Inname strategische stad Wad Madani: een kantelpunt in de oorlog in Soedan?

Foto: Bewoners lopen door een verwoeste straat in Omdurman, Soedan – Free Malaysia Today

Afgelopen week kondigde het Soedanese leger (SAF) aan dat het de stad Wad Madani heeft ingenomen. Deze stad, gelegen in de provincie Gezira, vormt een strategisch knooppunt en een belangrijke agrarische hub op zo’n tweehonderd kilometer ten zuiden van de hoofdstad Khartoum. De herovering maakt deel uit van een breder offensief van SAF en gelieerde groeperingen, dat de Rapid Support Forces (RSF) op meerdere fronten heeft teruggedrongen.

De RSF, geleid door generaal Mohamad Dagalo – beter bekend als Hemedti – wist in 2023 met een bliksemoffensief grote delen van het land onder controle te brengen. Nu lijkt het tij echter te keren. Net zoals toen Wad Madani in 2023 in handen viel van de RSF, wordt de herovering van de stad door het leger gezien als mogelijk bepalend voor de uiteindelijke uitkomst van de oorlog. 

Vallende dominostenen

Eerder deze week verschenen de eerste beelden van feestende burgers op de straten van Wad Madani. RSF strijders hadden zich al bijna volledig teruggetrokken in noordelijke richting en de stad en omliggende dorpen werden vrijwel zonder strijd ingenomen. De stad wordt beschouwd als een zeer strategische uitvalsbasis vanuit waar andere delen van het land makkelijk bereikt kunnen worden. De verwachting is dat de regeringstroepen Wad Madani zullen gebruiken als springplank richting Khartoum en Omdurman, de twee grootste steden van het land, waar het leger recentelijk ook al gestaag terrein wint. 

Toch blijft het de vraag of de val van Wad Madani een kantelpunt betekent in de oorlog. De RSF, die jarenlang kon rekenen op militaire en financiële steun van de Verenigde Arabische Emiraten (VAE), had lange tijd het initiatief. Hoewel wordt erkend dat de val van Wad Madani een tegenslag is, zweert Hemedti dat er snel een tegenaanval zal komen.  Ondanks dat, lijkt het momentum te verschuiven. De versterking van het regeringsleger met nieuwe rekruten en verbeterde trainingsfaciliteiten lijkt hierin een sleutelrol te spelen. 

Oorlogsmisdaden aan beide kanten 

De RSF is een paramilitaire groep die voortkomt uit de Janjaweed, een voornamelijk Arabisch-sprekende groepering die een sleutelrol speelde in de oorlog in Darfur die begon in 2003. Zij vochten daar samen met de troepen van voormalig dictator Omar al-Bashir tegen Afrikaanse milities in een oorlog die bekend staat om de verschrikkelijke misdaden tegen de burgerbevolking. 

Ook in het huidige conflict, waar de RSF juist tegenover de het nationale leger staat, pleegt de groep misdaden tegen de menselijkheid en voert het etnische zuiveringen uit. Het is een bewuste tactiek om met name de Afrikaanse bevolkingsgroepen in het land te intimideren en onder de duim te houden. 

Het is dan ook niet verrassend dat het vertrek van de RSF in veel gebieden met gejuich wordt ontvangen. Toch betekent het vertrek van RSF niet dat de burgerbevolking veilig is. Ook het regeringsleger maakt zich consistent schuldig aan misdaden tegen haar eigen burgers. Afgelopen december kwamen er nog minstens honderd mensen om bij een bombardement van de SAF op een drukke markt in de stad Kabkabiya die in handen is van de RSF. Ook na de revolutie in 2018 gebruikte het leger, onder leiding van al-Burhan, buitensporig geweld tegen burgers waarbij velen om het leven kwamen. Kort na de val van Wad Madani werd gemeld dat ook daar tientallen burgers om het leven zijn gebracht door eenheden van het leger. 

Een land aan de afgrond

Niet alleen kogels en bommen vormen een gevaar voor de burgerbevolking; sinds het uitbreken van de oorlog kampt een groot deel van het land met acute hongersnood. Maar liefst de helft van de Soedanese bevolking, ongeveer 24 miljoen mensen, staat op de rand van de afgrond, zonder voedsel en medische hulp. Daar komt nog bij dat meer dan 30% van de bevolking op de vlucht is, wat hen nog kwetsbaarder maakt.

Hulpkonvooien die het land proberen te bereiken, worden vaak al bij de grens gestopt omdat het te gevaarlijk is om veel gebieden te betreden. Wanneer ze toch dieper het land in trekken, lopen ze vaak het risico te worden overvallen door strijders van beide partijen.

Een stille oorlog

Hoewel de situatie in Soedan wordt beschreven als ‘de grootste humanitaire crisis ooit’, krijgt het relatief weinig aandacht in Westerse nieuwsmedia. Veel overheden hebben het geweld veroordeeld en pleiten voor een diplomatieke oplossing voor het conflict. Ook hebben de VN en de EU al sinds lange tijd een wapenembargo voor Soedan ingesteld en zijn er gerichte sancties ingesteld tegen bedrijven waarvan het zeker is dat zij bijdragen aan het oorlogsgeweld in het land.

Toch zijn de VAE de grootste handelspartner van de EU in het Midden Oosten. Terwijl er veel bravoure kritiek wordt geleverd op het ene dictatoriale regime dat mensenrechtenschendingen pleegt, wordt een ander strategisch met rust gelaten. Het is al jaren duidelijk dat de VAE zich op zeer problematische wijze mengt in brute oorlogen zoals in Jemen en Soedan. Juist daarom is het opvallend dat veel Europese landen de afgelopen jaren de regels voor wapenexporten naar landen als Turkije, Saudi-Arabië en de VAE, hebben versoepeld.

Als de EU écht zo veel geeft om de bescherming van mensenrechten dan zou het haar lidstaten tot de orde moeten roepen. Europese wapens vinden nog steeds volop hun weg naar de Soedanese en vele andere slagvelden. De geloofwaardigheid van Europa als betrouwbare partner in Afrika neemt al jaren af. Vele landen hebben zich afgekeerd van hun voormalige bondgenoten en vinden welwillende nieuwe partners in met name Rusland en China. Het is dus niet alleen moreel gezien juist om de burgers in Soedan te helpen en te beschermen, de EU zou ook haar eigen strategisch belang dienen door Afrikaanse landen de hand te reiken en eerlijke en gelijkwaardige samenwerkingen met hen aan te gaan.