Orbán in 2017 (Flickr)
De pro-Europese, democratische partijen in Oost-Europa hebben een tegenslag te verwerken, nadat in zowel Hongarije als Servië de zittende autocratische machten een grote verkiezingsoverwinning boekten. Op zondag 3 april werden er in beiden landen parlementsverkiezingen georganiseerd. Daarnaast vonden er in Servië ook presidentiële en lokale verkiezingen plaats. De verkiezingen worden gekenmerkt door een ongelijk speelveld tussen de machthebbers Orbán (Hongarije) en Vučić (Servië), en de oppositie. In beide landen was de oppositie verenigd, maar wisten zij geen successen te behalen.
Hongarije
In Hongarije won de zittende premier Viktor Orbán een overtuigende meerderheid met zijn Fidesz-partij. Zijn partij won 53% van de stemmen, een groot verschil met de oppositie, dat 35% van de stemmen won. Hij kan doorregeren in de huidige opzet, en heeft zelfs een twee-derde ‘supermeerderheid’ behaald in het parlement. Dit geeft Orbán verregaande bevoegdheden om de politieke instituties in het land verder in te kapselen en af te breken. Ook is de verwachting dat hij meer macht wil geven aan loyale industrieën in de binnenlandse Hongaarse economie. Hongarije, de EU’s enige ‘gedeeltelijke democratie’ in de Freedom House Index, zal hierdoor nog verder afdrijven van de Unie’s democratische waarden.
De verenigde Hongaarse oppositie, onder leiding van de centrumrechtse premier kandidaat Péter Márki-Zay, kon geen vuist maken tegenover Orbán. De Fidesz-partij controleert het medialandschap volledig. Waar Orbán dagelijks meerdere malen te zien is op de landelijke kanalen, kreeg Márki-Zay alleen eenmalig de wettelijk verplichte vijf minuten zendtijd. Doordat Fidesz de kiesdistricten naar eigen voordeel heeft heringedeeld, moet de oppositie 3% tot 5% meer stemmen halen om een meerderheid in het parlement te verkrijgen.
De Europese Commissie heeft inmiddels een procedure in gang gezet waarmee Europese subsidies aan Hongarije kunnen worden stopgezet. Hongarije ontvangt grote bedragen uit Europese fondsen, en de hoop is dat Orbán hiermee bewogen wordt om het pad richting democratie weer in te slaan. Voorlopig lijkt hij zich weinig aan te trekken van een gevaar uit Brussel. Bij zijn overwinningsspeech zei hij: “onze overwinning is zo groot dat je die vanaf de maan kunt zien, en al helemaal vanuit Brussel.”
Servië
De situatie in Servië is niet veel beter. President Vučić behaalde een zeer ruime overwinning op de kandidaat van de verenigde oppositie Zdravko Ponoš (60% om 19%). De oppositie, na niet meegedaan te hebben in de vorige parlementsverkiezingen van 2020, hoopte Vučić tot een tweede ronde te dwingen en om zetels te herwinnen in het parlement. Dit gebeurde maar mondjesmaat, en Vučić kan onbedreigd verder regeren.
Ook in Servië kan van vrije verkiezingen niet gesproken worden. Het medialandschap en verschillende politieke instituties zijn in handen van Vučić en zijn SNS-partij. Ook zijn er verschillende onregelmatigheden gemeld in het kiesproces. Waarnemers mochten stemlocaties niet betreden en er vond intimidatie plaats rondom stemhokjes. Ook werd de president van oppositiepartij PSG aangevallen buiten een stemlocatie door partijleden van SNS.
Repercussies voor de regio’s wankele geopolitieke situatie
Terwijl de invasie van Rusland in Oekraïne door woedt, was er grote hoop dat de verkiezingen in Hongarije en Servië een meer democratische, en pro-Europese koers zouden opleveren. Toch werd vooral in Servië de grote overwinning voor Vučić al verwacht. De afgetekende overwinningen van Orbán en Vučić lijken alleen maar meer reden te geven voor beide machthebbers om de huidige koers te continueren.
Beide landen waren voor de oorlog goede bondgenoten van het Kremlin, en bevinden zich nu in een spagaat met betrekking tot sancties, wapenleveranties en het veroordelen van de Russische invasie. Zowel Hongarije als Servië zijn zeer afhankelijk van Russische energieleveranties.
Daarnaast zijn de ogen van de EU gericht op de westelijke Balkan. Een aantal landen wachten smachtend om lid te mogen worden van de EU. Ook Servië wil al lang toetreden tot de Unie. Onderhandelingen zijn echter in veel gevallen nog niet begonnen of volledig stilgevallen. De invloed van Servië en Hongarije in de regio is groot – en een verdere terugkeer naar autoritaire politiek zal toegang tot EU alleen maar onwaarschijnlijker maken. Momenteel zijn de zorgen zeer groot over Bosnië, waar de president van de Servische entiteit, Milorad Dodik, in de stijl van Orbán de politiek naar zich toetrekt en het land in grote instabiliteit brengt.
Het is cruciaal dat de autocratische tendensen in de regio een halt worden toegeroepen. Op dit moment vraagt de Russische militaire dreiging om Europese eenheid. Andere landen in Oost-Europa en de Westelijke Balkan zien het belang van regionale democratische samenwerking in voor collectieve veiligheid. Het inperken van subsidies om Servië en Hongarije terug te brengen op het democratische pad is een eerste stap om dit teweeg te brengen.
Bronnen: Radio Free Europe GMF Euronews I Euronews II Trouw Politico Reuters Radio Free Europe I Radio Free Europe II Balkan Insight I BBC Balkan Insight II