Foto: Afghaanse bewakers in Uruzgan – Flickr
Het kabinet heeft besloten om Afghaanse bewakers, die de Ambassade in Kabul en de militaire basis in Uruzgan hebben beschermd, niet veilig te stellen in Nederland. De voormalige Afghaanse bewakers lopen door hun samenwerking met een buitenlandse overheid gevaar in eigen land sinds de Taliban de macht weer heeft verworven. Hoewel de motie-Piri, die werd aangenomen onder kabinet Rutte IV, opriep tot extra inspanningen voor deze groep, heeft het huidige kabinet besloten geen veilige opvang te bieden. De kwestie heeft geleid tot verontwaardiging in de Tweede Kamer, waar velen spreken over een ‘’ereschuld’’ en het uiteindelijk beschadigen van de Nederlandse internationale reputatie.
Morele plicht aan de kant geschoven
Kamerleden noemen het besluit “harteloos” en “buitengewoon pijnlijk”. De houding van het kabinet, tegenover mensen die in levensgevaar verkeren omdat zij Nederlandse militairen en diplomaten hebben beschermd, drijft veel oppositieleden tot grote frustratie. In de Tweede Kamer gaan er harde woorden door de zaal vanuit de oppositie. Negen oppositiepartijen, allen behalve JA21, hebben geuit dat ze de beslissing van het kabinet om niets te doen voor de Afghaanse bewakers, schandalig vinden. Individuen die voor een buitenlandse organisatie, zoals het Nederlandse leger of ambassade, hebben gewerkt, en nu in levensgevaar verkeren, mogen hopen op hulp. Het is, zoals CDA-kamerlid Boswijk goed samenvat, een ereschuld die verbroken is. Deze bewakers stonden immers jarenlang zij aan zij met Nederlandse militairen en ambassadepersoneel.
De verontwaardiging over en wreedheid van het besluit die wordt gevoeld, wordt ook aangewakkerd door de zeer vergelijkbare situatie met Afghaanse tolken in 2022. Destijds bracht de Nederlandse overheid, na intensieve onderhandelingen, deze tolken en hun gezinnen wél in veiligheid. Dit gebeurde omdat de tolken zich om dezelfde redenen niet meer veilig voelden in Afghanistan: de Taliban had de macht overgenomen, en een rapport van de VN-Veiligheidsraad toonde aan dat tientallen voormalige tolken waren vermoord. Dezelfde barmhartigheid en empathie is niet meer te vinden in het huidige kabinet.
Internationale reputatie aan de haak
Andere landen met langdurige missies in Afghanistan, zoals Australië en de Verenigde Staten, hebben wél puntje bij paaltje gezet om alle betrokkenen in veiligheid te brengen. In Amerika gaan ze zelfs verder met het helpen van hun Afghaanse medewerkers, zo wordt er gepleit voor een permanente verblijfsvergunning voor tienduizenden van deze oud medewerkers. Nederland lijkt als enige achter te blijven in het nakomen van zijn morele verplichtingen aan Afghaanse medewerkers en lijkt hier dus geen prioriteit aan te geven.
Het vertrouwen in en de reputatie van Nederland gaat nu enorm ten onder. Want wie zal nog voor Nederland willen werken in vergelijkbare situaties, waar ook nu Nederlandse ambassades bescherming nodig hebben, als men uiteindelijk zo in de steek wordt gelaten? Voor veel kamerleden is dit niet alleen een kwestie van eer en verantwoordelijkheid, maar ook een zorgwekkend signaal voor toekomstige samenwerkingen.
Reden (on)duidelijk
Antwoorden van het kabinet over de reden voor herziening van de toezegging van het vorige kabinet, blijken meerderen te zijn. De grootste afweging die ze noemen is dat de algemene veiligheidssituatie in Afghanistan is verbeterd en het gevaar dat de voormalig bewakers lopen niet direct aan de samenwerking met Nederland kan worden aangetoond. Desondanks benadrukken ze ook dat de Taliban niet altijd te vertrouwen is als het gaat om het nakomen van afspraken. Daarnaast waren ook de kosten, die schrijnend duidelijk waren uitgerekend in de nota, bestaande uit precies 76,70 euro per dag voor de opvang van een asielzoeker, volgens het kabinet onderdeel van hun beslissing, zij het secundair.
De PVV heeft eerder ook het volgende geuit, volgens de woorden van Kamerlid Raymond de Roon: ‘Wij willen niet nog meer buitenlanders in Nederland die op de een of andere manier moeten worden opgevangen. Wij voelen ons niet speciaal verbonden met hun lot.’’ De rest van de coalitie is nog wel in gesprek gegaan en heeft nuances kunnen geven aan deze uitspraak. Uiteindelijk is er een herziening naar buiten gebracht waaruit de conclusie te trekken valt dat er geen verandering komt in het eerdere besluit om de toezegging niet te voldoen.
De PVV’s afwijzende houding tegenover asielzoekers, de schijnbaar afnemende gevaren van de Taliban en het kostenplaatje maken dit besluit hard en duidelijk. Uiteindelijk neemt het huidige kabinet dus de beslissing om het vorige voornemen aan de kant te slaan en hun eigen koers door te zetten. Het strengste asielbeleid ooit geldt dus niet alleen voor vluchtelingen op zoek naar een beter leven maar ook voor mensen die zich voor en door Nederland in extreem onveilige posities bevinden en daardoor moeten vluchten.