Foto: Wikimedia Commons
De Nigerese presidentiële garde zette op 26 juli de democratisch gekozen President Mohamed Bazoum vast, om vervolgens een militaire coup te lanceren. In een televisie-uitzending kondigden hoge officieren van verschillende takken van de defensie- en veiligheidstroepen aan een junta gevormd te hebben. Een woordvoerder van het Nigerese leger deelde mee: “De defensie- en veiligheidstroepen hebben besloten een einde te maken aan het regime dat u kent. Dit volgt op de voortdurende verslechtering van de veiligheidssituatie en het slechte sociale en economische beheer.” Niet lang na de machtsovername laaiden er verschillende pro- en anti-coup protesten op in Niger en volgden er veroordelende reacties vanuit de internationale gemeenschap. Deze ontwikkelingen zorgen momenteel voor hoge spanningen in het West-Afrikaanse land. Alhoewel het conflict kan lijken op een externe, Nigerese, kwestie, heeft het Westen, en zo ook Nederland, een enorm aandeel in de oorzaken en mogelijke uitkomsten van de staatsgreep. Wat moet er veranderen aan ons beleid tegenover Afrikaanse landen, zoals Niger, om soortgelijke escalaties te voorkomen?
De Westerse achtergrond van de coup in Niger
Niger wordt al sinds 1960 geteisterd door een voortdurende dreiging van coups. De recente militaire machtsovername is de vijfde geslaagde staatsgreep sinds het land onafhankelijk werd van Frankrijk. Enkele andere pogingen mislukten, zoals in 2021, net na Niger’s eerste democratische machtswisseling ooit. Deze politieke instabiliteit wordt gevoed door de grote onzekerheid in Niger, dat een van de armste landen ter wereld is: de Nigerese bevolking kampt met ernstige gevolgen van klimaatverandering, islamitisch terrorisme, laaggeletterdheid, corruptie, en onveligheid.
Westerse landen zullen moeten onderkennen dat zij hier ook een hand in hebben gehad. De Nigerese bevolking werd tot 1960 ondermijnd door koloniale heerser Frankrijk. De lokale bevolking had weinig kansen en weinig politieke macht. Maar ook na de formele onafhankelijkheid, wordt Niger structureel afhankelijk gehouden van Frankrijk. Bijvoorbeeld door middel van het stimuleren van een door export gedomineerde en voornamelijk producerende Nigerese economie, door middel van de Nigerese munteenheid die voorheen gelijkgesteld was aan de Franse frank en nu aan de euro, en door middel van de blijvende Franse politieke invloed. Niger blijft de effecten van kolonialisme ervaren. Zo is beheersing van de Franse taal noodzakelijk voor toegang tot de elite en hoge politieke en administratieve functies in Niger. Ook is de Nigerese-Nigeriaanse grens – door Franse en Engelse koloniale machten getrokken – irrelevant voor de lokale bevolking en slaat onrust of jihadisme in het ene land dus makkelijk over naar het andere land.
Niger wordt daarnaast aanhoudend uitgebuit door de Europese economie voor zijn natuurlijke grondstoffen. Niger heeft een van ’s werelds grootste afzettingen van uranium, een belangrijk ingrediënt in de nucleaire industrie. Niger’s grootste mijngebieden worden beheerd door het Franse staatsbedrijf Orano. Het land zelf ziet alleen weinig opbrengsten van de mijnwinning. Niger heeft relatief weinig macht tegenover forse Westerse, vaak belastingontwijkende, bedrijven die soms groter zijn dan het land zelf. Op deze manier krijgt het land niet de mogelijkheid om in zijn eigen economie te investeren en zelf te bepalen waar zijn grondstoffen heen gaan.
Het bewustzijn van de blijvende gevolgen van kolonialisme in Niger, door middel van hiërarchisch Westers beleid tegenover het land, zorgt dan ook voor verhoogd anti-Westers sentiment. Zo werden na de Nigerese coup Franse vlaggen verbrand en werd de Franse ambassade aangevallen.
Daarbij draagt het Westen een groot deel van de schuld voor de wereldwijde gevolgen van klimaatverandering, zo ook in Niger. Het land kampt met hoge temperaturen, terugkerende droogtes, en luchtvervuiling. Het land lijdt enorm onder klimaatverandering, terwijl het er relatief weinig aan bijdraagt tegenover de veel vervuilende landen in het Westen, zoals de Verenigde Staten.
Bovendien is het grote probleem omtrent Niger’s onveiligheid, vanwege de strijd tegen gewapende groepen gelieerd aan al-Qaeda en IS, ook deels te herleiden naar Westerse interventie. Het neerhalen van de Libische dictator Kadhafi door NAVO in 2011 heeft geleid tot een toestroom van wapens en gewapende groepen in de Sahel. Het heeft terroristische organisaties en afscheidingsbewegingen geholpen om zich in Niger en de rest van de Sahel regio beter te organiseren.
Het falen van Westerse ontwikkelingssamenwerking met Niger
De Westerse invloed in Niger biedt dus op verschillende manieren een grote stimulans voor coups. Helaas wordt dit ontregelende effect niet gemitigeerd door middel van Westerse ontwikkelingssamenwerking, die vaak tekortschiet of vooral Westerse doeleinden dient zoals veiligheid en migratie. Militaire aanwezigheid van Westerse landen zorgde bijvoorbeeld in 2019 voor protesten, toen de Verenigde Staten een dronebasis in Niger opende. Verder zijn zowel Nederland als de EU samenwerkingen met Niger aangegaan om illegale migratie door mensensmokkelaars vanuit Sub-Sahara-Afrika via West-Afrika naar Europa te ontmoedigen. Ook deze euro’s betekenen weinig voor de lokale bevolking en zijn erg ineffectief gebleken door de zwakke Nigerese regering, die inmiddels buitenspel is gezet.
Naast de bovengenoemde ontwikkelingssamenwerking bieden Westerse landen zoals Nederland natuurlijk ook ontwikkelingssamenwerking in de vorm van voedsel, water en economische ontwikkeling. Maar de positieve effecten van Westerse ontwikkelingssamenwerking zijn een druppel op een gloeiende plaat, wanneer de Westerse economie tegelijkertijd doorgaat met het uitbuiten van Niger. Daarom moet een eerlijk en duurzaam beleid tegenover Afrikaanse landen, zoals Niger, niet alleen maar worden gerealiseerd door middel van ontwikkelingssamenwerking, maar ook door middel van beleid omtrent bijvoorbeeld klimaatverandering, belastingontwijking, en internationale handel. Er is daarom grote noodzaak voor beleidscoherentie: ontwikkelingsbeleid dient coherent te zijn met andere beleidsterreinen.
Een van de redenen waarom eerlijk Westers beleid tegenover Afrikaanse landen zo urgent is, is dat de huidige onveiligheid en armoede in deze landen voor des te meer politieke ontregelingen zorgen. Zo zorgen deze slechte omstandigheden vaak voor steun voor coups onder de bevolking. Dit is zichtbaar aan de vele pro-coup protesten in Niger en de hoop die veel Nigerezen hebben in de beloften van de coupplegers om de economie te laten groeien.
Het belang van het voorkomen van coups zoals deze
In Niger zijn de gevolgen van de coup voor de lokale bevolking, veiligheid, en Russische invloed enorm. Gezien het feit dat onder andere de EU, Nederland, Duitsland, en Frankrijk hun financiële steun aan Niger hebben opgeschort en buurlanden hun grens met het land hebben afgesloten, heeft de lokale bevolking in het door land ingesloten en extreem arme Niger het nog zwaarder te verduren. Voedselprijzen stijgen en humanitaire hulp van de VN komt moeilijker aan.
Daarnaast ondermijnt de Nigerese coup de veiligheid van het land des te meer. Zo profiteren de extremistisch-islamitische organisaties die in Niger actief zijn strategisch van de gecreëerde chaos. Ook is er een toenemend risico op oorlog, doordat ECOWAS, de Economische Gemeenschap van West-Afrikaanse Staten, aan het dreigen is met militaire interventie, en Burkina Faso en Mali hebben gewaarschuwd dat elke militaire interventie in Niger een oorlogsverklaring aan de twee landen is. Bovendien leiden ondemocratische machtsverschuivingen in het algemeen vaak tot een gepolitiseerd leger, wat op zijn beurt weer potentie biedt voor nog meer toekomstige coups.
Tenslotte veroorzaakt de coup een toename van Russische invloed in de Sahel regio. Rusland, en specifiek het Wagner leger, presenteert zichzelf aan Afrikaanse landen als een aantrekkelijk alternatief tegenover het ‘uitbuitende Westen’. In Niger opende zo het anti-Franse sentiment de weg voor Wagner, dat in tegenstelling tot het Westen, de recente coup wel steunt. Op deze manier weet Rusland het anti-Westerse sentiment in West Afrika te mobiliseren voor eigen gewin. En met succes, want na de coup werden tijdens protesten Russische vlaggen gezwaaid, pro-Russische leuzen geroepen, en werd Vladimir Poetin opgeroepen om Macron te vervangen als Niger’s steunpilaar. De kans is groot dat Niger zich zal richten op Wagner als partner in de strijd tegen het terrorisme, net als buurlanden Mali en Burkina Faso, die Franse troepen hebben verbannen. Deze Russische invloeden zullen het anti-westerse en anti-democratische sentiment in Niger alsmaar meer laten groeien zolang het Westen geen beter alternatief biedt in de vorm van eerlijk en duurzaam beleid tegenover Afrikaanse landen.