deel van de PLO, erkende Israël en stemde in met een tweestatenoplossing. Hamas waarschuwde dat een tweestatenoplossing het recht van Palestijnse vluchtelingen zou schenden om terug te keren naar land dat hen tijdens het Nakba-conflict van 1948 werd ontnomen.
In 1996 werden Palestijnse verkiezingen gehouden in overeenstemming met de bepalingen van de Oslo-akkoorden. Hamas protesteerde tegen de akkoorden en de vredesbesprekingen met Israël en riep op tot een boycot van de verkiezingen. De Palestijnse burgers steunden echter het proces en bezorgden Arafat een verpletterende overwinning.
De rivaliteit verergerde na de Palestijnse parlementsverkiezingen in 2006 die Hamas nipt won. Na deze verkiezingen werd de relatie tussen Hamas en Fatah gekenmerkt door sporadische gevechten. Deze conflicten namen toe omdat de twee partijen er herhaaldelijk niet in slaagden overeenstemming te bereiken over de machtsdeling van de regering, waarna Hamas met geweld de macht in Gaza overnam in 2007. Sindsdien regeert Hamas over Gaza, terwijl de door Fatah gedomineerde PA de Westelijke Jordaanoever bestuurt.
Netanyahu drijft de twee facties verder uit elkaar
Volgens de New York Times en de Times of Israel heeft premier Benjamin Netanyahu jarenlang actief bijgedragen aan het verdiepen van de verdeeldheid tussen Hamas en Fatah. Onder zijn verschillende regeringen werd een beleid gevoerd dat de macht tussen de Gazastrook en de Westelijke Jordaanoever verder uit elkaar dreef. Dit gebeurde door de president van de PA, Mahmoud Abbas, onder druk te zetten, terwijl tegelijkertijd stappen werden ondernomen die Hamas bevoordeelden. Zo staat Israël sinds 2018 miljoenen cash toe aan Hamas uit Qatar via zijn grensovergangen en werd Hamas betrokken bij besprekingen over het verhogen van het aantal werkvergunningen die Israël verleende aan Gazaanse arbeiders, die ook tot hogere salarissen leidde. Volgens deze media was het doel te voorkomen dat Abbas, of een andere PA-leider op de Westelijke Jordaanoever, vooruitgang zou boeken richting de oprichting van een Palestijnse staat.
Khaled Elgindy, onderwijzer aan Georgetown University en gespecialiseerd in de Palestijnse politiek, zei hierover tegen Trouw: “Het is een klassiek geval van verdeel en heers. Al vanaf het begin was Israël voorstander van de oprichting van Hamas, als tegenwicht van de seculiere nationalisten van de PLO, die Israël als de voornaamste vijand zag. Netanyahu zei het jaren geleden zelf: als we een Palestijnse staat willen voorkomen, moeten we Hamas versterken. En dat is wat er gebeurde. Niet alleen door Netanyahu, maar door alle Israëlische regeringen. Ze begrijpen het nut van het verdeeld houden van de Palestijnen.”
Wat betekent dit voor Palestina?
De samenwerking tussen Hamas en Fatah heeft het potentieel om een keerpunt te zijn in de Palestijnse politiek. Een verenigde Palestijnse regering kan meer interne stabiliteit bieden en de efficiëntie van de Palestijnse instituten verbeteren. Bovendien kan een verenigd front de positie van de Palestijnen in internationale onderhandelingen versterken.
Hoewel de overeenkomst een belangrijke stap vooruit lijkt, blijft de vraag of beide partijen daadwerkelijk zullen samenwerken en compromissen zullen sluiten. Het historische wantrouwen tussen de partijen, samen met externe druk van Israël en Westerse landen, kan de uitvoering van de overeenkomst bemoeilijken. Bovendien werd Hamasleider Ismail Haniyeh op 31 juli gedood bij een Israëlische aanval tijdens een officieel bezoek aan Iran. Dit kan het huidige conflict verder doen escaleren en vredesbesprekingen belemmeren.
Daarnaast blijft de kwestie van de erkenning van Israël een groot struikelblok. Terwijl de PA Israël officieel erkent en een tweestatenoplossing steunt, weigert Hamas dit te doen. Dit verschil kan toekomstige samenwerkingen bemoeilijken en internationale steun voor de eenheidsregering in gevaar brengen.
Het succes van deze overeenkomst zal afhangen van de bereidheid van beide partijen om hun verschillen opzij te zetten en samen te werken voor het welzijn van het Palestijnse volk. Hoewel er aanzienlijke uitdagingen zijn, biedt deze historische overeenkomst een kans voor een nieuw begin in de Palestijnse politiek – dat belangrijker is dan ooit. Sinds 7 oktober heeft de Israëlische grond- en luchtcampagne in Gaza meer dan 39.000 Palestijnen gedood, en het grootste deel van de 2,3 miljoen inwoners uit hun huizen verdreven. Ondertussen heeft Israël ook de grootste landroof op de Westelijke Jordaanoever sinds de Oslo-akkoorden goedgekeurd.