In Georgië woedde in de afgelopen weken een heftige campagne. Gisteren vond de tweede ronde plaats van een presidentsverkiezing die het in de eerste ronde ongekend spannend maakte: het verschil tussen de winnaar en de nummer twee was minder dan 1%. De regerende partij, Georgian Dream (GD), steunt een onafhankelijke kandidaat, Salome Zurabisjvili, tegenover de kandidaat van de oppositiepartij United National Movement (UNM), Grigol Vasjadze. De machtige GD heeft alles in de strijd gegooid met een enorme mobilisatie tot gevolg. Dit was ook zichtbaar: de hele regering voerde campagne en in hoofdstad Tbilisi hingen waar je ook keek gigantische posters van Zurabisjvili. Het heeft gewerkt: zo’n 98% van de stemmen zijn nu geteld en daarvan heeft ze 60% tegenover Vashadze’s 40%.
Tijdens de campagne was het taalgebruik aan beide kanten opvallend scherp: beschuldigingen van landverraad leken aan de orde van de dag, en beide kanten voorspelden hel en verdoemenis als de tegenkandidaat wint. Je zou denken dat het om een cruciale verkiezing gaat voor een machtige positie, maar niets is minder waar. Sinds een grondwetswijziging vorig jaar heeft de president een ceremoniële rol en zal Georgië nu officieel een parlementaire republiek worden. Vanwaar dan deze hoge inzet?
Aartsvijanden
Één reden is dat deze presidentsverkiezing wordt gezien als een voorbode voor de veel belangrijkere parlementsverkiezing van 2020. Het is de grootste pijler van de stemming in het land na 6 jaar GD regering, en zal ook beeldbepalend zijn voor volgende campagne. Maar voor velen in Georgië ligt het antwoord ook in wat ze “de strijd tussen twee mannen” noemen: informeel UNM-leider Mikheil Saakasjvili en GD leider Bidzina Ivanisjvili. De miljardair Ivanisjvili verscheen in 2012 uit het niets op het Georgische politieke toneel met zijn Georgian Dream, en stuurde de UNM van Saakasjvili naar huis na een nederlaag in de parlementsverkiezing. Toen in 2013 Saakasjvili’s laatste termijn als president verliep, emigreerde hij naar Oekraïne. Na een mislukte poging om daar een nieuwe politieke carrière op te bouwen woont hij sinds dit jaar in Nederland. Terug naar Georgië kan hij niet, aangezien hij sinds 2014 in staat van beschuldiging is gesteld voor vermeende misdaden tijdens zijn ambtstermijnen. Daarnaast is Saakasjvili zijn Georgische burgerschap kwijt nadat hij de Oekraïense nationaliteit aanvroeg om zijn politieke ambities aldaar te volgen.
Dit alles heeft Saakasjvili er niet van weerhouden een actieve rol op te zoeken in de Georgische politiek. Via Skypeverbindingen spreekt hij bijeenkomsten van zijn partij toe, en de UNM heeft nog altijd geen nieuwe partijleider gekozen. Saakasjvili en Ivanisjvili beschuldigen elkaar van alles wat er mis is in Georgië. Je kunt wel zeggen dat de twee elkaar niet kunnen uitstaan.
Leider vs. partij
Dat de strijd een persoonlijk tintje heeft, blijkt ook uit de reacties van respectievelijk Saakasjvili zelf en zijn UNM op de verkiezingsuitslag. Via een Skype interview riep Saakasjvili de Georgiërs op deze uitslag niet als legitiem te accepteren en een campagne van burgerlijke ongehoorzaamheid te starten tegen de “criminele maffia-bende die Georgië in haar greep heeft.” Hij riep de politie op om “aan de kant van het volk” te staan, en het leger om “illegale bevelen” niet uit te voeren. Het doet sterk denken aan een oproep voor een revolutie. UNM en haar kandidaat, Vasjadze, zijn een stuk terughoudender. Hoewel ook zij in zekere zin de legitimiteit van de verkiezing in twijfel trekken – ze hebben het over het kopen van stemmen en druk op de kiezers vanuit de GD – heeft Vasjadze op een persconferentie in zijn reactie op Saakasjvili’s woorden gezegd dat “wat niet [door ons] collectief is besloten en wat niet vanaf dit podium is gezegd blijft de mening van één persoon”.
Polarisatie
Ondertussen is de Georgische maatschappij volledig gepolariseerd: je bent voor de één, of voor de ander. Of liever: tégen de één of tégen de ander. Dit geldt niet alleen voor de meeste mensen, maar ook voor de media. Ruimte voor een middenweg lijkt er niet te zijn. In de eerste ronde was er wel een derde kandidaat, die bijna 11% van de stemmen haalde tegenover de 38% en 37% van de respectievelijk nummers 1 en 2. Deze Davit Bakradze is de leider van de European Georgia partij, een afsplitsing van de UNM na een conflict over o.a. de noodzaak om een nieuwe leider te kiezen. Maar ook Bakradze kiest een kant in deze tweestrijd: in de tweede ronde steunde zijn partij de UNM, omdat ze het alternatief – GD – “nog veel erger” vinden. Ze beschuldigen met name Ivanisjvili ervan de partij in zijn zak te hebben, en op dezelfde manier het land te beheersen.
Erop of eronder
De belangrijkste vraag in dit alles is of de prille Georgische democratie in wording de hoog oplopende rivaliteit tussen twee grootse persoonlijkheden aankan. In 2012 werd Georgië het eerste land in de regio waar een machtswisseling plaatsvond na eerlijk verlopen verkiezingen. Maar in het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst, en het is zeer belangrijk die vooruitgang vast te houden en te verankeren. De aandacht in Georgië en daarbuiten zal dan ook uitgaan naar hoe deze tweede ronde van de presidentsverkiezingen is verlopen (rapporten van monitors moeten nog komen).
Heeft GD vastgehouden aan democratische principes nu het voor het eerst sinds 2012 een leidende positie dreigde kwijt te raken? De oppositie denkt alvast van niet. En gezien de moeite die het kostte om deze verkiezing te winnen is er ook de vraag of GD zal vasthouden aan het democratische proces in de aanloop naar de cruciale parlementsverkiezing van 2020, waarvan de uitkomst ineens een stuk minder zeker lijkt. En hoe zal de UNM zich opstellen? Kiest het de confronterende weg en stijl van haar informele leider in ballingschap, of zal het voor een vreedzaam proces gaan? Kortom, de komende periode wordt een test voor Georgië. Laten we hopen dat er de afgelopen jaren genoeg vooruitgang is geboekt om ervoor te slagen.
Foto: Marco Fieber/Flickr (Creative Commons). No changes made