Foto: Het Europees Parlement in Straatsburg, Frankrijk (Flickr)
Na een lange periode van limbo bracht de oorlog in Oekraïne een ommekeer in de Europese inspanningen om de Westelijke Balkan in de EU te integreren. Bosnië en Herzegovina is het volgende land dat een stap zet in de richting van EU-lidmaatschap. Tegelijkertijd probeert ook Kosovo een dergelijke stap te zetten, zij het niet zonder slag of stoot. Hoewel dit grote successen lijken, is het noodzakelijk kritisch te blijven. De EU en het toetredingsproces blijven een verhaal met vele wendingen, waarbij de eindstreep voortdurend wordt verlegd.
EU verleent Bosnië de status van kandidaat-lidstaat in een roerige tijd
Nadat de Europese Commissie in oktober 2022 het kandidaat-lidmaatschap had aanbevolen, is het nu echt zover. Bosnië en Herzegovina (BiH) is op 13 december door de EU-lidstaten als kandidaat-lid aangemerkt. Volgens de Bosnische minister van Buitenlandse Zaken Bisera Turković is het kandidaat-lidmaatschap een belangrijke en noodzakelijke stap voor het land. Dankzij de nieuw verworven status kan BiH onder meer aanspraak maken op nieuwe fondsen en investeringen, aangezien deze stap de vooruitgang van het land onderstreept. Deze nieuwe vooruitzichten bieden kansen voor investeerders, aldus Turković: “Economisch gezien zullen investeerders uit de hele wereld in Bosnië … een duidelijke positieve kant en kans op vooruitgang zien.”
Het kandidaat-lidmaatschap brengt het land weliswaar dichter bij EU-lidmaatschap, maar Bosnië en Herzegovina heeft nog een lange weg te gaan tot de volgende fase van het toetredingsproces. Zo kampt het land met grote spanningen die worden gevoed door etnische verdeeldheid. De laatste verkiezingen in oktober 2022 hebben Europa op scherp gezet, waarbij vooral escalatie werd gevreesd. Tot op heden blijft het relatief rustig. In 2019 had de Europese Commissie 14 belangrijke prioriteiten vastgesteld om BiH de status van kandidaat-lidstaat te geven. Deze zijn echter niet adequaat aangepakt door verdere versplintering in de samenleving en de politiek, waar nationalistische partijen lijnrecht tegenover elkaar staan. Desondanks krijgt BiH alsnog het kandidaat-lidmaatschap toegekend. Maar als de situatie in BiH alleen maar lijkt te verslechteren, waarom verleent de EU dan juist nu de status van kandidaat-lidstaat?
Veranderde Europese visie op het EU-toetredingsproces
Daarvoor moeten we terugkijken naar de aanbeveling van de Europese Commissie, die toevallig (of niet) kort na de Bosnische algemene verkiezingen werd gegeven. Deze aanbeveling was vooral een bevestiging van de veranderende kijk van de EU op het toetredingsproces. Het kandidaat-lidmaatschap van BiH onderstreept de veranderde belangstelling van Europa om het integratieproces van de Westelijke Balkan te versnellen. Een proces dat onder Jean-Claude Juncker stagneerde. In 2017 bevestigde Juncker opnieuw dat er geen “snelle route” naar het EU-lidmaatschap is. Het versterkte zijn aanpak om tijdens zijn ambtstermijn in de Europese Commissie geen landen toe te laten. Het was toen al een bron van frustratie voor landen op de Westelijke Balkan, waarvan de meeste al sinds 2003 vastzaten in een slow-track naar toetreding tot de EU. Noord-Macedonië bijvoorbeeld kon pas afgelopen zomer de onderhandelingen met de EU openen, 18 jaar nadat het officieel het EU-lidmaatschap had aangevraagd. Dit is meestal het langste deel van het EU-toetredingsproces. Mocht Noord-Macedonië hypothetisch in december 2022 alsnog tot de EU toetreden, dan is het al de lidstaat met het langste toetredingsproces (Malta en Cyprus deden er respectievelijk 14 jaar over).
Onder Ursula Von der Leyen, de opvolger van Juncker, is er hernieuwde aandacht voor het EU-integratieproces. Dit hangt vooral samen met de ontwikkeling van China als geopolitieke grootmacht, die door zijn economische expansiebeleid meer invloed krijgt in de westelijke Balkan, en de recente invasie van Rusland in Oekraïne, waardoor de Russische invloed in nationalistische groeperingen en politieke partijen toeneemt op de Westelijke Balkan. Zo is de SNSD van de controversiële Milorad Dodik, die in oktober tot president van de Republika Srpska werd verkozen, een fervent aanhanger van de ideologie van Poetin. Voor de EU is dit schadelijk omdat deze ideologie een afkeer van “westers gedachtegoed” en euroscepsis inhoudt, waardoor de westelijke Balkan zich verder van Europa verwijdert. Daarom heeft de EU het tot prioriteit in haar uitbreidingsbeleid gemaakt om de invloed van externe geopolitieke machten in te dammen.
Gedeeltelijk erkend Kosovo vraagt EU-lidmaatschap aan
In dezelfde week waarin aan Bosnië en Herzegovina het kandidaat-lidmaatschap werd toegekend, maakte ook Kosovo zijn ambities om deel uit te maken van de EU glashelder. Premier Albin Kurti zei recentelijk tijdens een regeringsvergadering: “De Europese Unie is een plaats van vrede, veiligheid, gelijkheid en welvaart en daarom is de plaats van de Republiek Kosovo in dit gemeenschappelijke huis een land dat van vrede houdt.” Op 14 december werd de daad bij het woord gevoegd, toen Kosovo het EU-lidmaatschap aanvroeg. De toetreding van Kosovo stuit echter op veel obstakels, waarvan de verslechterende relatie met buurland Servië de belangrijkste is. De normalisering van de betrekkingen tussen beide landen is een keiharde voorwaarde voor de toekomstige toetreding tot de EU van zowel Kosovo als Servië, maar is door diverse geschillen verder weg dan voorheen.
Er zijn ook vijf huidige lidstaten die Kosovo om uiteenlopende redenen niet erkennen: Roemenië, Cyprus, Slowakije, Spanje en Griekenland. Dit heeft ook grote gevolgen voor het toetredingsproces van Kosovo. Spanje heeft omwille van zijn eigen afvallige regio’s Catalonië en Baskenland Kosovo niet erkend. Goedkeuring van de unilaterale onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo in 2008 zou eenzelfde verklaring van deze regio’s legitimeren. Het land is geen voorstander van de toetreding van Kosovo omdat volgens de Spaanse autoriteiten alleen Europese staten tot de EU kunnen behoren. Als gevolg daarvan heeft Spanje verschillende besluiten rond Kosovo geblokkeerd. Mede door deze houding van sommige EU-landen lijkt een nog langer toetredingsproces voor Kosovo in het verschiet te liggen. Niet alleen omdat bij sommige lidstaten de politieke wil ontbreekt, maar ook omdat de geopolitieke invloed op Kosovo beperkt is: China en Rusland erkennen Kosovo evenmin, en EU-bondgenoot VS heeft juist al jaren zeer nauwe banden met Kosovo. Toch willen veel landen de toetreding van Kosovo versnellen, mede om escalatie van de spanningen in de regio te voorkomen.
De EU heeft baat bij saamhorigheid en daadkracht
Voor zowel de EU als de Westelijke Balkan is integratie van de gehele regio in de EU een absolute noodzaak. Na het uiteenvallen van Joegoslavië en de toetreding van verschillende landen is altijd het idee gehandhaafd dat de Westelijke Balkan niet de zwarte doos van Europa mag worden, ingeklemd tussen lidstaten. Daar moet de EU haar engagement bewijzen. Niet alleen in het geval van Bosnië en Herzegovina, maar ook in het geval van Kosovo. Waar normalisatie van de betrekkingen tussen Kosovo en Servië een onmiskenbare stap is op weg naar toetreding, zal de EU zelf ook haar relatie met Kosovo ondubbelzinnig moeten normaliseren, wat begint met erkenning.
Bronnen: AlJazeera, BalkanInsight1, BalkanInsight2, BNE, CarnegieEurope1, CarnegieEurope2, CarnegieEurope3, Euractiv, Euronews, EuropeanWesternBalkans, NU.NL, RadioFreeEurope1, RadioFreeEurope2, RFI
Foto: Flickr