Afgelopen maandag bracht het IPCC haar laatste rapportage uit over de huidige stand van het klimaat. Een korte samenvatting: de 1.5 graad opwarming van de aarde is bijna onvermijdelijk, maar als er nu drastische maatregelen worden genomen is het nog niet te laat. Een van de veelgehoorde oorzaken van alle klimaatproblematiek is onze constante drang naar economische groei, wat onze aarde op het moment langzaam aan het uitputten is. Een concept dat de laatste tijd veel aan populariteit heeft gewonnen als kritiek op deze drang is degrowth, wat letterlijk vertaald ontgroei betekent. Afgelopen maand kwam vooraanstaande econoom Jason Hickel hierover vertellen in de Tweede Kamer. Wat is degrowth precies en kan het ons daadwerkelijk helpen met het oplossen van de grote problemen van deze tijd?
Degrowth als alternatief?
Al decennia lang is economische groei de maatstaf om te kijken hoe een land floreert. Zolang de economie groeit is men tevreden, maar met de kleinste krimp gaan alle alarmbellen af. Al in de jaren zeventig en tachtig begonnen de eerste kritische geluiden over dit puur groei-geobsedeerde beeld te ontstaan. Zo kwam de koning van Bhutan al in 1972 met de ‘Gross National Hapiness index’ welke landen vergelijkt aan de hand van het collectief geluk en het welzijn van de bevolking in plaats van de economische ontwikkeling. Echter pas de laatste tijd vinden deze kritieken langzaam hun weg naar het grotere publiek. De toenemende klimaatproblematiek, maar ook andere problemen zoals de groeiende ongelijkheid hebben de roep naar een alternatief op ons huidig economisch denken versterkt. In een groeiende economie, zo legde Hickel uit, kunnen de armen nog steeds armer worden en de rijken rijker worden terwijl we de aarde beetje bij beetje kapot maken. Hickel noemt ‘degrowth’ als fundament binnen een alternatieve inrichting van onze economie.
Degrowth stelt dat we de focus moeten verleggen van economische groei creëren naar een duurzame en rechtvaardige samenleving. Het gaat erom dat we minder consumeren, minder produceren en onze natuurlijke hulpbronnen minder uitputten, om zo de druk op onze planeet en samenleving te verminderen. Door minder te focussen op economische groei en meer op kwaliteit van leven, sociale rechtvaardigheid en ecologische duurzaamheid, zouden we in staat moeten zijn om een betere wereld te creëren voor onszelf en voor toekomstige generaties.
Maar waarom willen we dan groeien?
Nu is er uiteraard wel een reden dat economische groei al voor langere tijd als doel wordt gezien. Voor bijvoorbeeld ontwikkelingslanden kan een groeiende economie namelijk veel voordelen hebben, zoals het ook voor rijke landen in het verleden veel heeft gebracht. Het kan in deze landen burgers onder andere financieel helpen door te zorgen voor meer banen en hogere lonen. Daarbij kunnen deze landen door economisch te groeien investeren in basisvoorzieningen zoals gezondheidszorg, onderwijs, huisvesting en infrastructuur, wat zal bijdragen aan hogere levensstandaarden. Bij rijkere landen zijn deze voordelen in veel mindere mate van toepassing en heeft de economische groeidrang vooral veel negatieve effecten zoals groeiende ongelijkheid, een gemiddeld lagere kwaliteit van leven en klimaatverandering. De laatste wordt echter vooral gevoeld in ontwikkelingslanden. Juist daarom is het belangrijk om een bredere focus te hebben; ook op kwaliteit van leven, sociale rechtvaardigheid en ecologische duurzaamheid.
Wat nu?
Sinds 2021 zijn de Nederlandse planbureaus bezig om te kijken hoe het perspectief van brede welvaart sterker verankerd kan worden in de begrotingssystematiek van Nederland. Brede welvaart betreft de kwaliteit van leven in het hier en nu en de mate waarin deze ten koste gaat van die van latere generaties of van die van mensen elders in de wereld. Door landen aan de hand van deze maatstaf te vergelijken krijg je dus een veel realistischer beeld van de welvaart van een land dan wanneer je puur kijkt naar de economische groei. Vooral de laatste dimensie, de ‘dimensie elders’, is belangrijk om niet ondergesneeuwd te laten worden. Zoals eerder genoemd is de economische groeidrang van Westerse landen vooral schadelijk voor mensen elders in de wereld. Door te zorgen dat deze dimensie goed verankerd zit in het meten van welvaart kunnen we eerlijk kijken naar hoe welvarend landen werkelijk zijn, want echte welvaart is niet alleen welvaart in het ‘hier en nu’, maar juist ook het behoud van welvaart voor toekomstige generatie en mensen elders.
Image: Pixaby