Vorige week dinsdag was het Prinsjesdag, de dag waarop het Kabinet traditiegetrouw de begroting voor het volgende jaar presenteert. Door haar demissionaire status was het Kabinet genoodzaakt een beleidsarme begroting te presenteren. Dit was niet alleen terug te horen in de troonrede vol holle woorden, maar ook terug te zien in de begroting voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (BHOS), waar de 0,7%-norm, de besteding van 0,7% van het BNI aan ontwikkelingssamenwerking, opnieuw niet wordt gehaald en blijft steken op 0,53%.
Het Ministerie van BHOS is niet het enige ministerie waarop nog veel vooruitgang te boeken is als het gaat om het verbeteren van onze internationale impact. Want de 99.47% van de overheidsuitgaven die niet naar ontwikkelingssamenwerking gaat, heeft wel degelijk invloed op ontwikkelingslanden. Het speerpunt van beleidscoherentie voor ontwikkeling is dat beleid de inspanningen op ontwikkelingssamenwerking aanvult, in plaats van tegenwerkt. Dit laatste gebeurt helaas nog veel te vaak. Een goed voorbeeld hiervan is hoe we aan de ene kant investeren in de economische ontwikkeling van lage inkomenslanden, maar we aan de andere kant bedrijven faciliteren belasting te ontwijken, vaak juist in deze landen. Zo levert ons totale beleid onder aan de streep helemaal geen winst op, maar juist verlies.
Het effect van beleid op voedselzekerheid, water en klimaat in ontwikkelingslanden
Gelukkig wordt beleidscoherentie genoemd in de BHOS-begroting. Er wordt geld uitgetrokken voor een onderzoek door de Inspectie Ontwikkelingssamenwerking en Beleidsevaluatie (IOB) naar de effecten van beleid op voedselzekerheid, water en klimaat in ontwikkelingslanden. We zijn blij om te zien dat het Ministerie van Buitenlandse Zaken beleidscoherentie serieus neemt. Toch willen we beleidscoherentie eigenlijk juist prominenter terug zien komen in de begrotingen van andere ministeries met een internationale economische of ecologische voetafdruk. Zo worden op de Ministeries van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Economische Zaken en Klimaat, Justitie en Veiligheid, Financiën en Infrastructuur en Waterstaat, meerdere beslissingen gemaakt die rechtstreeks raken aan BHOS-beleid. Denk hierbij aan de gesprekken die worden gevoerd door het Ministerie van Financiën over een mondiaal belastingverdrag: als we ervoor zorgen dat bedrijven overal ter wereld evenveel belasting betalen, en zo voorkomen dat bedrijven Nederland zien als belastingparadijs, dan zorgen we ervoor dat we niet langer met de ene hand nemen, wat door de andere hand is gegeven.
Een ander belangrijk voorbeeld is klimaatfinanciering. Hoewel dit kabinet miljarden uittrekt voor klimaatfinanciering in eigen land, blijft de internationale klimaatfinanciering ver achter. Dat, terwijl de Nederlandse consumptie drie keer ons eigen landoppervlak verbruikt, (zie SDG Spotlight). We dragen dus actief bij aan de negatieve gevolgen van klimaatverandering, óók buiten onze eigen grenzen. Het spaarzame geld dat we vrijmaken om de gevolgen van klimaatverandering in het buitenland te bestrijden, is dan bij lange na niet genoeg om het door onszelf gecreëerde leed te verzachten.
Maak van coherentie een speerpunt
Daarom is onze oproep aan de gehele politiek: maak van beleidscoherentie een speerpunt. Dit kan tijdens de formatie door het formuleren van een concrete strategie op het bevorderen van beleidscoherentie (bijvoorbeeld aan de hand van de SDG’s). Een regeerakkoord laat nog even op zich wachten, maar de komende periode bespreekt de Tweede Kamer de verschillende begrotingen voor 2022. Het is tijd dat daarbij de effecten op ontwikkelingslanden een prominentere rol krijgen. Zorg ervoor dat geld voor ontwikkelingssamenwerking weer echt een toevoeging wordt, in plaats van een pleister op een zelfgecreëerde wond.