Zoek op
Sluit dit zoekvak.

Bezorgdheid over nieuwe Jordaanse ‘cybercrime’-wet

Foto: De koning van Jordanië, Wikimedia Commons

 

Op 12 augustus keurde de koning van Jordanië, Abdullah II, wetgeving goed die sterke controle uitoefent op wat Jordaniërs kunnen zeggen en doen op het internet. Deze wet, die eerder werd aangenomen door het Jordaanse parlement en de senaat, zal over een paar weken officieel worden toegepast. Hoewel regeringsgezinde wetgevers de wetgeving, die de ‘cybercrime-wet‘ wordt genoemd, omschrijven als essentieel voor het uitoefenen van controle over afpersers en online criminaliteit, betogen experts dat de wet bedoeld is om de staatscontrole over het internet te vergroten en daarmee fundamentele rechten en vrijheden schendt, zoals de vrijheid van meningsuiting, het recht op informatie en het recht op privacy. 

Dit artikel gaat in op de context, inhoud en kritiek van de nieuwe Jordaanse wetten tegen cybercriminaliteit.

 

De politieke context van Jordanië 

De nieuwste methode van Jordanië om de vrijheden van burgers in te perken valt binnen een bekend patroon van de Jordaanse regering, die verre van liberaal en democratisch is: de koning heeft de meeste politieke macht, het rechtssysteem is niet onafhankelijk en veel parlementsleden zijn loyaal aan de regering. Het Jordaanse systeem van checks and balances werd verder verzwakt in 2022, toen een nieuwe reeks grondwetswijzigingen de creatie van een nieuw regeringsorgaan mogelijk maakte, de Nationale Veiligheidsraad, waarin belangrijke ministers, de hoofden van het veiligheidsapparaat van de koning, en anderen zitten die door de koning zijn benoemd. Deze raad heeft vergaande bevoegdheden en wordt omschreven als “een vierde tak van de regering” die de ministerraad of het parlement kan omzeilen. Daarnaast heeft koning Abdullah II wegens de grondwetswijzigingen de macht om de Raad van Ministers te omzeilen bij de benoeming van machtige politici. 

De institutionele opzet van Jordanië is herhaaldelijk schadelijk gebleken voor zijn burgers. In de afgelopen jaren hebben Jordaniërs te maken gehad met toenemende onderdrukking van de burgerlijke ruimte. Burgers die vreedzaam protesteren, lopen bijvoorbeeld het risico te worden vervolgd en geïntimideerd door de autoriteiten. In 2022 stelde Human Rights Watch dat journalisten en demonstranten steeds vaker het doelwit zijn van de Jordaanse autoriteiten, die een “systematische campagne voeren om vreedzame oppositie de kop in te drukken en kritische stemmen het zwijgen op te leggen”. De staatscontrole op de burgerlijke ruimte wordt ook steeds duidelijker op sociale media: Jordanië heeft TikTok verboden en er vinden regelmatig black-outs van sociale media plaats. 

 

Wat houdt de wet tegen cybercriminaliteit in? 

De onlangs aangenomen wetgeving, die 41 artikelen bevat, moet de Jordaanse wet tegen cybercriminaliteit uit 2015 vervangen. De nieuwe wet zal tijd in de gevangenis en andere straffen rechtvaardigen voor een reeks activiteiten, waaronder: 

  • het gebruik van tools zoals VPN’s voor anonimiteit;
  • promoten, aanzetten, helpen of oproepen tot immoraliteit;
  • verspreiden van nepnieuws;
  • ondermijnen van de nationale eenheid;
  • onenigheid uitlokken;
  • laster;
  • iemands reputatie schaden;
  • verspreiden van pornografische inhoud;
  • minachting tonen voor religies, en
  • wetshandhavers beledigen.

 

Wat maakt deze wet zo schadelijk? 

Er zijn verschillende redenen waarom de wet ernstig in strijd is met de internationale normen en principes op het gebied van mensenrechten.

Ten eerste gebruikt de wet veel brede en vage termen, waardoor de autoriteiten de wet naar eigen goeddunken kunnen interpreteren en willekeurig kunnen gebruiken om personen te onderdrukken die hun recht op vrijheid van meningsuiting uitoefenen.

Ten tweede maakt het verbod op het beledigen van wetshandhavers het gevaarlijk voor individuen om in het openbaar kritiek te uiten op ambtenaren, iets wat essentieel is voor een democratische cultuur.

Ten derde maken de beperkingen op online anonimiteit het onmogelijk voor individuen om hun identiteit te beschermen.

Het is belangrijk om op te merken dat minderheidsgroepen, zoals leden van de LGBTQI-gemeenschap, bijzonder kwetsbaar  zijn onder de cybercrime-wet. Zo zal het verbod op pornografische inhoud en “het bevorderen van immoraliteit” waarschijnlijk gericht zijn op onschadelijke inhoud met betrekking tot gender, seksualiteit en LGBTQ-rechten. Bovendien kunnen de beperkingen op online anonimiteit nog schadelijker zijn voor LGBTQ-mensen voor wie anonimiteit noodzakelijk kan zijn om hun veiligheid te garanderen. 

 

Wat zijn de reacties op de wet?   

Voordat de wet werd aangenomen, brachten 14 organisaties, waaronder Human Rights Watch, een verklaring uit waarin ze opriepen om de wet te schrappen, met als argument dat de wet “de vrijheid van meningsuiting online zou ondermijnen, het recht van internetgebruikers op anonimiteit zou bedreigen en nieuwe bevoegdheden zou introduceren om sociale media te controleren die de weg zouden vrijmaken voor een alarmerende toename van online censuur”.

De Verenigde Staten, een van de belangrijkste bondgenoten van Jordanië, hebben ook publiekelijk kritiek geuit op de wet. Een woordvoerder van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken zei dat “dit type wet, met vage definities en concepten, de economische en politieke hervormingsinspanningen van Jordanië zelf zou kunnen ondermijnen en de burgerlijke ruimte die journalisten, bloggers en andere leden van het maatschappelijk middenveld in Jordanië hebben, verder zou kunnen verkleinen”. Jordaanse oppositie- en rechtenorganisaties hebben ook hun bezorgdheid geuit over de effecten van de wet: de plaatsvervangend leider van de oppositie stelde dat “Jordanië een grote gevangenis zal worden”.  

 

Conclusie

Het is duidelijk dat de nieuwe Jordaanse wet tegen cybercriminaliteit de weg naar democratie verder belemmert. Niet alleen schaadt deze wet fundamenteel de rechten en vrijheden van burgers, het brengt ook kwetsbare gemeenschappen in direct gevaar. Aangezien de VS de belangrijkste donor van Jordanië zijn, moeten zij meer doen dan alleen hun bezorgdheid uiten: mogelijk door strengere criteria vast te stellen voor de enorme hoeveelheid militaire steun die zij aan Jordanië geven. De EU heeft ook een rol bij de bescherming van Jordaanse burgers, aangezien zij ook een belangrijke partner van het land is. De bondgenoten van Jordanië moeten strategische militaire deals geen voorrang geven boven de veiligheid van miljoenen mensen. Met andere woorden, de Jordaanse regering moet verantwoording afleggen aan degenen van wie zij het meest afhankelijk is.