Zoek op
Sluit dit zoekvak.

“De klimaatcrisis is in essentie een onrechtvaardigheid.”

In de aanloop naar de publicatie van ons rapport Climate Justice: African Perspectives interviewde de FMS verschillende activisten, politici en experts die zich met klimaatrechtvaardigheid (climate justice) bezighouden. Want wat betekent klimaatrechtvaardigheid voor hen? En hoe zetten zij zich hiervoor in? De tweede in deze reeks is Bertram Zagema, beleidsadviseur en onderzoeker bij Oxfam Novib.

Wat is climate justice volgens jou?

“Klimaatrechtvaardigheid gaat over heel veel dingen. De klimaatcrisis is in essentie een onrechtvaardigheid. Want er zijn veel mensen die er verantwoordelijk voor zijn, maar nog meer mensen die er part noch deel aan hebben. Die tweede groep wordt – nu en in de toekomst – het meest door klimaatverandering geraakt. Daarbovenop zijn de middelen die nodig zijn om met de gevolgen van klimaatverandering om te gaan, ongelijk verdeeld. Sommige mensen hebben stevige huizen en goede bankrekeningen, maar veel mensen ook niet. Ook binnen een land als Mozambique heb je een groep mensen die rijk is geworden van de gaswinning die daar plaatsvindt. Als dat land wordt getroffen door een orkaan, woont die groep in stevige huizen, maar worden andere groepen van hun land verdreven. Die ongelijkheid bestaat dus tussen landen, vooral tussen noord en zuid, maar ook binnen landen. Zelfs binnen families en en gemeenschappen bestaat die ongelijkheid, omdat vrouwen harder worden getroffen. Klimaatrechtvaardigheid draait er om dat wij deze fundamentele onrechtvaardigheden bestrijden.”

Wat is de rol van Nederland daarin?

“Nederland heeft in de eerste plaats een opdracht om te zorgen dat klimaatverandering zoveel mogelijk beperkt wordt, door heel snel de transitie te maken naar een low carbon economie. Daarnaast hebben we ook een plicht om ontwikkelingslanden te helpen die overgang te maken.

Maar wij moeten ook ons eigen gedrag aanpassen. Wij, als Nederland, leggen een heel sterk beslag op de hulpbronnen van de wereld, bijvoorbeeld op landgebruik. Land is ontzettend belangrijk voor mensen om zich te weren tegen met klimaatverandering. De transitie die we moeten maken vraagt immers om hernieuwbare energiebronnen. Er is land voor nodig om die te produceren, dus de vraag naar land gaat alleen maar toenemen. Als wij aan onze huidige manier van consumptie blijven vasthouden, dan gaat ten koste van mensen elders in de wereld.”

Worden Afrikaanse perspectieven genoeg meegenomen in het maken van klimaatbeleid?

“Nou, nauwelijks eigenlijk. Echt heel weinig. Als je alleen al kijkt naar het Nederlandse Klimaatakkoord. Over de inhoud daarvan is onderhandeld aan vijf tafels. Aan elke tafel is biobrandstof aangedragen als oplossing. Op deze manier vergroot het Klimaatakkoord op allerlei manieren de druk op land elders op de wereld, bijvoorbeeld Afrika. Dat Afrikaanse perspectieven aan elke tafel ontbraken was duidelijk.

In andere klimaatonderhandelingen, bijvoorbeeld op Europees niveau, spelen Afrikaanse onderhandelaars ook een te bescheiden rol. Of ze krijgen te weinig gehoor. Vanuit het Afrikaanse perspectief is bijvoorbeeld het onderwerp loss and damage heel erg belangrijk. Dit draait erom dat landen die last ondervinden van schade aangericht door klimaatverandering, hierin financieel geholpen worden. In plaats van dat ze zich in de schulden steken. Maar dit wordt vaak geweerd van de agenda.

Op klimaatfinanciering zijn er – ondanks de problemen die daar zijn – wel substantiële toezeggingen gedaan, zoals de jaarlijkse belofte van 100 miljard dollar. Er is op dat vlak dus wel beweging. Bij loss and damage ligt het nog stil.”

Waarom is het belangrijk om Afrikaanse perspectieven mee te nemen?

“Oxfam Novib werkt veel samen met zuidelijke partners en Afrikaanse bewegingen, en wil hun stem bij de Klimaatconferenties en in het publieke debat duidelijker laten klinken.. In het specifiek werken we met vrouwennetwerken en jongerennetwerken om de klimaatbeweging in Afrika te versterken. Het is namelijk heel belangrijk dat regeringen in Afrikaanse landen druk van hun bevolking voelen om klimaatmaatregelen te nemen. Als dat draagvlak er niet is, dan is het verleidelijk om makkelijkere – en minder duurzame – routes te nemen om je economie te ontwikkelen.”

Naast draagvlak, zijn er ook flinke investeringen nodig om de economie in deze landen duurzaam te ontwikkelen. Wat gaat daar nog mis?

“Oxfam heeft de afgelopen jaren drie keer een schaduwrapportage geproduceerd over de klimaatfinanciering van rijke landen naar arme landen. Die rapportage laat zien dat landen hun financiering enorm overrapporteren, zowel de klimaatrelevantie – dus een vertekend beeld van wat de financiering daadwerkelijk bijdraagt aan klimaatactie – maar ook het soort steun – er wordt namelijk steeds meer gegeven in de vorm van leningen. Dit betreffen vaak niet-concessionele leningen. Dat zijn leningen tegen marktvoorwaarden, en dus met hogere rente.

In het nemen van aanpassingsmaatregelen om je te weren tegen klimaatverandering zit meestal geen verdienmodel. Een land heeft dus ook niet de middelen om een lening terug te verdienen, al helemaal niet als er nog rente bovenop komt. Het lijkt mij daarom ook een goed idee om schulden van ontwikkelingslanden kwijt te schelden, al helemaal in het geval van climate emergencies. Als een land in een ramp als gevolg van klimaatverandering een grote som geld moet ophoesten, moeten we niet eisen dat het ook terugbetaald wordt.

Het is ook belangrijk dat community-led organisaties bij het geld kunnen. Zelfs overheden en ministeries in sommige landen kunnen niet bij het Green Climate Fund [een van de belangrijkste instrumenten voor klimaatsteun aan arme landen, red.] omdat ze niet geaccrediteerd zijn. Ze zijn hiervoor afhankelijk van tussenkomst door een internationale organisatie. Dus laat staan dat maatschappelijke organisaties bij dat fonds binnenkomen. Die voorwaarden van dat soort fondsen moeten zachter en inclusiever.”

Je hebt de klimaatstudie van de FMS gelezen. Welke aanbeveling springt eruit?

“Jullie aanbeveling dat ten minste de helft van klimaatsteun naar aanpassingsmaatregelen moet gaan. Daar ben ik het helemaal mee eens. Ik zou daar zelfs nog een stap verder in gaan – het moet meer dan de helft zijn. Want we tellen ook private klimaatfinanciering mee om maar te voldoen aan de belofte van 100 miljard. Private investeringen gaan vooral naar winstgevende mitigatieprojecten [projecten die klimaatverandering moeten tegengaan, zoals windmolens, red.]. Er moet veel meer publiek geld naar adaptatie – aanpassingsmaatregelen – om gemeenschappen te beschermen tegen klimaatverandering.

Nog beter zou zijn om het helemaal uit elkaar te trekken, en voor zowel mitigatie als adaptatie een aparte belofte te doen. De huidige belofte van 100 miljard eindigt in 2025. Daarna moet er een apart doel komen voor adaptatie. Dit is het hardst nodig in de kwetsbaarste landen.

Dit onderwerp moet dan ook bovenaan de agenda staan op de Klimaatconferentie van Glasgow dit jaar. Ontwikkelingslanden zijn ontevreden – ze beseffen dat die belofte niet uitgevoerd wordt, terwijl het zo’n belangrijk onderdeel van het Parijsverdrag was. Die belofte moet in november dus echt tegen het licht gehouden worden.”

Het rapport ‘Climate Justice: African Perspectives’ van de Foundation Max van der Stoel en de Foundation for European Progressive Studies (FEPS) belicht Afrikaanse perspectieven op klimaatverandering, en vraagt om een plek aan de tafel voor deze stemmen bij het maken van eerlijk klimaatbeleid. De publicatie wordt verwacht in september dit jaar. 

Photo: Ashley Cooper