Zoek op
Sluit dit zoekvak.

Nederland en de SDGs: Hoe staan we er voor?

7 maart kwam een dynamische groep mensen op initiatief van Partos, MVO Nederland en het SDG Charter samen in Nieuwspoort, om te bespreken hoe duurzaam het huidige reageerakkoord eigenlijk is. Nadat in 2017 436 organisaties en bedrijven het kabinet Rutte III opriepen om de Sustainable Development Goals (SDGs) op te nemen in het regeerakkoord, leek de opbrengst uiterst mager. Er wordt exact één keer naar de SDGs verwezen in het regeerakkoord, onder het kopje ontwikkelingssamenwerking. Dit terwijl de SDGs universeel zijn en dus ook gewoon voor Nederland gelden. Het is dus aan de rest van het land om de Nederlandse overheid deze spiegel voor te houden.

De stand van zaken

Openingsspreker Christiaan Rebergen, directeur-generaal Internationale Samenwerking, ziet de SDGs als een uitgangspunt waaraan we ons kunnen meten. Hij benadrukte dat de SDGs niet zomaar duurzaamheidsdoelstellingen zijn of slechts draaien om ontwikkelingshulp, het gaat namelijk om ons allemaal.

De openingsboodschap werd opgevolgd door de officiële presentatie van het nieuwe CBS-rapport met de stand van zaken in Nederland aan de hand van de SDGs. Het CBS kwam met een opvallend positief verhaal. Nederland scoort hoog op een aantal SDGs in vergelijking met de rest van Europa. Zo is er relatief weinig armoede, gaan we beter om met grondstoffen dan onze buurlanden en was de criminaliteit is nog nooit zo laag. Toch zijn er ook belangrijke SDG-indicatoren waarop Nederland sterk achterloopt. De ongelijkheid tussen man en vrouw, vooral in het bedrijfsleven, is nog enorm. Ook met het klimaat gaat het niet veel beter dan voorheen. De biologische landbouw is nog steeds onderontwikkeld en de energietransitie staat nagenoeg stil.

Energiecommissaris Ruud Koornstra hekelde het rapport. De voorstander van een revolutionair energiebeleid vroeg zich af hoe we een positief verhaal kunnen blijven vertellen terwijl we op zoveel gebieden nog achterlopen. De SDGs zouden een leidraad moeten zijn om de wereld te verbeteren. Met al de kennis, ondernemerschap en geld in Nederland kunnen we volgens Koornstra een paradijs op aarde maken. De bevlogen spreker sloot af door te verwijzen naar een passage uit Dante’s Inferno, waarin de schrijver een speciale plek in de hel beschrijft voor mensen die een oplossing hadden voor een probleem maar er niets aan deden.

Realistische blik
Voorzitter van de Sociaal-Economische Raad en bestuursvoorzitter van de Rabobank, Wiebe Drayer, en burgermeester van Oss, Wobine Buijs-Glaudemans, brachten een meer realistische kijk op de SDGs. Volgens de sprekers worden er grote bergen verzet. In Oss zijn er verschillende initiatieven om de economie van de Brabantse stad uit het slop te trekken met behulp van de SDGs. De Rabobank zet zich wereldwijd in om SDGs te bereiken. Ook veranderen veel bedrijven hun bedrijfsvoering aan de hand van de SDGs.

Toch zijn er nog grote uitdagingen voor het controleren en behalen van de doelen. Drayer sprak over het gebrek aan een “eigenaar” van de SDGs: Er is geen minister of departement in Nederland verantwoordelijk voor het behalen van de doelen. Hierdoor ontstaat beleidsincoherentie. Terwijl we een stap vooruit zetten bij het ene doel, zetten we er twee achteruit bij het andere doel.

De politiek
In het tweede deel van de bijeenkomst kwam de politiek aan het woord. Zo spraken Tweede Kamerleden Isabelle Diks (GroenLinks) en Kirsten van den Hul (PvdA) over de SDGs op globaal niveau. De confrontatie tussen de Kamerleden, Wiebe Drayer en Danielle Hirsch leek in eerste instantie de dichotomie te onderstrepen dat de politiek en het bedrijfsleven niet dezelfde doelen nastreven met betrekking tot de SDGs. Diks focuste vooral op het vernietigde effect van Nederlandse investeringen in het buiteland op de lokale economie, milieu en mensenrechtensituatie. Van den Hul benadrukte dat we samen meer bereiken, maar alleen als we ook de pijnlijke punten blootleggen.

Dat alle hoeken van de samenleving samen moeten komen om de SDGs aan te pakken kwam ook terug in het tweede debat met Sandra Beckerman (SP) en Rob Jetten (D66). Als coalitiepartner kwam D66 flink onder vuur te liggen. Als iedereen samen wil en kan komen om de SDGs te bereiken, waarom is het kabinet dan niet meer bezig met de doelen? Jetten verdedigde zijn partij door aan te merken dat veel doelen van het kabinet niet onder de SDG-noemer geplaatst worden. Maar hij erkende ook dat er nog veel te winnen is de komende jaren.

Al met al was het een bijzondere bijeenkomst met een duidelijke boodschap: De SDGs lijken echt te leven in Nederland. Het maatschappelijk draagvlak groeit. Er zijn veel positieve ontwikkelingen in Nederland, ondanks tegenvallende cijfers over gelijkheid en milieu. Gelukkig zijn er genoeg bedrijven, ondernemers, politici en activisten die zich er maar al te graag voor inzetten. Een goede basis. Nu is het aan ons allemaal om in actie te komen, want voor je het weet is het 2030!